Sla navigate over

Stranger Things

07 januari 2025
Geschreven
Hele stad
Heden. De stad maken we samen

1000 Amsterdamse kinderen maakten het boek 'Als ik de baas was van Amsterdam'. Met zelfportretten en verhalen. Over hun stad, hun wijk, hun plein, hun leven. Soms grappig, fantasierijk of ontroerend, maar vooral goudeerlijk. Een reis door verschillende plekken in Amsterdam, door de ogen van onze opgroeiende jeugd. Een cadeau aan de stad ter ere van het 750-jarig bestaan van Amsterdam.

Deze jonge Amsterdammers maakten in samenwerking met het Van Gogh Museum ook zelfportretten.

WAT ALS
Wat als ik wakker word in mijn droom, hoe zou ik dan reageren?
Wat voel ik dan? Knijp ik me?
Loop ik of zweef ik?
Droom ik?
– Livia Maria Carvalho Gerding

DIE MAN
Er was een mevrouw die liep op straat. Een man volgde haar. Ze ging rennen, maar de man ging niet weg.
Toen ze thuis was, ging de bel. Dingdong! Ze ging kijken bij het rondje bij de deur… het was die man!
De volgende ochtend zag ze die man in de winkel. En toen ze thuiskwam zat hij voor haar deur.
Ze wilde snel de deur opendoen, maar hij zei: ‘Hier is een ring.’
‘Die is van mij!’
‘Ja, die was je verloren op straat.’
– Lina Bagha

ALLES WAT IK WIL
Ik word net wakker. Deze dag voelt raar, misschien ben ik ziek.
Maar wat is er gebeurd met mijn huis? Waarom staat mijn huis in spiegelbeeld? Of was dat altijd al zo?
Ik ga maar eens naar buiten, ik heb honger. In de winkel doe ik mijn boodschappenkarretje helemaal vol. Er is een lange rij voor de kassa. Eindelijk ben ik aan de beurt. O nee! Ik heb geen geld bij me. Kon ik dit maar gratis krijgen…
‘Loop maar door, uw boodschappen zijn gratis’, zegt de mevrouw die daar werkt. Dat is raar.
Ik loop naar huis en in mijn bed denk ik na over de gratis boodschappen. Kan ik soms alles krijgen wat ik wil?
Ik wil een koekje!
Op mijn bureau verschijnt een koekje. Dat is cool. Kan dit echt? Kan ik bijvoorbeeld… vliegen? Ik sta op en ik zweef.
Later kom ik weer naar beneden. Is dit mijn eigen wereld, kan ik doen wat ik wil?
Ik heb een idee. Ik ren naar de top van het gebouw. Ik spring er vanaf… en ik vlieg. Het uitzicht is zo mooi vanaf boven.
Na een tijdje vliegen hoor ik mijn moeder roepen. ‘Bayan!’ Ik zie haar nergens.
Ik probeer weer te vliegen maar ik val op de grond. Waarom werkt het niet? ‘Bayan’ hoor ik mijn moeder weer roepen, ze klinkt boos.
Alles wordt opeens zwart. Ik lig in mijn bed.
‘Weet je wel hoe laat het is?’ zegt mijn moeder. ‘Je bent veel te laat voor school!’
– Bayan Bekour

MENSEN ZONDER WENKBRAUWEN
Er was eens een meisje. Die heette Mia. Ze was bang voor mensen zonder wenkbrauwen. Mia is heel eenzaam, want iedereen pest haar. Ze herinnert zich dat ze vroeger veel vriendinnen had, maar nu huilt ze van eenzaamheid.
– Eva Wijono

HET REGENT POPCORN
In mijn fantasiewereld zijn overal kittens en zijn er mooie bomen en bloemen. Alles is gratis. Mijn huis is een springkussen. Er zijn geen vieze mannen en er is een rivier met baby eenden en er zijn uilen en vogels en het regent popcorn.
– Manar Ziani

DE ONEINDIGE WEG
Om de hoek van de Ribesstraat is een weg die wel oneindig lang lijkt. Sommige mensen zeggen dat die weg niet af is, dus ik ging met mijn zusje de weg op. We liepen urenlang, je kon geen einde zien. Tot we opeens een busstation zagen. Toevallig hadden we onze ov’s mee. Er stond geen bus. We zochten online maar we zagen dat die halte niet bestond. Nog meer uren gingen voorbij. We aten snacks.
Toen ik me bijna omkeerde, zag ik het einde. We renden ernaartoe.
Daar lagen allemaal botten van mensen die het niet gehaald hadden. Wie heeft die botten bij elkaar gebracht? Een mysterie.
We renden terug naar huis.
De volgende dag was de weg afgesloten.
– Tenzin Geshe Tsang

HERT
Mijn naam is Bambi (hert).
Ik ben Duits van origine. Mijn verjaardag vier ik niet, dat vind ik onnozel. Mijn hobby’s zijn slapen en jagen. Ik eet het liefst muisjes, dan hoef ik zo min mogelijk te kauwen.
Mijn droom is het klimaat verbeteren, wetend dat dat waarschijnlijk niet zal gebeuren maar dromen zijn dromen, toch?
Onderweg naar het Tropenmuseum kwam ik lastig de bus in. Kinderen keken mij vreemd aan, dat ging gepaard met heel wat geschreeuw waar ik zeer onrustig van werd. Het enige dat ik wilde was het Tropenmuseum bezoeken zonder te veel te moeten lopen.
Bij de ingang van het museum wilden ze mij in eerste instantie de toegang weigeren. Een lieve mevrouw besloot het voor mij op te nemen en gaf aan dat discriminatie op grond van uiterlijk verboden is. De mevrouw achter de balie haalde haar schouders op. ‘Nou nou. Toe maar dan.’
Eenmaal binnen in het museum besloot ik me weinig aan te trekken van het geschreeuw van de bezoekers over mijn verschijning. Ik ben gewoon een hert dat een museum wil bezoeken. Heb ik eigenlijk wel gezegd hoe mooi het museum is?
– Veerjaj Singh Sidhu

LIV DE ASTRONAUT
Ik ben Liv de astronaut. Ik woon in de ruimte. Elke dag maak ik een wandeling door de ruimte. In mijn glitter ruimtepak loop ik naar de winkel. Daar koop ik melk van de Melkweg en een Mars, de specialiteit van Mars. Bloebie, de winkeleigenaar, en ik zijn goed bevriend. Ik reken af met Pluto’s en ga dan terug naar mijn station.
Vandaag wil ik naar de planeet Aarde gaan. Mijn over-over-over-over-over-over-overgrootouders woonden daar maar je kunt er nu niet meer op leven door het gas. Ik pak mijn spullen in: camera, opnameding, eten, mijn hond, en een extra pak zuurstof.
Op de aarde is het koud. Ik loop en loop en loop. Ineens zie ik iets groens. Bij Jupiter, dat kan toch geen plant zijn? Het is zo. Ik ben zo blij.
– Livia Maria Carvalho Gerdingan

ROBOTS IN AMSTERDAM
Er zijn robots in Amsterdam. Ze lijken heel erg op mensen zodat ze niet herkend worden.
Als iemand steelt doen ze laserogen zodat diegene doodgaat. En ze drinken het bloed voor energie.
In huis kunnen ze niet kijken dus daar ben je veilig.
Ik blijf binnen.
– Malik Zarki

KLEIN WEZEN
Er is een sloot bij speeltuin Zeeslag.
Daar woont een klein wezen, op een dag zag ik het in het donker. Hij is zo groot als mijn hand. Als hij honger heeft springt hij heel hoog. ‘Kom’ zei ik tegen het wezen. En toen kwam hij. Hij eet kikkers en die geef ik hem nu. Hij volgde mij naar mijn huis, soms slaapt hij buiten voor de deur.
– Younes Marcoush

SLAK
Er kwam een slak in de klas.
Papa komt met een mand met kaas. Hij doet een stap. ‘Wat is je naam?’
‘Kwakkekakkemole’, zegt de slak.
‘Dank’, zegt papa en vliegt naar de maan.
– Saifeddine Agourzil

HET GEHEIME RECEPT VAN IJSKOUD DE BESTE
Al heel lang verkochten ze bij IJskoud de beste op de Meeuwenlaan de allerlekkerste ijsjes. Dat ging heel goed, tot op een dag een wetenschapper het recept vroeg. De makers zeiden steeds nee en hij verloor na een tijdje de hoop.
Maar op een dag keek de wetenschapper nog eens goed naar de naam. Er stond IJscode de beste. Achterin de keuken was een kluis en nu zag hij ineens nummers staan bij elke smaak ijs. 5096. Hij had de code gekraakt!
De wetenschapper opende de kluis en vond het geheime recept. Er stond: Mix eieren van de goede kippen met feeënstof en melk van een mega koe en stop dat dan in de ijsgrot.
– Mahammad Kutni

EEN MAN ZONDER HOOFD
Ik was me aan het vervelen in mijn kamer toen ik een stom idee kreeg: waarom ga ik niet naar een begraafplaats?
Het zag er niet uit zoals de begraafplaats in Suriname, waar ik een keer ben geweest toen mijn opa doodging. Daar was het heel kleurrijk en groot en overal muziek.
In Nederland is het een momentje stilstaan.
Ineens zag ik een man zonder hoofd. Ik ging naar hem toe en vroeg wie hij was.
Hij rende weg.
Ik zocht urenlang, totdat ik ging graven. Daar was hij. Ik heb het met hem uitgepraat maar hij zei: ‘Ga weg, ik haat mensen met hoofden.’
Dus dat deed ik.
Toen ik thuiskwam keek ik in de spiegel. Mijn hoofd was verdwenen.
– Melody Bendt

DE BIBBERENDE IPHONE
In de wc op de grond lag een iPhone te bibberen.
‘Waarom tril je zo?’
De iPhone zei dat hij bang was.
‘Waarom ben je bang?’
‘Er is een spin in de wc.’
Ik ben ook bang voor spinnen dus ik tilde de iPhone op en rende weg. Ik nam hem mee naar de speeltuin en daar gingen we samen voetballen.
– Jay’l Pinas

I FREAKING HATE MY STUPID BAKA LIFE!
Fremo pov:
Ik zat op een ijsberg en toen zag ik de jellyfish. Ik haat hem, hij zingt de hele tijd.
‘Hou op!’ Ik schreeuw maar hij heeft mij niet gehoord. Dus ik loop naar McDonalds.
‘O nah nah nah nah nah nah nah…’
Sigh. Ik haat Antarctica.
– Isabella Goethe

Als ik de baas was van Amsterdam

Het boek 'Als ik de baas was van Amsterdam' is tot stand gekomen tijdens de SKC Zomerscholen 2024 en 2023 in samenwerking met Noordje, het Van Gogh Museum en het Stadsarchief Amsterdam. Redactie door Anna van Praag.

Lees hier meer over de stichting voor kennis en sociale cohesie (SKC)

* De verhalen die worden gepubliceerd op deze website weerspiegelen niet per se het beleid van de gemeente Amsterdam, maar zijn een creatieve uiting van de makers.