Bet van Beeren was een pionier in het Amsterdamse uitgaansleven. Als openlijk lesbische vrouw in de vroege 20e eeuw creëerde ze een veilige haven voor iedereen, ongeacht geaardheid, klasse of beroep. Haar café, ’t Mandje, werd een symbool van tolerantie en vrijheid in de stad.
Geboren in 1902 in de Jordaan, groeide Bet op in een groot gezin van veertien kinderen. Haar moeder runde een logement, waar Bet al vroeg leerde omgaan met mensen van allerlei achtergronden. Ze werkte in een blikfabriek en als visverkoper, waar ze de bijnaam “Betje Bokkum” kreeg.
Bet was een sterke persoonlijkheid, al vanaf jonge leeftijd. Ze leerde snel dat ze haar eigen weg moest vinden in een wereld die niet altijd vriendelijk was voor mensen die buiten de norm vielen. Haar handel in vis bracht haar in contact met allerlei mensen, en haar scherpe humor en directe manier van spreken maakten haar geliefd bij klanten en collega’s.
In 1927 nam ze Café ’t Mandje over van haar oom. Ze veranderde de naam omdat haar moeder haar dagelijks eten bracht in een mandje. Het café werd al snel een ontmoetingsplek voor zeelui, buurtbewoners, kunstenaars en de LHBTQ+-gemeenschap.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog speelde Bet van Beeren een bijzondere rol in Amsterdam. Haar café, ’t Mandje, lag op de Zeedijk, een gebied dat vanwege infectiegevaar verboden was voor Duitse militairen. Dit gaf haar enige vrijheid om haar zaak te blijven runnen zonder al te veel bemoeienis van de bezetter. Bet was niet alleen een flamboyante caféhoudster, maar ook actief in het verzet. Er wordt beweerd dat ze onderduikers verborg in haar café, op zolder, terwijl Duitse officieren beneden een drankje stonden te drinken. Daarnaast zou haar broer Co van Beeren betrokken zijn geweest bij de verzetsgroep van Gerrit van der Veen, en er gaan verhalen dat de wapens voor de beroemde overval op het bevolkingsregister bij Bet op zolder lagen. Ondanks de schaarste wist Bet haar café draaiende te houden. Er wordt verteld dat ze katten liet slachten om toch maar erwtensoep met vlees te kunnen verkopen. Ook kreeg ze jenever aangeleverd van de Duitsers, maar tegelijkertijd hielp ze mensen die in nood waren.
Na de oorlog groeide haar reputatie als “Koningin van de Zeedijk”, en haar café werd een symbool van vrijheid en tolerantie. Haar moed en vastberadenheid maakten haar tot een legendarische figuur in de Amsterdamse geschiedenis.
Het interieur van ’t Mandje was uniek: Bet knipte stropdassen van bezoekers af en hing ze aan het plafond. Foto’s van het koningshuis sierden de muren, en op Koninginnedag werd de biljarttafel weggehaald zodat er gedanst kon worden—man met man, vrouw met vrouw, zonder angst. Bet stond bekend om haar uitgesproken persoonlijkheid en haar gastvrijheid. In een tijd waarin homoseksualiteit niet geaccepteerd werd, bood ze een plek waar mensen zichzelf konden zijn. Ze verbood klef gedoe in het café, om problemen met de zedenwetten te voorkomen, maar iedereen was welkom.
Bet van Beeren en Majoor Bosshardt hadden een bijzondere relatie, ondanks hun totaal verschillende levensstijlen. Majoor Bosshardt was een bekende figuur binnen het Leger des Heils, terwijl Bet de flamboyante eigenaresse was van Café ’t Mandje, een ontmoetingsplek voor de LHBTQ+-gemeenschap op de Zeedijk in Amsterdam.
Majoor Bosshardt kwam regelmatig in ’t Mandje om de Strijdkreet, het tijdschrift van het Leger des Heils, te verkopen. Hoewel ze kritisch was op Bet’s levensstijl—haar overvloedige drankgebruik en haar openlijke homoseksualiteit—hield dit hen niet tegen om een vriendschap te ontwikkelen.
“Ze hielp mensen die nergens anders terecht konden, gaf hen werk of een luisterend oor. ”
Bet overleed in 1967, maar haar nalatenschap leeft voort. Bet van Beeren werd na haar overlijden in 1967 opgebaard op de biljarttafel van haar eigen café, ’t Mandje. Dit was een passend eerbetoon aan haar leven en haar rol als de Koningin van de Zeedijk. Haar café was haar wereld, en het was een plek waar ze mensen samenbracht, ongeacht hun achtergrond of geaardheid.
Bet was niet alleen een caféhoudster, maar ook een beschermengel voor velen. Ze hielp mensen die nergens anders terecht konden, gaf hen werk of een luisterend oor. Haar café was een plek waar iedereen gelijk was, ongeacht afkomst of geaardheid. Dit maakte haar tot een icoon van de Amsterdamse Zeedijk.
Café ’t Mandje werd in 2008 heropend en blijft een symbool van Amsterdamse tolerantie. Haar verhaal wordt nog steeds verteld, en haar invloed op de stad en de LHBTQ+-gemeenschap is onmiskenbaar. Lees er alles over in het boek Bet van Beeren, dat deze zomer uitkomt.
Auteur: Esther van Beeren
Het befaamde Café 't Mandje is na een lange renovatie weer open! Zoals vanouds is iedereen weer welkom, dus ga gezellig langs of neem een kijkje op hun socials voor actuele updates.
* De verhalen die worden gepubliceerd op deze website weerspiegelen niet per se het beleid van de gemeente Amsterdam, maar zijn een creatieve uiting van de makers.