Sla navigate over

Het verhaal van Amsterdams bekende en vergeten gasfabrieken

22 mei 2025
Geschreven
Centrum
Verleden
Verdwenen uit het straatbeeld

Bij het woord gasfabriek zullen veel Amsterdammers denken aan het Westergasterrein. Maar wist u dat er vroeger veel meer gasfabrieken waren in de stad? Van de stedelijke gasfabriek in eclectische stijl in Noord tot de Oude Engelse Gasfabriek aan de huidige Marnixstraat.

gezelschap mannen voor de gereedgekomen gashouder van 100.000 m3 van de Westergasfabriek, Stadsarchief Amsterdam

Gasmonopolie

Een gasfabriek is heel simpel gezegd een fabriek waarmee je uit steenkool gas kunt halen, zogenoemd lichtgas of stadsgas. Dit gebeurt door middel van destillatie (ontleding door vuur). Met gas kun je verwarmen, huizen bijvoorbeeld. Maar ook verlichten. Zo werden straatlantaarns, theaters, winkels en kroegen in de 19e eeuw verlicht met gas uit steenkool.

Om al dat gas te produceren, waren er gasfabrieken nodig. Sinds 1825 werd er in Amsterdam al gas gemaakt uit raapolie door de Amsterdamsche Pijp-Gaz Compagnie (APGC). Deze Amsterdamsche Gaz Fabriek (later de Oude Engelse Gasfabriek) stond aan de huidige Marnixstraat, tegenover de Elandsgracht. Het was een kostbare onderneming. Raapolie was namelijk behoorlijk prijzig. Daarnaast was de APGC de enige aanbieder van gas. Zonder concurrentie konden zij de prijs hoog houden.

Suikerfabrikant C. de Bruijn had voor zijn raffinaderij veel gas nodig en stoorde zich aan de hoge prijzen van de Oude Engelse Gasfabriek. Hij besloot nog een gasfabriek op te richten, de Hollandsche Gazfabriek aan de Weteringschans. Om te concurreren met de APGC. Dat verhielp het probleem niet echt. In plaats van een monopolie was er nu sprake van een duopolie. De prijs van het gas stopte de groei van het gasnet overigens niet. Zo werd in 1849 de hele binnenstad verlicht door gasstraatlantaarns.

Singelgracht met Oude Engelse Gasfabriek op de plaats van de huidige Marnixstraat 204-260, Stadsarchief Amsterdam
Hollandsche Gasfabriek vanaf de Reguliersgracht in Amsterdam door J.M.A. Rieke, Stadsarchief Amsterdam

Gemeentelijke inmenging

Beide bedrijven maakten enorme winsten, waardoor steeds meer Amsterdammers voorstander waren van een gemeentelijke gasfabriek. Daarom gaf Amsterdam de Engelse onderneming Imperial Continental Gas Association (ICGA) uit Londen het alleenrecht om voor de gemeente 2 gasfabrieken te bouwen in de stad. Dit bedrijf nam de APGC eerst gedeeltelijk en uiteindelijk in 1833 volledig over. In 1826 bouwde de ICGA al een gasfabriek in Rotterdam. De hoofdstad kon natuurlijk niet onderdoen voor de Maasstad. Dus werd in Amsterdam in 1883 de op dat moment grootste steenkolengasfabriek van Nederland gebouwd: de Westergasfabriek.

De ICGA bouwde niet alleen een gasfabriek. Op de 4 hectare grond waar het bouwsel op stond, verrezen een gigantische gashouder, kolenopslagplaatsen, zuiveringsinstallaties, kantoren en een watertoren. De fabriek werd langs de Haarlemmertrekvaart gebouwd, zodat steenkool zowel per schip als per trein aangevoerd kon worden. En ondanks de rauwe aard van het geheel, werd er veel aandacht besteed aan de architectuur.

Neorenaissance ontwerp

De Nederlandse ingenieur en architect Izak Gosschalk kreeg de opdracht om het terrein en de meeste gebouwen te ontwerpen. De geboren Amsterdammer stond bekend als een van de meest invloedrijke architecten van eind 19e eeuw. Voor de Westergasfabriek hanteerde hij een Hollandse neorenaissance bouwstijl. Veel traptegels, kruiskozijnen, horizontale lijnen, speklagen (versieringen in de gevel) en veelvuldig gebruik van natuursteen, zuilen en rondbogen.

De tweede gasfabriek die de ICGA bouwde was de Oostergasfabriek in 1887. Ook deze werd ontworpen door Gosschalk. De Oostergasfabriek had geen verbinding met het water, maar werd wel bediend door 2 spoorlijnen, naar Hilversum en Utrecht. Het terrein van de Oostergasfabriek was nog groter dan dat van de Westergasfabriek, ruim 9 hectare. Ook hier waren meerdere gashouders, opslagplaatsen, kantoren, schoorstenen, zuiveringsinstallaties én een watertoren. Het terrein werd in 1907 nog uitgebreid, zodat de Oostergasfabriek ook een verbinding met het water kreeg: de ringvaart.

De gemeente Amsterdam nam zowel de Oostergasfabriek als de Westergasfabriek in 1898 over.

De Gashouder op het Westergasterrein

Neorenaissance ontwerp

De Nederlandse ingenieur en architect Izak Gosschalk kreeg de opdracht om het terrein en de meeste gebouwen te ontwerpen. De geboren Amsterdammer stond bekend als een van de meest invloedrijke architecten van eind 19e eeuw. Voor de Westergasfabriek hanteerde hij een Hollandse neorenaissance bouwstijl. Veel traptegels, kruiskozijnen, horizontale lijnen, speklagen (versieringen in de gevel) en veelvuldig gebruik van natuursteen, zuilen en rondbogen.

De tweede gasfabriek die de ICGA bouwde was de Oostergasfabriek in 1887. Ook deze werd ontworpen door Gosschalk. De Oostergasfabriek had geen verbinding met het water, maar werd wel bediend door 2 spoorlijnen, naar Hilversum en Utrecht. Het terrein van de Oostergasfabriek was nog groter dan dat van de Westergasfabriek, ruim 9 hectare. Ook hier waren meerdere gashouders, opslagplaatsen, kantoren, schoorstenen, zuiveringsinstallaties én een watertoren. Het terrein werd in 1907 nog uitgebreid, zodat de Oostergasfabriek ook een verbinding met het water kreeg: de ringvaart.

De gemeente Amsterdam nam zowel de Oostergasfabriek als de Westergasfabriek in 1898 over.

De gebouwen van de Westergasfabriek in 2014 met bewaarde Hollandse neorenaissance stijl. Foto: Steven Lek.

Oostpoort

In 1917 stapte Amsterdam over op elektrische straatverlichting en was er minder gas nodig. De Oostergasfabriek kampte dus met overcapaciteit en werd gesloten. Maar omdat de gebouwen nog vrij nieuw waren en het zonde van het geld was om ze te slopen, kregen ze een nieuwe bestemming. Zo werd een van de kantoorgebouwen een politiebureau, verbouwde men de stokerij tot een zwembad, kwam er een dierenasiel in de ammoniakfabriek en de gasmeterwerkplaats deed dienst als Hogere Burgerschool.

Uiteindelijk werd het fabrieksterrein ingericht als bedrijventerrein en tegenwoordig is het de wijk Oostpoort, op de grens van Oud-Oost en Watergraafsmeer. Winkelcentrum Oostpoort is gebouwd op de fundering van de oude gashouder, nadat daar eerst Sporthal Oost stond.

De gashouders van de Oostergasfabriek in 1941, Stadsarchief Amsterdam

Gashouder

De gasproductie in de Westergasfabriek ging veel langer door, tot 1967. De stokerijen en watertoren werden gesloopt, maar de meeste gebouwen bleven behouden en de vervuilde grond werd gesaneerd. Zo ontstond er samen met het oude Westerpark een stads- en cultuurpark vol feesten, theater, festivals, horeca en tentoonstellingen. Met als bekendste voorbeeld natuurlijk de imposante Gashouder.

De straten op het terrein zijn vernoemd naar de eerste directeur van de fabriek, Julius Pazzani, de bedenker van de dakconstructie die op veel van de gebouwen wordt gebruikt, Antoine-Rémi Polonceau, de firma Klönne, die gashouders maakte, en de architect, Ivar Gosschalk.

De Gashouder van binnen

Architect uit de gratie

Overigens was Gosschalk niet onomstreden. Toen ICGA het alleenrecht op gasfabrieken verkreeg van de gemeente en Gosschalk van het bedrijf de opdracht kreeg om de Westergasfabriek en Oostergasfabriek te ontwerpen, was hij ook gemeenteraadslid. Dat leidde tot beschuldigingen van belangenverstrengeling. Daardoor werd hij in 1883 ‘gecanceld’: hij kreeg nauwelijks nog opdrachten. Begin jaren 90 kwam hij weer in de gratie, maar uiteindelijk vertrok hij in 1895 naar Brussel. Daar woonde en werkte hij tot zijn dood, niet als architect maar als parlementair journalist. Hij deed verslag van de Belgische politiek.

Amstelkwartier

Amsterdam had nog 2 gasfabrieken: de Zuidergasfabriek en de Noordergasfabriek. De 2 werden tegelijkertijd in gebruik genomen in 1913, al werd er in 1906 al begonnen met de bouw van de Zuidergasfabriek. Deze stond niet in stadsdeel Zuid, maar in Oost. Omdat de Oostergasfabriek al bestond, besloot men te doen alsof de fabriek aan de andere kant van de Amstel lag. Zuidergasfabriek dus.

Tijdens de oorlog bombardeerden de Amerikanen de fabriek per ongeluk, gelukkig zonder veel schade aan te richten. Hun eigenlijke doel was de elektriciteitscentrale in IJmuiden. Na de uiteindelijke sluiting in 1967 zijn veel gebouwen gesloopt, maar de watertoren, het regulateursgebouw, de opzichterswoning, het directiegebouw, de ingenieurswoning, het hekwerk aan de Korte Ouderkerkerdijk, het insteekhaventje, de ophaalbrug en het meterhuis zijn inmiddels rijksmonumenten. Op een deel van het terrein van de gasfabriek verrijst momenteel de wijk Amstelkwartier.

Watertoren van de voormalige Zuidergasfabriek is tegenwoordig een Rijksmonument. Foto: Stadsarchief Amsterdam

Laatste gasfabriek

De fabriek in Noord was de vierde stedelijke gasfabriek en ook de fabriek die het kortst gas produceerde, van 1913 tot en met 1924. Dit was een eclectisch bouwwerk, heel anders dan de Westergasfabriek en Oostergasfabriek van de hand van Gosschalk. De Dienst der Publieke Werken ontwierp deze zelf, net als de Zuidergasfabriek. Het was een mengelmoesje van verschillende bouwstijlen, met ronde boogvensters maar ook een basilicale gevel (als in een kerk).

Vanwege de stedelijke overcapaciteit werd de productie van gas in Noord al snel stopgezet. Maar terwijl in de rest van Amsterdam de vraag naar gas afnam, groeide deze juist in Noord. De gemeente besloot de gasfabriek aan te houden als verdeelstation. Het gas kwam via een onderwaterleiding van de fabrieken in Zuid en West naar Noord. Dat was geen Sprong over het IJ maar onder het IJ. En deze verbinding kon wél snel geregeld worden.

Overgebleven gebouwen van Noordergasfabriek met een basilicale gevel en boogvensters. Stadsarchief Amsterdam.
Overgebleven voormalige dienstwoning van de Zuidergasfabriek. Stadsarchief Amsterdam

Amsterdam (aard)gasvrij

We weten inmiddels dat steenkoolgas een van de meest vervuilende fossiele brandstoffen is. Nadat in 1959 de aardgasbel van Slochteren werd ontdekt, sloten de laatste gasfabrieken in de stad en ging Amsterdam als eerste Europese hoofdstad over op aardgas. Aardgas is minder vervuilend dan steenkool of olie, maar stoot ook schadelijke stoffen uit. Bovendien stijgt de prijs van gas. Daarom willen we van Amsterdam een aardgasvrije stad maken. Wilt u hier meer over weten? Kijk dan op Amsterdam aardgasvrij.

Historische achtergrondverhalen

Wekelijks komen er nieuwe historische achtergrondverhalen bij op de nieuwspagina van de gemeente Amsterdam. Een deel van deze verhalen verschijnt ook in de gemeentekrant Amsterdam. De oplage is 523.000 exemplaren en komt zes keer per jaar uit in heel Amsterdam.

Lees hier meer achtergrondverhalen

* De verhalen die worden gepubliceerd op deze website weerspiegelen niet per se het beleid van de gemeente Amsterdam, maar zijn een creatieve uiting van de makers.