Op 27 maart 1943 pleegt een verzetsgroep, die later de ‘Gerrrit van der Veen groep’ is gaan heten, een aanslag op het Amsterdamse bevolkingsregister. Dit deed de groep omdat de Duitse bezetters vervalste persoonsbewijzen naast de documenten uit het bevolkingsregister legden, waarmee ze hoopten fraudeurs te identificeren én daarmee zonder twijfel ook de groep op het spoor zouden komen.
De Nederlandsche Kultuurkamer was een door de bezetter ingesteld instituut, waar alle kunstenaars, architecten, schrijvers, journalisten, muzikanten, film- en theateracteurs en podiumartiesten bij aangesloten moesten zijn om te mogen werken. Hiermee werd het culturele leven gecontroleerd. Veel kunstenaars verzetten zich tegen de registratie. Zo ook celliste en dirigente Frieda Belinfante en schilder en schrijver Willem Arondéus. Beiden speelden een aanzienlijke rol in het voorbereiden en plegen van de aanslag.
Frieda Belinfante (1904-1995) werd geboren in Amsterdam. Ze kwam uit een muzikaal gezin met een Joodse vader en een niet-Joodse moeder. Vader Ary was een bekend pianist en leider van enkele muziekscholen. Vanaf haar negende pakte zij het cello spelen op.
Op haar zeventiende werd Belinfante verliefd op componiste Henriëtte Bosmans, met wie ze zeven jaar een relatie zou hebben. Vervolgens had zij een kortstondig huwelijk met een man die het na zes jaar moest afleggen tegen haar voorkeur voor vrouwen. Het was bijzonder dat zij in de jaren twintig en dertig als lesbienne door het leven ging. Homoseksualiteit werd door veel mensen niet geaccepteerd en over het concept lesbienne deed men alsof het niet bestond.
Eind jaren dertig begon Belinfante met dirigeren en werd in korte tijd succesvol, maar alles verandert door de Tweede Wereldoorlog. Ze sluit zich aan bij Groep 2000, geleid door Jacoba van Tongeren, waar ook Gerrit van der Veen deel van uitmaakt. Hier vervalste zij persoonsbewijzen en hielp tal van mensen onderduiken.
Willem Arondéus (1894-1943) werd geboren te Naarden. Hij verhuisde al snel met zijn ouders naar Amsterdam, waar zij een kostuumverhuurbedrijf voor toneelspelers begonnen. Na zijn studie keert hij in 1914 terug naar het Gooi en kwam daar in contact met kunstenaarskringen. Hij dichtte, schilderde en hield intensief dagboeken bij, waarin hij voor het eerst zijn homoseksuele gevoelens uitte. Binnen zijn seksuele en artistieke zoektocht vond hij niet wat hij zocht en ‘vluchtte’ naar Parijs. Ook daar vond hij niet wat hij zocht. Na een liefdesavontuur in Urk belandde hij weer in Amsterdam. Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog en de verplichte registratie bij de Kultuurkamer gaf hem hier een duidelijk doel: zich verzetten. Ook Arondéus sloot zich aan bij Groep 2000 en legde zich toe op het vervalsen van persoonsbewijzen.
Toen duidelijk werd dat de Duitsers de persoonsbewijzen wilden gaan vergelijken met documenten in het Amsterdamse bevolkingsregister, hielpen Willem en Frieda in 1943 mee met de voorbereidingen voor de aanslag op het register. De beramers van de aanslag maakten een plan waarbij geen doden mochten vallen. Ze moesten een plattegrond en bewakingsschema bemachtigen, springstof en politiepakken om zich te vermommen. De voorbereiding kostte vijf maanden. De actie op 27 maart 1943 was grotendeels succesvol, maar niet alle persoonsbewijzen werden vernietigd.
Bij de voorbereiding waren steeds meer mensen betrokken geraakt, ook een ex-geliefde van Arondéus. Die schept erover op, wordt verraden, gearresteerd, gemarteld en uitgehoord. Vervolgens worden 22 betrokkenen gearresteerd, waaronder Gerrit van der Veen en Willem Arondéus, die de aanslag hadden geleid. Belinfante was niet aanwezig bij de aanslag, omdat een sommige mannen geen vrouw in het gezelschap wilden. Zij vermomde zich een aantal maanden als man, en wist te vluchten naar Zwitserland en overleefde de oorlog. Na een teleurstellende naoorlogse terugkeer in Nederland vestigde zij zich in 1947 in de Verenigde Staten, waar zij een orkest oprichtte, jarenlang dirigeerde en uiteindelijk muziekpedagoog en artistiek adviseur werd. Voor de gearresteerden liep het slechter af. Zij werden eerst in eenzaamheid op ijzeren bedden vastgeketend en verhoord. Bij het showproces dat volgde in het hoofdkantoor van de Ordnungspolizei gevestigd in het Koloniaal Instituut (nu Wereldmuseum) kwamen ze bij elkaar. Er ontstond tussen de arrestanten een gevoel van saamhorigheid en trots. De terdoodveroordeelden kwamen in een gezamenlijke cel. Arondéus zorgt dat iedereen opgewekt blijft. In zijn afscheidsbrief schrijft hij: “Het is nu alles wonderlijk licht voor ons geworden en wij zijn zoo blijmoedig als ik niet gedacht had te kunnen zijn.” Arondéus werd op 1 juli 1944 gefusilleerd.
Dit artikel is een bewerking van de artikelen over Willem Arondéus en Frieda Belinfante op With Pride en een artikel over de afscheidsbrief van Willem Arondéus geschreven door het Verzetsmuseum in het kader van Queer Geschiedenismaand. With Pride is het online verhalenplatform van IHLIA LGBTI Heritage met ruim 100 verhalen over lhbtiq+-emancipatie in Nederland.
IHLIA LGBTI Heritage is het grootste lhbtiq+-erfgoedarchief van Europa en speelt een cruciale rol in het behouden, ontsluiten en toegankelijk maken van de geschiedenis en cultuur van de lhbtiq+-gemeenschap. IHLIA is gevestigd in OBA Oosterdok met een eigen expositieplein op de 3e verdieping dat dagelijks gratis te bezoeken is.
* De verhalen die worden gepubliceerd op deze website weerspiegelen niet per se het beleid van de gemeente Amsterdam, maar zijn een creatieve uiting van de makers.