We spreken elkaar op het W.G. terrein in Amsterdam West. In het voormalig ziekenhuispaviljoen zitten nu ateliers van kunstenaars. Eén daarvan is de Oekraïense fotografe Hanna Hrabarska, artist in residence, die de foto van Michiel Schwarz maakte. De foto is gemaakt voor de poort van het terrein, waar vroeger de ziekenwagens binnen kwamen rijden. ‘Dat leek mij relevant bij dit interview, dat het een plek is in de stad, bij de ateliers, in de stedelijke omgeving.’ Een plek met een rijke geschiedenis, maar vandaag gaat het gesprek over de toekomst. Alhoewel…
Waarom zie je toekomst als een werkwoord?
‘Dé toekomst is geen bestemming, het is niet iets wat vaststaat. Als we over de toekomst spreken, als zelfstandig naamwoord, klinkt het als iets wat onherroepelijk op ons afkomt en waar we ons op moeten voorbereiden. Maar eigenlijk moeten we het zien als een proces, als iets dat we samen moeten maken. Dus: toekomst als een werkwoord, waarbij het debat niet zozeer gaat over wat de toekomst is, maar over hoe we toekomsten kunnen maken. Toekomsten zijn ons niet gegeven, ze worden door mensen en omstandigheden gevormd.’
Ik merk dat je het meervoud gebruikt, toekomsten?
‘De toekomst is niet eenduidig, er is niet één toekomst. Als je het hebt over toekomsten, betekent het dat er keuzes zijn, en dat betekent dat je positie moet bepalen. Waar je staat en welke richting je uit wil. Stel, je maakt een boswandeling en je ziet drie paden. Op dat moment moet je kiezen welke weg je inslaat. Als je het ene pad inslaat, kom je misschien in een eikenbos en het andere pad leidt naar een mos vlakte. Je bent je daar dan heel erg bewust van, je weet en ziet dat je door de keuze in een ander soort wereld zal zitten. Om een bepaald pad te bewandelen moet je in een actieve modus komen, je kan niet afwachten, zien wat er gebeurt en daarop reageren.
Met toekomsten is het net zo. Dit vraagt om een omslag in hoe we naar de toekomst kijken. We hoeven er niet bang voor te zijn, maar we moeten onze houding veranderen van passieve waarnemers naar actieve deelnemers in het vormgeven van de toekomst. De toekomst moet ónze toekomst worden, vanuit ónze verbeelding in plaats van het toekomstbeeld dat anderen ons opleggen. De high-techbedrijven bijvoorbeeld, of de banken of de overheid.’
Waarom is het in jouw ogen zo belangrijk dat de toekomst van iedereen is?
‘Interessant dat je zegt ‘van iedereen’. Ik zeg: wij moeten zelf ónze toekomst gaan maken. Dat is iets anders. ‘Onze toekomst’ ligt bij onze leefgemeenschappen, communities, in de wijk, onze straat. Het zijn immers de gemeenschappen die de stad maken. In die zin is het dus ook een pleidooi voor nieuwe leefvormen in onze omgeving, een nieuw lokalisme. De toekomst ligt op lokaal niveau. Het begrip ‘lokaal’ is hierbij niet alleen een geografische plaatsaanduiding. Het gaat om de kwaliteiten van een omgeving, om nabijheid, lokale relaties, betrokkenheid en hoe we ons verbonden voelen met een plek.
We moeten het gevestigde beeld- van een overal geldende toekomst- 180 graden draaien en denken vanuit al die lokale leefomgevingen, ervaringen en relaties waar de stad uit bestaat. Als je een buurt of wijk leefbaarder wil maken, begin je met het kleine. Wat lokaal kan, moet lokaal!. Van daaruit kijk je verder. De vraag om het te laten werken wordt dan: hoe klein is groot genoeg? Wat is de kleinst-mogelijke schaal om een bepaald probleem kan oplossen? Zo moeten we lokale-toekomsten gaan maken en het debat openen over wat ik ‘lokaal-ontwerpen’ noem.
Waarom is het belangrijk dat lokale gemeenschappen zelf het heft in hand nemen?
‘De kwaliteit van onze leefomgeving begint om ons heen, bij onze relaties met de nabije fysieke en sociale omgeving. De sleutel tot hoe we ons voelen, ons geluk, ligt bij waar we wonen, het contact met de buurt. Als we die willen vormgeven, dan moeten we ons daar als lokale burgers en communities mee gaan bemoeien. Het gaat om het gevoel dat je mede je eigen leefomgeving en wat je belangrijk vindt kan vormgeven, en dat je ziet dat je dat alleen maar krijgt als je zelf actief engageert. Het is een pleidooi om daar een andere positie bij in te nemen.
De uitdaging is om plekken te creëren waar je dit soort engagement kan vormgeven. Je moet situaties ontwerpen, relaties vormgeven waardoor mensen meer verbonden worden. Voorbeeld hiervan is de social design hub The Beach in Nieuw-West, die werkt vanuit het idee van sociaal-duurzaam ontwerpen . Hun projecten, gebaseerd op wat we ‘sustainist design’ noemen, zijn er op gericht de lokale gemeenschappen sterker te maken door buurtbewoners samen te brengen en door samen iets te maken — of het nu broodbakken is of met schoolkinderen een speelplaats ontwerpen. Dit samen ontwerpen en delen verbindt mensen en geeft de buurt betekenis. Dat is toekomst-maken vanuit het lokale.’
Waarom is het in jouw ogen belangrijk om tijdens een viering ook vooruit te kijken?
‘Zoals de Amerikaanse schrijfster Rebecca Solnit het zo mooi zegt: Net zoals we onze geschiedenis schrijven, kunnen we “onze toekomst schrijven”. In mijn ogen is het allemaal deel van één verhaal over de stad: verleden, heden, toekomst. Terugblikken op 750 jaar Amsterdam krijgt pas echt betekenis als we onze verhaallijnen doortrekken naar de toekomst. Het zou een gemiste kans zijn als we met “Amsterdam 750” alleen de geschiedenis van de stad zouden etaleren. De vraag over “in wat voor stad en buurt willen we leven” mag daarbij niet ontbreken.
Eigenlijk is mijn pleidooi om vanuit lokaal perspectief onze toekomsten te ontwerpen ook een vraag over hoe we de oude en nieuwe verhalen van de stad met elkaar gaan verbinden. Met andere woorden: terugblikken en vooruitkijken gaan hand in hand. Willen we samen een ‘betere toekomst’ maken, dan zullen we kritisch moeten kijken welke paden uit het verleden en het heden we willen bewandelen; en waar we juist nieuwe wegen moeten inslaan. Samen de stad maken — het heft in eigen hand nemen, van burgerinitiatieven tot zelfbouw — heeft de toekomst, maar ook een geschiedenis waar we op kunnen voortbouwen. Neem bijvoorbeeld de krakersbeweging. Dat sluit zo goed aan bij mijn pleidooi voor ‘civic design’, waarbij communities het voortouw nemen. Ik hoop dat juist ook dat stuk van de Amsterdamse geschiedenis verteld wordt tijdens de viering.’
Wat betekent Amsterdam 750 persoonlijk voor jou? Wat moeten we vooral vieren?
Ik ben niet zo van de jubilea, maar vindt wel dat we erfenissen van het verleden moeten inzetten om samen betere toekomsten te maken. Ook kunnen ze tijdperken markeren en zo zichtbaar maken wat er tot nu toe is bereikt. Voor mij is dat de opkomst van een meer sociaal-duurzame cultuur, die ik ‘sustainisme’ heb genoemd (na het modernisme). We moeten vooral vieren dat de inwoners onze stad in het recente verleden hierbij met succes voorop liepen. Bijvoorbeeld hoe we onze eigen buurten inrichten en als bewoners en makers leefbare en duurzame wijken creëren.
Lees hier het volledige essay
Meer informatie over Waag Futurelab
Foto Michiel: Hanna Hrabarska