Sla navigate over

400 jaar Amsterdammers in het Gooi

15 oktober 2024
Geschreven
Onze buren
Verleden

Wat begon in 1625 als investeringsproject van de Amsterdamse elite, is inmiddels uitgegroeid tot 400 jaar Amsterdamse buitenplaatsen in het Gooi. In dat jaar kochten Amsterdamse investeerders namelijk stukken heidegrond in ’s-Graveland, nabij Hilversum.

Een trekschuit was een boot die werd voortgetrokken door een paard (of soms een mens)

Trekschuit

Hun doel was tweeledig: het zand op de heide werd afgegraven en als bouwzand gebruikt voor de ophoging van Amsterdam. Dit zand werd per trekschuiten afgevoerd. Op de terugweg namen diezelfde schuiten het stadsafval uit Amsterdam mee om het gebied te bemesten. Zo ontstonden er boerderijen in regelmatige blokken in ’s-Graveland.

Behoud van natuurrijke buitenplaatsen

Aan het begin van de twintigste eeuw werd het voor veel buitenplaats-eigenaren steeds moeilijker om hun bezit in stand te houden. Veel buitenplaatsen werden verkocht, opgedeeld of bijvoorbeeld ontwikkeld tot villapark. In ’s-Graveland was het Natuurmonumenten dat sinds 1933 buitenplaatsen wist te behouden door aankoop of schenking. Zo werd Hilverbeek in dat jaar gekocht, terwijl de vereniging Gooilust in 1934 nagelaten kreeg. In de loop der jaren zou Natuurmonumenten tien van de ’s-Gravelandse buitenplaatsen verwerven. De buitenplaatsen met hun prachtige natuurrijke landschapstuinen en bossen zijn onderdeel van onze geschiedenis en worden nu behouden voor iedereen.

Amsterdamse buitenplaats. Foto: Natuurmonumenten.

Beroemde kunst in ‘s-Graveland

In de loop van de tijd groeiden veel van de boerderijen uit tot buitenverblijven van hun Amsterdamse eigenaren. Er ontstond een aaneengesloten reeks buitenplaatsen die voor de Amsterdamse elite als zomerverblijf dienden. Per boot verhuisden zo jaarlijks de regentenfamilies met een deel van hun inboedel van Amsterdam naar het landelijke ’s-Graveland. Zo ook het echtpaar Willem van Loon en Anna van Winter. In de negentiende eeuw woonden zij in de winter op de Herengracht, maar hadden zij de buitenplaats Schaep en Burgh als hun zomerverblijf. Het verhaal gaat dat de kunstminnende familie die de inmiddels wereldberoemde schilderijen van Marten en Oopjen van Rembrandt hadden verworven, deze meebrachten naar ’s-Graveland.

Marten en Oopjen van Rembrandt

Natuurmonumenten

Dit verhaal is een bijdrage van Natuurmonumenten.

De website van Natuurmonumenten

* De verhalen die worden gepubliceerd op deze website weerspiegelen niet per se het beleid van de gemeente Amsterdam, maar zijn een creatieve uiting van de makers.