Als je hier 750 jaar geleden had gestaan dan stond je tot je knieën in de modder. Toen was Amsterdam-Noord één groot moeras. Een blubberige bende zoals de buiksloterbreekbekkikker dat zou noemen. Die kikker uit dat sprookjesboek over Amsterdam-Noord.
Maar goed, hier kwam je dus alleen als je echt niet anders kon. Dan was je hooguit een ontsnapte gevangene of een verdwaalde gek, die dan weer verdronk in het moeras of verscheurd door wilde dieren. Ja joh. En nu nog hè. Nou nee, die ‘wilde’ dieren hebben we hier niet meer. Maar ik sta hier op een behoorlijk drassig stuk grond. Ik heb altijd natte voeten…
Maar ik sta mijn mannetje. Ik ben het oudste bedrijf in Noord. Raad eens hoe oud ik ben! Ja dat vergt wel even een rekensommetje. Ik ben geboren op 1 april…houd je vast… 1835. Oud hè! Je zou ’t niet zeggen, ik weet het. Maar ik ben goed geconserveerd toch? Ja, sorry, maar een beetje ijdelheid mag toch wel?
Allemaal te danken aan Gerhard Ketjen, een apotheker uit Doetinchem. En zijn companen Jarman en Tideman niet te vergeten. Want hij deed het niet in zijn uppie. Maar je begrijpt nu wel waar mijn naam vandaan komt.
Ik ben geboren aan de Baangracht, achter de oude houten schouwburg op het Leidseplein. Maar ik ben wel snel weggejaagd hoor. Ze moesten me niet in de stad. Mensen vonden me stinken. Ze klaagden over wegkwijnende moestuintjes. Daarom ben ik in 1901, als eerste fabriek, verbannen naar Amsterdam-Noord. Ook wel het Siberië van Amsterdam genoemd. Ja, want hier in Noord was nog niets. Het was één grote kale zandvlakte.
Na mij volgden in rap tempo: Draka, Kromhout, Hollandia Kattenburg, NDSM, Shell. Noem maar op! Maar ik was de eerste hier. En de oudste dus. Nog steeds!
Inmiddels zitten we anno 2025 en word ik gezien als een historisch, monumentaal fabrieksgebouw. Maar ook modern hoor! Ik ga met de tijd mee. Ik houd rekening met het milieu. Voldoe aan alle eisen qua geluid. Ja natuurlijk! Wat denk je. Ik wil toch ook gewoon mee blijven doen.
Meer dan 150 jaar geleden ben ik begonnen als zwavelzuurfabriek. Maar die zwavelzuur was wel echt gevaarlijk hoor. Ik heb helaas behoorlijk wat ongelukken voorbij zien komen. Op de afdeling alkylfenolen – een belangrijk bestanddeel voor ik weet niet wat allemaal, medicijnen en andere dingen – kregen werknemers opeens witte vlekken in het gezicht en op hun handen. Niemand begreep er iets van! Toen werd toch maar gauw de productie ervan gestopt. Ze kregen – uiteráárd – allemaal een schadevergoeding.
Er werd verteld dat een fabriek in het Engelse Wales – zo’n drie eeuwen geleden – voor dit vuile werk het liefst stevige boerendochters aannam, want die zouden wel tegen een stootje kunnen. Hoe verzin je het? Ja, dan mochten ze wel stevig zijn, hun longen waren net zo goed binnen een paar jaar verwoest door die giftige dampen.
En dan te bedenken dat zwavel ooit magische en reinigende eigenschappen zou hebben. Odysseus bijvoorbeeld, die man uit het epos ‘de Homerus’, die 20 jaar lang op reis was, hij reinigde bij thuiskomst zijn huis met zwavel, nadat hij eerst alle minnaars van zijn vrouw een koppie kleiner had gemaakt. Ja, echt!
De oude Egyptenaren gebruikten zwavel als medicijn voor de behandeling van geslachtsziekten. En vanaf de Middeleeuwen gebruikten de goudsmeden en muntslagerijen het om zilver en goud te scheiden, hoedenmakers en bontwerkers om vilt te bewerken, graveurs en drukkerijen om koperplaten te etsen, textielfabrieken om stoffen te verven, farmaceuten maakten er kwik- en loodpreparaten mee. En ga zo maar door!
Dus… de eerste 165 jaar was ik een zwavelzuurfabriek. Tot het jaar 2010. Toen was het klaar. Ik heb altijd erg goed gedraaid; Ik heb altijd goed voor mijn werknemers gezorgd; mensen werkten hier graag. Maar de weerstand en die protesten waren ergens ook wel terecht. Ik kreeg ook wel de poëtische bijnaam ‘de wolkenfabriek’, vanwege alle witte rook uit mijn schoorstenen. Waterdamp. Maar er was op een gegeven moment ook iets met wit poeder dat neerdaalde in de tuintjes, op de daken en vrat aan de auto’s van omwonenden. Ja, dat kán natuurlijk niet. Dus op een dag stapte ik maar over op katalysatoren.
Toch voel ik me nog steeds een beetje een buitenbeentje. Ik heb zoveel bagger over me heen gekregen. Dat gaat niet in de kouwe kleren zitten, hoor. Die actiegroep Tegengif was jarenlang echt een blok aan mijn been. Dat was in de jaren zeventig en tachtig. Maar sinds het stopzetten van de zwavelzuurproductie laten ze me met rust. En terecht!
Weet je wel hoeveel gezinnen wel niet brood op de plank hadden dankzij mij? Van een fabriek met ‘een meester en zes kneggies’ ben ik uitgegroeid tot een bedrijf met meer dan duizend werknemers. Ook veel vrouwen. In het lab, op kantoor, in de kantine.
En we waren heel hecht. We voetbalden samen. We wandelden samen. Klaverjassen in de lunchpauze. Onze kinderen gingen met bussen vol naar de Efteling. We hadden ons blad, Ketjen-nieuws. En een eigen bedrijfskat, de Ketjen-Cat, die lag altijd in een van de postvakken van Ketjen te slapen.
Op de laatste vrijdag van de maand zaten we met z’n allen in de kroeg. In café Toko op de Meeuwenlaan. Hier ontvingen de werknemers hun salaris in bruine envelopjes. Moeders en vrouwen die uit het raam hingen en hun kerels naar huis riepen. ‘Joehoe, het eten staat klaar!’ Wel beetje jammer dat t loon ook weer vaak ter plekke werd opgezopen.
Eén keer zijn we overvallen! Stond er opeens een gast met een pistool. Nou konden we mooi dat koffertje met meer dan 40000 gulden afgeven. En de daders zijn nooit gepakt. Dat koffertje is trouwens jaren later wel teruggevonden. Ergens in de muur van een huis achter een keukenkastje. Wel leeg natuurlijk.
Maar ik ben wel trots op mezelf hoor. No one is perfect. Zo is het toch? En ook ik mag er zijn.
Auteur: Anna Rottier. Actrice, theatermaker, dichter, (toneel)schrijver, vertaler
Mede mogelijk gemaakt door: Museum Amsterdam Noord Deze teksten kwamen tot stand met een bijdrage van het Letterenfonds ‘Makers buiten het boek’.
Bronnen: B.Blanken en A.Leemans, Vrucht van Vitriool – 175 jaar zwavelzuurproductie in Amsterdam (A’dam, 2013) N.Wiltink e.a., Buiksloterbreekbekkikker (Amsterdam, 2014) Interviews met oud-medewerkers van Ketjen: Louwrens Abercrombie, Jannie Couwenberg
Welkom op een reis door het ruige en trotse hart van Amsterdam Noord — een buurt gebouwd op arbeid, zweet, en verhalen van alledaagse mensen met buitengewone levens. Bezoek de tentoonstelling in Museum Amsterdam Noord. En wandel door het industriële verleden van Amsterdam-Noord, waar arbeidersverhalen weerklinken in staal, steen en geschiedenis.
* De verhalen die worden gepubliceerd op deze website weerspiegelen niet per se het beleid van de gemeente Amsterdam, maar zijn een creatieve uiting van de makers.