Rond de vorige eeuwwisseling was Muiderberg een toeristische trekpleister. Het strand aan de Zuiderzee trok veel Amsterdamse dagjesmensen. De komst van de Gooische Stoomtram droeg in belangrijke mate bij aan het toerisme daar en in de rest van de Gooi- en Vechtstreek. Hoewel het spoor van de stoomtram voor en na de oorlog gefaseerd is afgebroken, zijn er nog altijd veel plaatsen langs het traject Amsterdam-Laren die eraan herinneren.
Sinds 1874 loopt er een spoorlijn tussen Amsterdam en Hilversum. Niet alle plaatsen in het Gooi waren hiermee goed bereikbaar. Om de bereikbaarheid te verbeteren, rezen er al snel plannen om ook een stoomtramlijn aan te leggen. Een van de initiatiefnemers was Jan Hamdorff, hoteleigenaar van De Vergulde Postwagen in Laren en besefte dat de aanleg van een tram meer gasten zou opleveren. Op 17 december 1880 werd de N.V. Gooische Stoomtram Maatschappij opgericht. Het startkapitaal bedroeg een half miljoen gulden waarvoor vijfhonderd aandelen à duizend gulden zijn uitgegeven.
De lijn werd gefaseerd opgeleverd. Beginnend in 1881 werd de laatste lijn een jaar van Hilversum, Laren, Blaricum en Huizen geopend. De stoomtram deed ruim twee uur over de 26 kilometer van Amsterdam naar Laren. Dat kwam doordat de tram over grote stukken stapvoets reed en omdat de tram tot 1906 overal gestopt kon worden om in en uit te stappen.
In het eerste jaar was de stoomtram een groot succes en werd er al achttienduizend gulden winst gemaakt. In de jaren daarna werd de winst door de investeringen in trajectverlenging en aanschaf van extra trammaterieel kleiner. De lijn bleef uit de rode cijfers maar de aandeelhouders waren niet tevreden over de hoogte van hun dividend. Dit leidde tot een aantal bestuurswisselingen vanaf 1888 tot een bestuurswissel, totdat de heer Augustijn per 1 september 1898 de als directeur intrad. Hij bleef veertig jaar en voerde hervormingen door en maakte van de Gooische Stoomtram een modern trambedrijf.
De stoomtram werd ook gebruikt voor transport van melk, koeien en varkens en tussen 1882 en 1883 werden er zelfs overledenen vervoerd maar wegens religieuze bezwaren werden deze ‘lijkwagens’ niet meer ingezet. Ook reed er een paar keer per dag een posttram tussen Amsterdam en het Gooi waar mensen onderweg hun post konden deponeren.
Vooral de warme dagen trok veel tramreizigers. Er werden dan extra wagons aangehaakt. De tram had met extra wagons moeite om over bruggen, dijken en andere hellingen heen te komen. Zo moest de tram bij de Naarderstraat in Muiden extra vaart maken om de hoger gelegen halte te bereiken. Mocht die nog niet vooruit komen werd er zand gestrooid of een extra locomotief gestuurd om het beter voort te stuwen.
Door de tram ontstonden veel gevaarlijke situaties. Door de vele ongelukken werd hij ook wel de Gooische Moordenaar genoemd. Vooral in de smalle straten in Diemen, Muiden en Naarden waren er nauwelijks mogelijkheden om voor de tram uit te wijken. De tram ging daar vlak langs voordeuren waardoor mensen die hun huis verlieten verrast konden worden en het zicht van het andere verkeer werd gehinderd door de rook van de locomotief. Daarnaast was de machinist tevens stoker waardoor hij onmogelijk voortdurend de weg in de gaten kon houden.
Ook de snelheid van de tram leidde tot ongelukken, zo zou meerder malen botsingen zijn ontstaan tussen trams en lijkwagens. Om ongelukken te voorkomen mocht de tram daarom voortaan in de bebouwde kom niet harder dan tachtig meter per minuut (4,8 kilometer per uur) rijden. De conducteur liep dan met een bel en een rode vlag of lantaarn voor de tram uit om de weg vrij te maken.
Desondanks bleef de tram betrokken bij verscheidene ongelukken. In totaal zijn er 117 mensen overleden door de stoomtram. De oorzaken van de ongelukken liepen in oorzaak uiteen, van passagiers die uit een rijdende tram probeerden te stappen tot mensen die door overmatig alcoholgebruik op de rails in slaap waren gevallen.
Het zwaarste ongeluk vond plaats in 1927 op de Naarderstraat in Laren, waarbij twee trams op elkaar botsten, met als gevolg vier doden en zeven gewonden. Dit tragische incident volgde kort op maar liefst vijfentwintig eerdere ongevallen op hetzelfde traject tussen Naarden en Laren, waarvan acht met dodelijke afloop.
Vooral in de zomer gingen veel Amsterdammers met de Gooische stoomtram naar het strand van Muiderberg. Een rit naar Muiderberg duurde ongeveer 65 minuten. Op hoogtijdagen kwamen er twee trams tegelijk aan met ieder vijfhonderd passagiers. In totaal kwamen er op dat soort dagen wel vijfduizend dagjesmensen met de tram naar Muiderberg terwijl het dorp ongeveer zeshonderd inwoners telde. Muiderberg profiteerde van de toegenomen stroom Amsterdammers. Er werden pensions, cafés en fietsenstallingen geopend en de boeren konden veel verse melk en karnemelk verkopen.
De autobus die vanaf 1925 begon te rijden in het Gooi vormde een steeds grotere concurrent voor de tram. Uiteindelijk won de autobus de concurrentieslag. Op 13 februari 1940 viel het doek voor de ‘Gooische Moordenaar’, maar met het begin van de Tweede Wereldoorlog ontstond brandstofschaarste. De bussen en de motortrams niet meer rijden. Het leidde tot de herintroductie van nog resterende stoomtrams in het Gooi, de rails naar Amsterdam waren inmiddels al verwijderd.
Auteur: Frits Vlaanderen
Stichting Monumentaal en Historisch Muiderberg, kortweg ‘Historisch Muiderberg’. Zij bestaan sinds 2021 en maken zich hard voor het cultuurhistorische identiteit van Muiderberg door monumenten te beschermen, geschiedschrijving te stimuleren en lokale evenementen te organiseren. Ze organiseren tentoonstellingen, lezingen, rondleidingen en andere evenementen.
* De verhalen die worden gepubliceerd op deze website weerspiegelen niet per se het beleid van de gemeente Amsterdam, maar zijn een creatieve uiting van de makers.