Vroeger was alles beter? In de jaren tachtig van de vorige eeuw lag Amsterdam er anders belabberd bij. Bewoners kwamen in opstand en wisten eigenhandig het tij te keren. Bijna waren de Jordaan en De Pijp gesloopt en was er een snelweg dwars door de binnenstad gekomen. Journalist Marcel van Engelen reconstrueert waarom het er in Amsterdam nu toch echt anders voor staat.
In oktober volgend jaar bestaat Amsterdam 750 jaar: bijna acht eeuwen waarin de stad is gevormd zoals we die nu kennen. De wederopbouw na de grote brand van 1452, de religieuze vrijheid van de zeventiende eeuw – uniek in Europa, waardoor bevolkingsgroepen van allerlei pluimage naar de stad trokken – of de sociaal-gemotiveerde moderniseringen van Samuel Sarphati twee eeuwen later: allemaal hebben ze hun stempel gedrukt op het hedendaagse Amsterdam.
Tijdens de 750ste verjaardagsviering vieren we al die successen. Want ja, er is altijd ruimte voor verbetering, maar Amsterdam ligt er in veel opzichten goed bij. Zeker als je het vergelijkt met kort geleden: de crisisjaren zeventig en tachtig, toen het zo onleefbaar dreigde te worden in de stad dat het inwonertal elk jaar met tienduizend afnam. Het is er sindsdien ongekend opgeknapt en aangeharkt, de bevolking groeit harder dan ooit en veel Amsterdammers zijn, in vergelijking met toen, uitgesproken welvarend. Wat is er in die halve eeuw gebeurd? En welke lessen kunnen we daaruit trekken? In elk geval deze: het succesverhaal van Amsterdam van de laatste vijftig jaar heeft weinig te maken met toeval, of met geluk. De stad is, zo kun je misschien zelfs stellen, in de eerste plaats gered door de Amsterdammers zelf.
* De verhalen die worden gepubliceerd op deze website weerspiegelen niet per se het beleid van de gemeente Amsterdam, maar zijn een creatieve uiting van de makers.