Sla navigate over

Al die Amsterdamse dialecten

28 april 2025
Geschreven
Hele stad
Verleden
Duurzaamheid

Wanneer we het hebben over Amsterdams, denken we gelijk aan het plat Amsterdams en Mokums. Maar vroeger hoorde je in de Amsterdamse binnenstad allerlei verschillende taaltjes. Ieder buurtje had een eigen tongval, van het Jordanees tot het Jiddisch, en een dialect dat zelfs de duivel niet kon verstaan.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Hulp van een echte Amsterdammer

Een van de eerste personen die zich verdiepte in Nederlandse dialecten was Johan Winkler, een dialectkenner uit Leeuwarden. Hij had veel interesse in de dialecten gesproken in Nederland, Vlaanderen, Friesland en Noord-Duitsland.

Toen Winkler zijn project over de Nederlandse dialecten startte, plaatste hij een oproep in het tijdschrift Navorscher. ‘Help! Wie heeft informatie over Amsterdamse dialecten?’ Jan ter Gouw, de geschiedenisschrijver van Amsterdam die alles wist over de stad en zijn inwoners, reageerde op deze oproep.

Ter Gouw gaf niet alle schatten prijs. Sommige informatie over de Amsterdamse dialecten deelde hij bewust niet met Winkler. Hij koos ervoor om alleen de belangrijkste dialecten te noemen. Met Ter Gouws hulp kon Winkler in totaal 19 dialecten identificeren in Amsterdam.

Unieke kenmerken

Andere dialecten, zoals het Jordanees, het Haarlemmerdijks en het Kalverstraats, hadden elk hun eigen unieke kenmerken. “Nau-w-ik weit wel dat vaaf m’l vaaf vaventwentig is”, zeiden ze in het Noordschebosch ten westen van de Amstel en de Komkommerbuurt rond de Korte Amstelstraat.

Het Jordanees was bourgondisch, het Haarlemmerdijks klonk Achterhoeks. In de Kalverstraat spraken ze ‘net’ Amsterdams, oftewel Kalverstraats, terwijl op de Vismarkt het Kalverstraats werd geschreeuwd (de viswijventongval). Van de Utrechtsestraat tot de Amstel was een plattere variant van het Kalverstraats de voertaal (Botermarkts) en in de Duvelshoek verstond zelfs de duivel het niet.

Daarnaast onderscheidde Winkler ook het Franschepadsch, onder meer gesproken in het Fort van Sjako en op de Goudsbloemgracht ­­– later de Willemsstraat – waar de armsten der armen in krakkemikkige sloppen woonden. Het was een dialect rijk aan woorden en uitdrukkingen, vaak beschreven als een dieven- en bedelaarstaal.

Het Gebed-zonder-endsch kon je horen in de stegen en dwarsstraten tussen de Nes en de Nieuwezijds Voorburgwal.

In de Jordaan spraken de inwoners het bourgondische Jordanees. Foto: Stadsarchief Amsterdam

Niet 19, maar 7 dialecten

Taalkundige Nicoline van der Sijs deed onderzoek naar de 19 dialecten van Winkler. Ze gebruikte verschillende bronnen, waaronder woordenlijsten en beschrijvingen. Zo ontdekte ze dat er in de 19e eeuw zo’n 7 verschillende tongvallen te horen waren in Amsterdam.

Van der Sijs onderscheidde het Bargoens. Dit was in die periode een minderheidstaal, een zogenoemde dieventaal, gesproken door voornamelijk daklozen, landlopers, kooplieden, kermisgasten en duistere figuren. De dieventaal was geen buurtdialect: de taal was namelijk niet aan een buurt gebonden.

Daarnaast waren er in de stad 2 sociolecten: dat van de welgestelde bovenlaag op de Keizers- en Herengracht, waar veel woorden uit het Frans werden geleend, en het sociolect van de middenklasse, het Kalverstraats.

Verder ontdekte Van der Sijs dat er in het westen van het huidige stadsdeel Centrum (Haarlemmerdijk) en in het oosten van Centrum (Kattenburg) zeer verschillend werd gesproken. Zo zei een Kattenburger uit de 19e eeuw ooit trots dat hij nog nooit ‘aan het andere eind’ (in de Haarlemmerwijk) is geweest.

Het makkelijkst en duidelijkst te onderscheiden waren het volkse Jordanees en het gekleurde Jodenhoeks

Kaart van de dialecten van Amsterdam, Meertens Instituut

Een dialect dat je moet beleven

Wanneer we het tegenwoordig hebben over Amsterdams, dan wordt er al snel gedacht aan het stadsdialect gesproken door de volksklasse van Amsterdam. Plat Amsterdams en Mokums, de volkstaal die wordt gesproken door Amsterdammers die er geboren en getogen zijn.

De volkstaal kent veel invloeden uit het Jiddisch, de gemeenschappelijke taal van de Europese Joden. Een geintje uithalen. Is dat wel goochem? Maar ook de Amsterdamse geuzennaam Mokum is Jiddisch en betekent plaats of stad. Steden werden naar Joods gebruik vaak aangeduid met hun eerste letter volgens het Hebreeuwse alfabet. Zo werd Amsterdam dus Mokum Allef genoemd, waarvan alleen het deel Mokum door de jaren heen is overgebleven.

De dieventaal Bargoens ontleende veel woorden aan het Jiddisch en heeft ook grote invloed gehad op het Amsterdams. Denk bijvoorbeeld aan woorden als kassiewijle (doodgegaan), toges en tokus (achterwerk) en apehaar (tabak). Allemaal Bargoens. Maar ook bietsen, opduvelen en smeris zijn Bargoens, net als de bijnamen van de vroegere gulden, zoals knaak, geeltje, meier en rooie rug.

Om trots op te zijn

Sommige Amsterdammers proberen van hun accent af te komen, terwijl anderen het dialect juist proberen aan te leren. Maar het napraten van een echte Amsterdammer is niet te doen.

Ooit zullen er ontelbare varianten zijn geweest, meer dan de 19 buurtdialecten van Winkler en de 7 varianten van Van der Sijs, maar al die invloeden en samensmelting hebben er juist voor gezorgd dat het huidige plat Amsterdams authentiek is. Een volkstaal om trots op te zijn, een dialect dat je moet beleven. Van het Jiddisch, tot het Jodenhoeks en Jordanees.

Historische achtergrondverhalen

Wekelijks komen er nieuwe historische achtergrondverhalen bij op de nieuwspagina van de gemeente Amsterdam. Een deel van deze verhalen verschijnt ook in de gemeentekrant Amsterdam. De oplage is 523.000 exemplaren en komt zes keer per jaar uit in heel Amsterdam.

Lees hier meer achtergrondverhalen

* De verhalen die worden gepubliceerd op deze website weerspiegelen niet per se het beleid van de gemeente Amsterdam, maar zijn een creatieve uiting van de makers.