Wieringen is een voormalig eiland in de kop van de provincie Noord-Holland. Tot in de middeleeuwen was Wieringen verbonden met het vasteland. Door opeenvolgende stormvloeden werd Wieringen rond 1200 een eiland. Wieringen is tijdens de VOC-tijd (1602 - 1800) het eiland geweest waar de schepen uit de Oost langs voeren, op weg naar de havens van Amsterdam, Enkhuizen en Hoorn. Ter voorkoming van verspreiding van ziekten aan de wal, werden zieke zeelui in quarantaine gezet aan de westkant van Wieringen.
Amsterdam ligt en lag in het verleden aan het IJ. Door het IJ kon Amsterdam uitgroeien tot een stad van belang. De verbinding met de zee was van cruciaal belang. Maar er deed zich een levensgroot probleem voor. De Zuiderzee was namelijk zeer ondiep – in de buurt van Pampus – maar ook op diverse andere plaatsen. Grote schepen konden in principe alleen zonder zware lading over deze ondiepten varen. Dus hoe kwam de lading aan in Amsterdam?
Hiervoor werden zogenaamde ‘lichters’ ingezet, kleine schepen waarin goederen uit het grote schip overgeladen werden. Als een schip volgeladen met goederen op de weg terug was naar Amsterdam, werd de lading bij Wieringen over geladen in de lichterschepen die vervolgens naar Amsterdam voeren. Het grote schip kwam minder diep in het water te liggen en kon daardoor over de ondiepten in de Zuiderzee naar de thuishaven Amsterdam varen.
Bijna de gehele mannelijke bevolking van Den Oever (het op één na grootste dorp van het voormalige eiland Wieringen) verdiende zijn brood met de lichterschipperij en zo was er eeuwenlang veel contact tussen de Wieringer en Amsterdamse bevolking. Vele Wieringers woonden in Amsterdam, al kwamen velen wel even terug om een bruid te vinden. Andere Wieringers keerden definitief terug en weer anderen werden Amsterdammers. Op 20-01-1642 wordt Aris Pietersz, afkomstig van Wieringen, van beroep Varensman, geregistreerd in de Poorterboeken van Amsterdam. Hij woonde in de Vinkestraat. De Wieringers woonden over het algemeen in de buurt van de Haarlemmerstraat en Haarlemmerdijk. Daar vinden we ook de Binnen- en Buiten Wieringerstraat. Ze vonden hun werk in de scheepvaart als schuitenvaarder, schuitenvaardersknecht, schipper van grotere schepen e.d.
Toen de VOC ter ziele was gegaan rond 1800 en het Noord-Hollands Kanaal was gegraven rond 1820, brak voor het eiland Wieringen een heel arme tijd aan. Met de lichterschipperij was het helemaal gedaan. Betrekkelijk veel Wieringers zijn toen definitief naar Amsterdam getrokken. Het Wieringer dialect lijkt veel op de taal van Gerbrand Adriaanszoon Bredero (1585-1618) die in zijn kluchten de gewone man de ongesmukte Amsterdamse omgangstaal liet spreken. Er zijn mensen die denken dat eilanders vroeger nooit van hun eiland afkwamen. Op Wieringen gold dat in ieder geval niet. Men kon gemakkelijk even meevaren met een lichterschip en ook snel weer naar huis terugkeren. Wieringers die in goede tijden in de 17e en 18e eeuw wat geld overhielden, belegden dat regelmatig in obligaties in Amsterdamse panden.
En nog steeds gaan Wieringers naar Amsterdam en keren ze na lange tijd weer terug naar hun ‘eigen’ Wieringen. Marijke Zuidema uit Hippolytushoef werkte vanaf haar achttiende jaar als verpleegkundige in Amsterdam. Ze woonde in een rustig stuk van de stad en leerde daar haar Amsterdamse man kennen. Ze vertelde dat ze net een week geleden was terugverhuisd naar Hippolytushoef. Wilde haar man eigenlijk wel mee van die drukke stad naar het rustige Wieringen? “Je moet wel hè!”, antwoordde hij ironisch. Marijke vond het stadsdeel waarin ze woonden te druk geworden: “Het verstedelijkte ontzettend snel daar, we zochten naar rust.” Bovendien ziet ze Wieringen als haar roots.
Auteur: Jaap Lont
De Historische Vereniging Wieringen probeert de historie van dit unieke stukje Nederland, gelegen in de kop van Noord Holland en aan de Waddenzee, zo goed mogelijk vast te leggen. De vereniging kan putten uit een rijk verleden.
* De verhalen die worden gepubliceerd op deze website weerspiegelen niet per se het beleid van de gemeente Amsterdam, maar zijn een creatieve uiting van de makers.