Wist je dat er ooit Reuzenbevers en (grote) katachtigen in Nederland hebben geleefd? Het zijn ontdekkingen van paleonthologe Antje Schreuder (1887-1952). Ze was wereldberoemd in haar tijd, maar nu toch bijna vergeten.
Antje Schreuder werd op 15 november 1887 geboren op de Nassaukade 5 in Amsterdam als dochter van Antje IJserinkhuijsen en houthandelaar Jan Casper Schreuder. Antje groeide op als tweede van vier kinderen. Ze kon goed leren, volgde de meisjes HBS en begon in 1910 met de studie Biologie aan Universiteit van Amsterdam. Ze was toen 23 jaar en een ijverige studente. Dat viel ook haar hoogleraren Hugo de Vries en Eugene Dubois op. Als Dubois een onderzoek doet naar de vegetatie van de Riekerpolder in Amsterdam West en daar planten tegenkomt die hij niet verwacht op veengrond, vraagt hij advies bij De Vries. Is er geen student die hij uitgebreid veldwerk kan laten doen? De Vries noemt de naam van Antje Schreuder. Hij prijst haar zorgvuldigheid en oog voor detail. Als Antje gevraagd wordt, stemt ze meteen in. Het is een saaie klus maar Antje klaagt niet en gaat aan de slag. Dubois is onder de indruk van de kwaliteit van het onderzoek en neemt haar in dienst als zijn persoonlijke assistente. Dat blijkt een goede zet, tot aan de pensionering van Dubois in 1927 zal Antje zijn steun en toeverlaat zijn.
Dubois staat bekend als een lastige, veeleisende man maar Antje kan goed met hem overweg. Ze heeft humor en kan goed relativeren, dat helpt. Alle werkzaamheden waar Dubois zelf geen zin in heeft, laat hij aan haar over. Ook voor het lesgeven en het contact houden met studenten schakelt hij haar hulp in. Antje heeft er plezier in en de studenten zijn gek op haar.
Naast haar werk als assistente maakt Antje haar studie af en doet ze baanbrekend onderzoek in het Belgische Tegelen naar Reuzenbevers. Haar bevindingen neemt ze op in haar proefschrift ‘Bijdrage tot meer kennis van conodontes en trogontherium’, dat zij op 19 juni 1928 verdedigt.
In 1930 neemt Antje Schreuder, na bijna 20 jaar betrokken te zijn geweest bij de Universiteit van Amsterdam, haar ontslag. Door haar fragile gezondheid kan ze geen veldwerk meer verrichten. Voortaan moedigt zij jongere collega’s aan in haar plaats te gaan. Zelf wordt ze staflid en ‘buitengewoon medewerker’ van het Zoölogisch Museum in Amsterdam (onderdeel van Artis). Als ze een beroerte krijgt en haar rechter hand niet meer goed gebruiken kan, ziet ze haar handicap als goed excuus om haar onderzoeksterrein te verleggen. “Nu ik geen grote, zware botten meer kan tillen, zal ik me bezighouden met micro zoogdieren.” Ze voegt de daad bij het woord en specialiseert zich in het uitpluizen van uilenballen, en het determineren van de kleine botresten die ze daarin vindt.
Kort na haar dood (Amsterdam, 2 februari 1952) verschijnt er een Engelstalige terugblik op het leven en het werk van Antje Schreuder in het Maandblad Geologie en Mijnbouw van het Koninklijk Neerderlandsch Geologisch- en Mijnbouwkundig Genootschap. Auteurs Van der Feen en Van Benthem Jutting schrijven: “De faam van Antje (Annie) Schreuder was zo groot dat mensen uit Groot-Brittannië, Duitsland, Hongarije, Zwitserland, Frankrijk en andere landen haar raadpleegden of hun materiaal ter bevestiging stuurden. Met al deze collega’s onderhield ze een levendige correspondentie, waarbij ze ervaringen en publicaties uitwisselde. Ze streefde nooit persoonlijk gewin of eer na, maar werkte alleen voor het welzijn van anderen en van de wetenschap.” Aan het artikel is de lijst van wetenschappelijke publicaties van Schreuder toegevoegd.
Van het privé leven van Antje Schreuder is weinig bekend. Via het Stadsarchief van Amsterdam weten we dat ze op de Amstel 171 en in de Dongestraat 6 heeft gewoond. Ze is single en zonder kinderen gebleven, 64 jaar geworden en begraven op De Nieuwe Ooster in Amsterdam.
De Werkgroep Pleistocene Zoogdieren stelde in 2023 een shortlist op van ijstijdzoogdieren die in ons land leefden tijdens het Pleistoceen. De uitgestorven dieren kregen elk hun eigen ambassadeur om hen naar de titel van Nationaal IJstijdzoogdier te helpen. Antje Schreuder werd postuum ambassadeur van de Reuzenbever.
De Zaak Muurbloem – Maak vrouwen zichtbaar – wil Antje Schreuder in de schijnwerpers zetten. Dat doen we met dit verhaal, met een Wikipedia en het brengen van een persoonlijke ode in het kader van ‘Vrouwen van Amsterdam’ van het Amsterdam Museum. We onderzoeken de mogelijkheid om bij haar geboortehuis een plaquette te plaatsen.
De Zaak Muurbloem deelt verhalen over Amsterdamse vrouwen die een belangrijke rol hebben gespeeld voor de stad en haar bewoners maar toch in de vergetelheid dreigen te raken. Het zijn vrouwen die zich weinig aantrokken van gangbare waarden en normen van hun tijd. Ze kozen hun eigen weg, zoals een echte Amsterdammer betaamt. Hun verhalen laten zien dat het goed is om volhardend te zijn en je hart te volgen. Dan kom je ergens!
* De verhalen die worden gepubliceerd op deze website weerspiegelen niet per se het beleid van de gemeente Amsterdam, maar zijn een creatieve uiting van de makers.