In de nacht van vrijdag op zaterdag 15 november 1924 verspreidt Friedrich Rosenau, zoon van een toneelspeler en een pianiste, met twee kameraden een pamflet in de Jordaan: Brand Levensgevaar Brand.
Rosenau is chef-operateur bij de Scala-bioscoop aan de Haarlemmerstraat. Zijn twee medestanders werken bij Cinema Hollandia en het Apollo-theater, beide aan de Haarlemmerdijk. De bioscopen trekken veel publiek uit de Jordaan. Rosenau is ook tweede voorzitter van de Bond van Werkers in het Amusementsbedrijf, aangesloten bij het Plaatselijk Arbeids-Secretariaat, de Amsterdamse afdeling van het communistische Nationaal Arbeids-Secretariaat.
In de jaren tien en twintig van de twintigste eeuw opent in Amsterdam de ene na de andere bioscoop haar deuren. In 1912 verrijst op de Prinsengracht het Prinsentheater, op de Overtoom het Olympia Paleis en op de Haarlemmerdijk Tavenu dat als Cinema Hollandia verder gaat en sinds 1971 The Movies is, de oudste bioscoop die in Amsterdam nog in bedrijf is. In meer dan tachtig theaters kunnen Amsterdammers het laatste nieuws vinden en zich met een filmvoorstelling vermaken.
Bioscoopbranden maken in die tijd regelmatig dodelijke slachtoffers, want de nitraatfilms zijn zeer brandgevaarlijk. Om snel in te kunnen grijpen eist de Amsterdamse brandweer dat twee operateurs in de cabine aanwezig zijn (waarvan één leerling mag zijn), beide door de brandweer gediplomeerd.
De veiligheid in de bioscoop en het beschermen van de positie van gediplomeerde operateurs zijn speerpunten voor Rosenau’s vakbond. Gefrustreerd omdat het gezag niet ingrijpt als werkgevers de veiligheidsvoorschriften niet serieus nemen, besluiten Rosenau c.s. op eigen houtje het publiek te mobiliseren met een anoniem pamflet.
De brandweer zou ongeschoold personeel oogluikend toestaan en diploma’s uitdelen aan ‘koekebakkers of slagers’. Werkgevers en overheid zijn twee handen op één buik: de Bond ziet het als een waar complot.
De Bond van Werkers seint de autoriteiten regelmatig in over misstanden, ondeugdelijke machines of gebrek aan gediplomeerd personeel. Vanaf de zomer slepen de onderhandelingen van Bond en werkgevers over een minimumloon voor operateurs zich voort.
Vier werknemers van Scala, Apollo en Cinema Hollandia, waaronder Rosenau, worden door de directie beschuldigd van verspreiding van het pamflet en op staande voet ontslagen. De Bond ontkent elke betrokkenheid. Werknemers van Scala, Apollo en Cinema Hollandia leggen uit solidariteit het werk neer en worden eveneens weggestuurd. De ontslagen zijn voor de Bond reden om openlijk in het geweer te komen.
Op zondag 16 november is het onrustig in de Haarlemmerstraat. De politie voert charges uit tegen het publiek uit de Jordaan. De werkwilligen worden buiten Scala opgewacht. Een taxi die hen vanaf de bioscoop zou vervoeren weigert daaraan mee te werken. Uiteindelijk begeleidt de politie hen naar huis.
Twee weken later heeft de staking zich uitgebreid naar elf bioscopen. Ook nieuwe stakers worden ontslagen, waardoor het totaal op zesendertig komt. Inzet van de staking is ongedaan maken van het ontslag van alle stakers, want die zijn ‘veroordeeld tot den hongerdood.’
De Bond van Werkers claimt dat de staking een succes is: zondag 23 november bezoeken maar zeventig mensen de Scala Bioscoo, terwijl de bioscoop met duizend zitplaatsen op zondag altijd drie keer is uitverkocht. Ook Apollo merkt de gevolgen, de Bond constateert juichend dat zij die dag slechts veertig bezoekers ontvangt op een capaciteit van vierhonderd.
De Bond publiceert een ‘Lijst van onderkruipers’ met tweeëndertig namen, adressen en functies van collega’s die weigeren het werk neer te leggen. Onder de aanhef staat: ‘ze noemen dat werkwilligen’.
Ook tegen bezoekers wordt strijd gevoerd. Haringkoopman Van Bavel – met een kraam op de brug van Haarlemmerstraat en Singel – negeert een postende staker en stapt de Nassau-Bioscoop binnen. Als dit in de krant wordt gemeld, werkt de intimidatie: het was een misverstand, zegt Van Bavel, hij steunt de stakers wekelijks ‘met een flink bedrag.’
Het P.A.S. overlegt tevergeefs met de werkgevers, de nationale vakbond N.A.S. lukt het in een laatste poging evenmin. De stakers mogen van de werkgevers terugkomen, maar de vier aanstichters blijven buiten de deur. Niet alleen in Amsterdam maar in heel Nederland.
Het P.A.S. is zeer ongelukkig met het amateurisme van het stakingscomité. Dat heeft door een onbezonnen actie ontslagen uitgelokt, terwijl de kans op het binnenhalen van het minimumloon aanvankelijk groot was.
Het P.A.S. vermoedt dat de Bond bij het inzamelen van steun fraude heeft gepleegd. Het bestuur van de Bond wordt door hen na zeven weken gedwongen de handdoek in de ring te werpen.
Een nieuw pamflet, ondertekend door ‘De ex-stakers’, meldt dat geen sprake is van brandgevaar. Dat is hun ticket om weer in dienst te kunnen komen. Van terugkeer van de vier aanstichters is geen sprake. Het P.A.S. weigert de vier financieel te steunen.
De stakingsleiding hoeft niet meer aan te kloppen: ‘Het P.A.S. heeft lessen opgedaan die in de toekomst moeten voorkomen dat (…) P.A.S. als uitbuitingsterrein kan dienen om nieuwbakken generaals eenige dagen in uniform te laten loopen, om daarna met leger en al van het tooneel te verdwijnen.’ Zou de schrijver geweten hebben dat Rosenau de zoon van een toneelspeler is?
Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1927 stelt Rosenau zich kandidaat voor de raad met de partij Werkers in het Amusementsbedrijf. Ze krijgen 564 stemmen, te weinig voor een zetel.
Als Friedrich Rosenau in oktober 1941 als tweeënvijftig jarige voor de tweede keer in het huwelijk treedt vermeldt de trouwacte als beroep… elektricien-opérateur. Waar hij weer op het toneel is verschenen vertelt de geschiedenis niet.
Door: Eric ten Hulsen. Auteur van de roman De wezen van Amsterdam.
Henk Stokking krijgt een briefkaart van een Amsterdamse historicus, die meer dan veertig jaar dood is. Dan volgt een foto van zijn vader, die hij niet heeft gekend. Zijn gemis heeft hij nooit onder ogen kunnen zien. Een mysterieuze ontmoeting leidt hem naar het Amsterdam van 1877. En naar de Hartshoorngang in de Jordaan, die zijn poort is naar het oude Amsterdam. Vindt hij zijn vader?
* De verhalen die worden gepubliceerd op deze website weerspiegelen niet per se het beleid van de gemeente Amsterdam, maar zijn een creatieve uiting van de makers.