Wie Amsterdam zegt, zegt water. De stad staat bekend om de vele grachten in de binnenstad, het zogenoemde Venetië van het Noorden. Maar eigenlijk zijn het niet de kanalen, maar de drooggelegde stukken land die Amsterdam hebben gevormd tot de stad die we vandaag de dag kennen. Zonder polders namelijk, nog meer dan zonder grachten, geen Amsterdam
De geschiedenis van de Amsterdamse polders begint in de vroege en hoge middeleeuwen. Een tijd waarin de kustlijn van Nederland grillig was, gevormd door de wispelturige zee. Het water was zowel een vriend als vijand. Het bood voedsel en een weg naar andere oorden, maar bedreigde ook het bestaan. Bewoners werden voortdurend bedreigd door overstromingen. Ze bedachten daarom een handig systeem van dijken, kanalen en sluizen, en besloten stukken land droog te leggen: de polder.
Een polder is in de basis niets meer dan een drooggelegd stuk land omringd door dijken, waaruit het water is weggepompt om het bruikbaar te maken. De aanleg van polders rond Amsterdam was een titanenwerk, een mix van doorzettingsvermogen en technisch vernuft. Molens speelden hierbij een cruciale rol. Zij pompten het water uit de polders, waardoor landbouw en later stedelijke ontwikkeling mogelijk werd.
Hoewel er in de 17e eeuw al veel land in en rond Amsterdam was drooggelegd, is op de kaart Amstelland, uitgegeven rond 1740 door Covens en Mortier, nog flink wat water zichtbaar. Opvallend is het gigantische De Groote Haarlemmermeer, maar er is meer. Kijk bijvoorbeeld rechtsmidden op de kaart, naar het ‘Bylmermeer’.
Het Bijlmermeer lag in een zompige wildernis vol laag en waterachtig land. Het werd voor het eerst genoemd in 1159, toen nog onder de naam Bindelmeer. Het Bindelmeer College in Venserpolder is een knipoog naar deze vroegere naam van het meer.
Ondanks de moerassige omgeving was het Bintelmeer en het bijbehorende en nabijgelegen Reigersbosch, waar reigers broedden en men op vogels joeg, enorm in trek. De heren van Aemstel, de bisschoppen van Utrecht en de graven van Holland hadden constant bonje omdat ze het niet eens konden worden over wie nou eigenaar van het gebied was en dus ook jachtinkomsten uit het gebied kon boeken. Uiteindelijk werd in 1298 besloten dat de Bindelmerebroeck, zoals het gebied werd genoemd, en het Reigersbosch definitief eigendom van de graaf werden.
In de 17e eeuw werd het Bijlmermeer in zijn geheel drooggelegd. Dat betekent niet dat het ook droog bleef. Bij de inval van de Fransen kwam de polder weer onder te staan. Ook in 1702 overstroomde de polder, dankzij een zware storm. Amsterdam en Weesp, toen nog gescheiden van elkaar, sloegen de handen ineen om samen het meer weer droog te maken.
Tot de jaren 60 van de vorige eeuw was het een rustig landelijk gebied. De grond was niet optimaal voor landbouw, deels omdat het een goede laag miste om het grondwater vast te houden. Daardoor kampte de polder met een ziltige bodem. De regelmatige overstromingen hielpen ook niet echt. Slim als ze waren, bouwden de boeren hun boerderijen aan de randen van de polder, waar de aarde nog enigszins genadig was.
In de jaren 60 kreeg de polder een nieuwe bestemming: er zouden huizen komen. Met een scheut ambitie en een flinke lading zand uit de Vinkeveense Plassen werd de polder omgetoverd tot een nieuwe woonwijk die zich ontwikkelde tot een van de meest kleurrijke buurten van Amsterdam.
Ook ‘t Hout Rack, het water dat zich uitstrekte tussen de Spaarndammerdijk, Ruigoord en Buitenhuizen, is linksboven prominent zichtbaar op de kaart. De Houtrakpolder is in 1873 drooggelegd en maakt deel uit van de IJpolders.
Eerst was de Houtrakpolder voornamelijk een agrarische streek. Maar tegen het einde van de 20e eeuw kreeg het oostelijke deel een industriële wending met de vestiging van industrieën en de realisatie van de Afrikahaven. Het gebied speelt ook een rol in de logistiek met het raccordement Amsterdam Houtrakpolder (een spoorweg niet bedoeld voor openbaar vervoer). Daarnaast is er recreatie. Een deel van het recreatiegebied Spaarnwoude ligt in de Houtrakpolder. Ook de Golfclub Houtrak heeft er een thuis gevonden.
Pas geleden is er een nieuwe natuurparel bijgekomen: de Houtrakkerbeemden. Dit natuurgebied, verrijkt met brak water uit het Noordzeekanaal, is uitgegroeid tot een broedplaats voor diverse vogelsoorten, waaronder de opvallende lepelaar. Misschien ziet u er wel eentje tijdens het broedseizoen.
Ook links op de kaart liggen ‘t Ook Meertje en het Slootermeer. Die laatste lag in de Sloterban, tussen de dorpen Sloterdijk en Sloten in. Het was een langgerekt meer, ontstaan door het zijriviertje de Slooter, dat het meer verbond met het IJ. Daardoor was er ontzettend veel vis in het Slootermeer te vinden, ondanks dat het in de zomer vaak droog stond. In 1644 werd het smalle meer drooggelegd, maar dat zou niet de laatste keer zijn. Tot 6 keer toe liep de polder door dijkdoorbraken onder en iedere keer weer werd de polder drooggemalen.
Uiteindelijk bleek een drooggemalen Slootermeerpolder toch niet helemaal wat de stad wilde. Tussen 1948 en 1956 werd een deel van de polder vergraven tot de huidige Sloterplas. Omdat er ook een strook aan de westkant is vergraven, is de Sloterplas minder langgerekt dan het oude Slootermeer. Maar de Sloterplas is wel breder.
Het charmante, ovaalvormige Ookmeertje was slechts 2 meter diep en lag vlak naast het Slootermeer. Na de indrukwekkende drooglegging van de Haarlemmermeerpolder in 1852, hield het Ookmeer stand als een kleine herinnering aan de natuurlijke staat van het gebied. Maar in 1874 kon ook het Ookmeertje de dans niet ontspringen en werd het drooggelegd. Tegenwoordig is Ookmeer een wijk in Osdorp.
Een andere gapende, waterige leegte ligt onder de dorpjes Buiksloot en Nieuwendam. Even de geschiedenis van beide in sneltreinvaart: Buiksloot was ooit een levendig polderdorp. Een dramatische dijkdoorbraak in 1514 verwoestte een groot deel van het dorp. Dat leidde tot de oprichting van Nieuwendam. Dat dorp heette eerst nog Zosenerdam en lag zuidelijker aan het IJ. Verzwolgen door een stormvloed, werd het huidige Nieuwendam meer landinwaarts op een nieuwe dijk gesticht.
Het IJ was in die tijd veel breder dan nu, zoals te zien is op de kaart. Wat daar water is, zijn tegenwoordig de Nieuwendammerham en Buiksloterham. De hammen kregen hun vorm tijdens een indrukwekkend project: de aanleg van het Noordzeekanaal. Dit project maakte het brede IJ smaller en creëerde het kanaal zoals we dat vandaag de dag kennen. Door deze veranderingen ontstonden de Nieuwendammerham en Buiksloterham.
Sporenburg en Borneo zijn ook zichtbaar op de kaart, aan de rechterzijde. De levendige wooneilanden in het Oostelijk Havengebied hebben een fascinerende geschiedenis. Rond 1700 werd een stuk van het IJ afgebakend, eerst met palen en later met een stevige dijk. Dit ingesloten watergebied stond bekend als ’t Zieke Water.
Niet echt een charmante naam, maar wel eentje die toepasselijk was. In de zomermaanden waren er namelijk veel ziekteverwekkende insecten en moerasgassen. En ‘t Zieke Water had een band met het Pesthuis. Daar werden Amsterdammers die de pest opliepen ondergebracht. Samen met het Sint Pietersgasthuis was het Pesthuis ‘eigenaar’ van het zieke water, dat zij verpachtten aan vissers. Lekker.
De polders vormen nog steeds het stedelijk landschap en leven van Amsterdam. Ze hebben bijgedragen aan de uitbreiding van de stad, het ontstaan van nieuwe wijken en het creëren van groene ruimtes. Ze herinneren ons aan de relatie met het water en hoe deze relatie het leven in Amsterdam heeft gevormd.
Denk bijvoorbeeld aan de Bijlmer: ooit een kale vlakte van water en modder, nu een bruisende wijk vol leven en kleur. Of de Houtrakpolder, waar industrie en natuur samenkomen in een uniek landschap. Elk van deze polders heeft zijn eigen verhaal. Dus de volgende keer dat u door Amsterdam wandelt, denk dan aan de grond onder uw voeten, en aan het water dat ooit was waar nu straten en huizen staan.
Wekelijks komen er nieuwe historische achtergrondverhalen bij op de nieuwspagina van de gemeente Amsterdam. Een deel van deze verhalen verschijnt ook in de gemeentekrant Amsterdam. De oplage is 523.000 exemplaren en komt zes keer per jaar uit in heel Amsterdam.
* De verhalen die worden gepubliceerd op deze website weerspiegelen niet per se het beleid van de gemeente Amsterdam, maar zijn een creatieve uiting van de makers.