Sla navigate over

Israëliërs in Mokum

06 maart 2025
Geschreven
Centrum
Oost
Zuid
Verleden

Joden emigreerden zowel voor als na de oprichting van Israël in 1948. Amsterdam was voor velen van hen een aantrekkelijke bestemming. Mordechai Chanoeka was zo’n Israëlische emigrant. Geboren in 1931 in Tiberias streek hij na zijn militaire dienstplicht en een reis naar Canada neer in Amsterdam. Daar opende hij in 1968 de vermaarde folksongclub Jerusalem of Gold aan de Amstel 102.

Rudi Bierman, Folksong café Jerusalem of Gold. Collectie Commissie voor de Tekeningen, 1968.

Afdalen naar Amsterdam

In het modern Hebreeuws is de term voor emigratie jerida. Dit betekent letterlijk ‘afdaling’ (in status) en laat een historisch stigma zien, omdat Joden wegtrekken uit een land waar de staat Joodse immigratie nastreeft. De eerste Israëlische Joden kwamen al naar Nederland in 1952 en waren veelal studenten, sommigen met Nederlandse (groot)ouders. Zij studeerden diergeneeskunde, geneeskunde en technische en landbouwstudies in Amsterdam, Delft, Wageningen en Utrecht. Hoewel sommige studenten bleven, keerden de meesten terug naar Israël met nieuw verworven kennis en expertise. Eind jaren zestig en in de jaren zeventig kwamen er ook Israëliërs naar Nederland om te werken bij handelsbedrijven in bloemen, auto’s en juwelen. Zij richtten zelf ook kleine bedrijven op.

Jeruzalem aan de Amstel

Naar verluidt hing er een groot portret van de Israëlische militair leider en politicus Moshe Dayan in de folksongclub Jerusalem of Gold, met het kenmerkende zwarte ooglapje. Eigenaar van de club Mordechai Chanoeka, ook wel Motke Chen genoemd, haalde er artiesten uit Israël naartoe en bracht ze in contact met radio- en televisiemakers. Er werden muziekplaten opgenomen en zelfs geproduceerd, zoals bij ‘David the Red Sea Singer’. Motke vierde er joodse feestdagen en liet bezoekers zo kennismaken met Israëlische muziek en cultuur. Ook verkocht hij kova tembels uit Israël, kibboetshoedjes. Zowel Joden als niet-Joden, toeristen en kinderen bezochten de club: Amerikanen op vakantie die de laatste dagen doorbrachten in Amsterdam en (Joodse) kinderen uit tehuizen die op zondagmiddagen spelletjes deden, dansten en muziek maakten of luisterden. De Gemeente Amsterdam zorgde voor een bus om de kinderen te brengen en op te halen. Voor het negenjarige bestaan van de club organiseerde Motke een poppentheater.

Israëlische muziek

Een bekende Israëlische artiest in Amsterdam was de in Jemen geboren zangeres Miriam Zaïri. Zij begon met zingen in de befaamde Omar Khayyam-club in Jaffa en in Parijs. Ze kwam via een Israëlische club in Brussel terecht in Amsterdam. In Jerusalem of Gold maakte ze een live plaat met Hebreeuwse en Jiddische liederen. Ze trouwde met een Nederlandse (Joodse) man en bleef in Nederland. Andere Israëlische artiesten waren de Jemenitische danser Shimon Sharabi, de Marokkaanse zangers Jacques Bennes en Motke Dagan, en de in Londen geboren Shoeli Nathan, de eerste zangeres die het lied ‘Jerusalem of Gold’ zong in 1967. Motke Dagan richtte zijn eigen Shalom Club op in München. Ook Nederlandse chansonniers als Leo Fuld van het Jiddische lied, Ramses Shaffy, Liesbeth List en Udo Jürgens traden er op. Motke Chen begeleidde artiesten regelmatig met de Tof Miriam, een handdrum. De club inspireerde de Israëlische Elie Zakai, barman in Jerusalem of Gold, tot het openen van zijn eigen zaak.

Amstel 100-102, 1971. Bron: Henk Graalman, Stadsarchief Amsterdam.

Bedrijvigheid in Mokum

Elie was een Iraakse Jood en emigreerde naar Israël in 1950. Hij bezocht Nederland voor het eerst in 1963 en keerde in 1968 na de Zesdaagse oorlog terug. Eerst opende hij Espressobar International in Amsterdam-Oost en een jaar later Exodus, een espresso-grillroom aan Amstel 50. Dit deed hij samen met Sami Hulmi, ook een Iraakse Jood die in 1949 naar Israël kwam. Ze kenden elkaar al uit Israël. De Israëlische zakenpartners bereidden en serveerden het Mediterrane eten zelf. Ze hoopten dat veel mensen – Israëli’s, andere nieuwkomers, ouderen en jongeren – zich thuis voelden bij hen en “wat van de Israëlische sfeer konden proeven.” In tegenstelling tot in Israël geboren Joden emigreerden Arabische Joden twee keer: als kinderen vluchtten ze van hun geboorteland naar Israël en als twintigers en dertigers vertrokken ze zelf uit hun nieuwe thuisland Israël naar Nederland.

Verandert (Joods) Amsterdam?

De folksongclub bestond tot 1980. Hierna begon Motke een broodjeszaak aan het Gelderlandplein in Amsterdam-Buitenveldert. Specialiteiten waren de Pastrami-sandwich, viskoekjes en eiersalade. Samen met de eigenaar van restaurant Betty’s aan de Rijnstraat kochten ze Israëlische pastrami van kalkoen in. Het eten was niet rabbinaal koosjer, maar kosher style, zoals al in New York en Londen. Motke overleed twintig jaar geleden en werd begraven op de begraafplaats van de Liberale Joodse Gemeente in Amstelveen. Waarbij in 1948 tot eind jaren zeventig Israëlische emigratie vooral werd gestigmatiseerd, verschoof dit in de jaren tachtig naar voorzichtige acceptatie van deze migratiebeweging en werd dit vanaf de jaren negentig meer omarmd. De Israëliërs van de jaren zestig en zeventig vonden hun weg in (Joods) Amsterdam en bouwden er nieuwe levens op. Momenteel wonen er meer dan 10.000 Joden met een Israëlische achtergrond in Nederland, ruim dertig procent van de Nederlands-Joodse bevolking. Velen van hen wonen in en rondom Amsterdam. Het is te verwachten dat een groeiende Israëlische diaspora en Joods Amsterdam elkaar steeds meer zullen beïnvloeden en elkaar kunnen versterken: door een gedeelde Joodse identiteit, Joodse geschiedenis en erfgoed van de stad, het hedendaagse Joodse leven, de Hebreeuwse taal, Israëlische cultuur en ondernemerschap.

Auteur: Channa Zaccai

Migratiegeschiedenis Israëli’s in Nederland

Volg het onderzoek van Channa Zaccai over Israëli’s in Nederland aan de Universiteit van Amsterdam.

Lees hier

* De verhalen die worden gepubliceerd op deze website weerspiegelen niet per se het beleid van de gemeente Amsterdam, maar zijn een creatieve uiting van de makers.