Sla navigate over

De hartslag tussen hardware

11 juli 2025
Geschreven
Nieuw-West
Zuid
Toekomst
Verhalenwedstrijd
Opgroeien in Amsterdam
ToekomstTiendaagse

Jongeren van scholen in het voortgezet onderwijs in Amsterdam deden mee aan een verhalenwedstrijd in het kader van de viering van Amsterdam 750, met als startpunt: “Mijn Amsterdam in de toekomst”. Dit is het verhaal van Maria.

De hartslag tussen hardware

Het was 2055. Amsterdam rook niet meer naar de overnemende geur van wiet in de Jordaan, of naar diabetische stroopwafels, maar naar elektrisch geladen plastic lucht. Ik ben Maria. Een 18-jarige student die pas afgestudeerd is van DENISE aan de Piet Mondriaanstraat, en een droom wil achtervolgen: psychologie studeren aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Maar psychologie in een technologiewereld studeren, is net als oude boeken in een digitale bibliotheek, waardevol, maar vergeten.

“Ik wil mensen helpen”, had ik altijd gezegd. “Met hun dromen, angsten, gevoelens”. Toen ik voor de spiegel keek, zag ik een klein meisje dat altijd al een psycholoog wilde worden. Maar niet zomaar, nee. Ik weet hoe het is om in stilte te lijden. Er voor anderen zijn is waar ik het beste in ben. Ik voel de pijn van anderen als mijn eigen, en in een wereld zoals nu, wil ik er zijn voor anderen. Dat is de reden waarom ik met een hand over mijn hart trots zeg; “Ik wil een verschil maken.”

Maar al deze verlangen werden ingehaald door technologie. Inmiddels waren AI- systemen het “it”. Therapie werd aangeboden door contactlenzen, je emoties en gedachten werden geanalyseerd door een slimme spiegel, en digitale assistenten fluisterden diagnoses in je oren. Zo veel moeite, maar niks kon de echte tranen in ons begrijpen.

Op weg naar de VU, langs Lelylaan, keek ik uit het treinraam. Alles was glanzender dan normaal, veel stiller ook. Het voelde net alsof de stad zijn ziel had ingeleverd voor efficiëntie en moderniteit. Ik kan me de dagen van constructie nog voor me zien.

De goede tijden toen we iedere pauze naar de Abi Patat gingen voor de lekkerste Turkse pizza’s en fijne diepe gesprekken van de beheerders. De geur van versgebakken patat, het geluid van lachende scholieren, de warmte van vriendschap namen de plek over. En nu? Nu is de stad verstikt onder een kille laag metaal die men “vooruitgang” noemen.

Tijdens mijn toelatingsgesprek aan de VU, werd ik verwelkomd door een holografische robotfiguur. Waarschijnlijk de coördinator, die een veelste kalmerende stem had en mij slechts een vraag stelde: “Waarom wil jij nog een psycholoog worden, Maria, als onze systeem 99.9% effectiviteit garandeert in traumaanalyses?”

De kamer was wit als een wolk, maar gevoelloos. Ik stel me voor dat iedere kamer er zo zal uitzien in de toekomst. Geen gevoel voor mensen of decoratie, maar simpelweg overgenomen door betwetende robots. Ik voelde me als een opgejaagd wild dier in een stille kooi. Totdat de robotarm me aantikte op hetzelfde tijdstip en me matcha aanbiedt. In een kamer, vol simulatie en stilte, zei ik hardop: “Ik ben geen algoritme, ik weet hoe het is om mens te zijn, te voelen, te denken, om met anderen op een diepe manier te connecteren.”

Er was lege stilte. Geen tikkende toetsenborden, ritselende papieren, maar alleen mijn ademhaling als een echo in een gevoelloze omgeving. Pas na een maand kreeg ik een bericht binnen. Ik werd aangenomen aan de VU, maar niet voor psychologie. Voor “Menselijkheid in een digitale tijd.” Ironisch, dacht ik. Alsnog bleef ik verder schrijven.

Aan een café langs de Amstel, tussen geuren van espresso en kaneel, hoorde ik stemmen. Menselijke stemmen, gesprekken, diepe connecties. Geen data, geen analyses. Gewoon een verbinding met elkaar en de sfeer van blijheid. Zodra ik mijn pen neerlegde, voelde ik een leegte overnemen. Ik begon te denken, was het het nog waard? Niks kon de beste technologie meer overtreffen, zelfs niet met de kennis van miljoenen psychologen. Maar toch, dat is waar ik het voor deed: de menselijke aanraking, de authenticiteit van gesprekken, de herinneringen opgebouwd. De nieuwste technologie kon dit zelfs niet repliceren.

Amsterdam leefde nog, maar in lagen. Zelfs onder de metalen oppervlaktes klopte een hart zachtjes. Niet te overweldigend, maar zeker wel aanwezig. En ik? Ik liep door de stad, zoekend naar mijn plek in deze AI overgenomen wereld. Waar zou ik mijn stem nu nog kunnen uiten? Mijn empathie die diep gegraven is onder algemene AI kennis? Misschien moest ik het gewoon blijven doen. Blijven luisteren, blijven voelen, zelfs als de metalen stemmen fluisterden.

Maar ergens diep vanbinnen vroeg ik me af of ik ooit echt een verschil zou maken. Of was ik gewoon een echo die weg zou vervagen.

Auteur: Maria
School: Denise

* De verhalen die worden gepubliceerd op deze website weerspiegelen niet per se het beleid van de gemeente Amsterdam, maar zijn een creatieve uiting van de makers.