In de 18e eeuw ontstonden in Londen en Amsterdam verborgen ontmoetingsplekken, beter bekend als lolhuizen. Deze ruimtes, vaak verscholen in de achterkamers van herbergen, cafés en muziekgelegenheden, boden een veilige haven voor homoseksuele mannen en gender non-conforme personen. Ver weg van de buitenwereld konden zij hier zonder angst voor veroordeling hun seksualiteit verkennen.
English version below.
In Amsterdam waren lolhuizen niet alleen plekken van plezier maar ook van expressie. Er werd geëxperimenteerd met genderrollen. Bezoekers hielden zich bezig met wat toen cross-dressing en de transmutatie van geslachten werd genoemd. Ze kleedden zich in vrouwenkleding, namen vrouwelijke bijnamen aan en organiseerden uitbundige schijnhuwelijken. Deze nieuwe vorm van bij elkaar komen markeerde een verschuiving binnen de queer gemeenschap.In plaats van de gebruikelijke machtsverhoudingen op basis van leeftijd en rolpatronen, werd de nadruk nu gelegd op genderexpressie en het delen van eenzelfde identiteit. Volgens historicus Maarten Hell was ‘de Serpent’, op de Dam, toentertijd het bekendste lolhuis van Amsterdam.
De invloed van deze vroegere subculturen is nog altijd zichtbaar in de hedendaagse queer gemeenschap. Van ‘underground drag-scenes’, tot het hebben van ‘een gekozen familie’, vaak ontstaan wanneer mensen zich niet gesteund voelen door hun biologische familie. Net als de lolhuizen van toen blijft het hedendaagse queer nachtleven, activisme en digitale platforms traditionele gender- en seksualiteitsnormen uitdagen en een veilige ruimte bieden aan hen ‘die buiten de hokjes’ vallen.
In the 1700s, clandestine interiors known as Molly houses emerged in London and Amsterdam, hidden in the back rooms of inns, cafés, and music venues. These spaces provided refuge for “wrong lovers”—gay men and gender non-conforming individuals—offering a rare opportunity to explore their sexuality and identity away from public scrutiny.
In Amsterdam, Molly houses became known not only as sites of pleasure but also as spaces where gender expression was fluid and theatrical. Visitors engaged in what was then called cross-dressing and the transmutation of sexes, adopting female attire and nicknames while staging elaborate mock weddings. These gatherings reflected a shift in queer culture: rather than adhering to the rigid active-passive hierarchies tied to age, as was common in earlier male homosexual subcultures, they centered on ‘gender inversion’ and communal identity. One of the most prominent Molly houses in our city, according to historian Maarten Hell, was the Serpent, which was once located at the Dam.
The echoes of these early subcultures can still be seen in contemporary queer spaces, from underground drag scenes to chosen families that provide alternative forms of kinship. Like the Molly houses of the past, today’s queer nightlife, activism, and digital communities continue to challenge normative structures, offering visibility and sanctuary for those who defy traditional gender and sexual roles.
Curatoren tentoonstelling Peeping Spaces: Rachel Refael en Gavin Oliver O’ Leary. Onderzoek: Rachel Refael, Gavin Oliver O’ Leary en Milena Sekulic.
Van september 2024 tot februari 2025 was de tentoonstelling Peeping Spaces te zien in Arcam. Op dit moment wordt hard gewerkt aan een vervolg van de tentoonstelling. Binnenkort meer informatie!
* De verhalen die worden gepubliceerd op deze website weerspiegelen niet per se het beleid van de gemeente Amsterdam, maar zijn een creatieve uiting van de makers.