Joost van der Enden was van 1984 tot 2015 piloot bij de KLM. Na de Rijksluchtvaartschool in Eelde vloog hij twee jaar als verkeersvlieger op de ‘Classic’ 747, waarna hij van 1986 tot 2015 copilot was op de DC9 en later gezagvoerder op de Boeing 737 en Boeing 777. Zijn carrière bij de KLM was niet alleen lang, maar ook gevarieerd, want behalve als gezagvoerder werkte hij de eerste twee jaar als steward bij het cabinepersoneel en vanaf 1994 had hij er ook een grondfunctie bij als chef vlieger bij de Europa divisie. Ook in de lucht maakte hij een en ander mee, waaronder een kaping met bomdreiging op de vlucht Tunis-Amsterdam.
Deze geboren en getogen Amsterdammer is indertijd per toeval in Weesp terechtgekomen. In 1990 woonden hij en zijn vrouw in een loft in de Noorderstraat, met hun dochtertje en een tweede kindje op komst. De binnenstad van Amsterdam was een puinhoop, het Museumplein ging op de schop, waar moesten ze met de kinderen naar toe? In eerste instantie zochten ze in buitenwijken als Amsterdam-Zuid en Buitenveldert. Totdat Joosts oog tijdens een nachtvlucht op een kleine advertentie in de Woonkrant van de Telegraaf viel. In het centrum van Weesp stond een monumentaal pand te koop, een rijksmonument aan de Nieuwstad. Ze kenden het stadje een beetje, van het fietsen en hardlopen en besloten er te gaan kijken. Het gemoderniseerde 70’s interieur van het pand was even slikken maar daar konden ze doorheen kijken. In feite waren ze meteen verkocht. Ze namen de beste lokale aannemer, Willem Vree, in de arm, die met museale aandacht de binnen- en buitenkant van het pand in de oorspronkelijke glorie herstelde.
De verhuizing naar Weesp bleek wel een grote overgang te zijn. In de eerste jaren grepen ze elke mogelijkheid aan om met de auto naar Amsterdam te rijden, al was het maar om naar de slager in de Beethovenstraat te gaan. En in het begin moesten ze, als internationaal bereisde wereldburgers, ook wennen aan het terughoudende sociale leven in het provinciestadje. Maar dat veranderde voorgoed toen Joost vanwege zijn nieuwe functie op de grond het gemak van de treinverbinding tussen Weesp en Schiphol ontdekte. En toen dochter Eline voor het eerst naar school ging en ze op het schoolplein de ouders van de andere kinderen leerden kennen. Toen kwam ook de sociale klik
“En als ik naar beneden keek, zag ik mijn eigen huis aan de Nieuwstad voorbij glijden. Dan klapte ik het onderstel uit en wist ik: over een half uurtje ben ik weer thuis.”
Toen Joost in 2015 met pensioen ging, kreeg hij tijd om zich te gaan verdiepen in kunstgeschiedenis, met als speciaal interessegebied symboliek. En vandaar was – letterlijk én figuurlijk – de stap naar het Weesper stadhuis niet groot. Het imposante neoklassieke gebouw, dat in 1776 door architect Jacob Otten Husley (ook bekend als bouwmeester van Felix Meritis in Amsterdam en het stadhuis van Groningen) werd opgeleverd, is per slot van rekening een luilekkerland van symbolen: rijk gedecoreerd met fraaie ornamenten die verwijzen naar de klassieke oudheid en de traditionele christelijke beeldspraak.
Joost bood zich aan als vrijwilliger bij Museum Weesp, waar hij met open armen werd ontvangen. Hij werd lid van de depot- en collectiecommissie en ook van het team dat verantwoordelijk was voor de tentoonstellingen. En toen er werd besloten om vaker publieksrondleidingen door het gebouw te organiseren, was hij daarvoor natuurlijk de aangewezen man. Het werd zijn specialisme. Gaandeweg groeide ook de behoefte aan lezingen over het gebouw en de symboliek. Daarvoor ontwikkelde hij zelf een repertoire van 4 à 5 lezingen, waarvoor hij ook nu nog geregeld aanvragen krijgt, onder meer van de Open Universiteit.
Wat is Weesp in de loop van de decennia voor Joost gaan betekenen? Dat kan – hoe kan het ook anders – aan de hand van een symbool worden verteld: het groene kruis van Weesp. Dit verlichte kruis hoog op de toren van de Laurentiuskerk aan de Herengracht is voor veel Weespers een vertrouwd baken. En dat werd het ook voor hem. In zijn eigen woorden:
‘Als het helder weer was boven Europa wist ik dat ik het kruis op 200 kilometer afstand van Schiphol al zou zien. Boven het Ruhrgebied zette ik de daling in naar de Buitenveldertbaan. Om recht voor die baan te komen, was er een baken geplaatst – precies op de plek waar Weespersluis nu ligt. Maar iets voorbij dat baken zag je de kerk met dat neon-verlichte kruis erbovenop. Dus als ik die nadering maakte, concentreerde ik me op dat intens groene kruis. En als ik naar beneden keek, zag ik mijn eigen huis aan de Nieuwstad voorbij glijden. Dan klapte ik het onderstel uit en wist ik: over een half uurtje ben ik weer thuis.’
Auteur: Otto Haan
Museum Weesp bevindt zich op de tweede verdieping van het Stadhuis van Weesp in de Nederlandse provincie Noord-Holland. Het belicht de geschiedenis van Weesp, waarvan de geschiedenis samenhangt met porselein, cacao en fietsen. Het museum begon in 1911 als oudheidskamer binnen het stadhuis.
* De verhalen die worden gepubliceerd op deze website weerspiegelen niet per se het beleid van de gemeente Amsterdam, maar zijn een creatieve uiting van de makers.