Jongeren van scholen in het voortgezet onderwijs in Amsterdam deden mee aan een verhalenwedstrijd in het kader van de viering van Amsterdam 750, met als startpunt: “Mijn Amsterdam in de toekomst”. Dit is het verhaal van Shayan.
Het is het jaar 2100.
In de periode van driekwart eeuw heeft Nederland alle oceanen gedroogd en in allerlei grachten opgesloten. Nederland veroverde landen met zijn groeiende macht, en in 2098 werd wereldleider door het beheersen van de Aarde zelf. Ze regeerden onder geen rood-wit-blauw, maar onder de vlag van de NWC. De Nederlandse Wereldwijd Compagnie.
Amsterdam werd het kloppende hart van de wereld, een megastad met grote gebouwen, enorm lange boerderijen en de beste economie in de geschiedenis van de mens. Ze hadden ook de Maan gekoloniseerd.
Maar alles komt op een einde.
Een buitenaardse ras, die de Coloniarchen heet, vond Aarde en voelde zich bedreigd. Ze waren een ras die duizenden planeten heeft gekoloniseerd en hervormd. Ze waren bedreigd door te zien dat een inferieur ras hetzelfde deed met hun planeet. Dus begonnen zij met hun ‘rechtvaardige’ straf.
De Coloniarchen vernietigden niet. Ze hervormden. Ze herschapen wereldwonderen tot groteske kunstwerken van straf en waarschuwing. Ze hebben de Eiffeltoren samengeperst tot één kleine ijzeratoom. Ze hebben de piramides binnenstebuiten gevouwen en lieten eeuwig lang zand bloeden. Het Vrijheidsbeeld werd een levende organisme en kon alleen in vreemde talen haar verdriet zingen.
Voor het wereldcentrum Amsterdam had de Coloniarchen een ander idee. Amsterdam werd niet vernietigd, maar gevangen in een eeuwig perfecte dag onder een glazen koepel. Als je er in stond, zou je de bevroren melancholie zien. De stille parade, echtparen die op de bruggen stonden te kussen, straatmarkten die voor eeuwig dezelfde dingen verkochten. Het was alsof Amsterdam één groot kunstwerk werd.
In de jaren 2090 was Martin Brugman een officiële stadsbewaarder. Hij probeerde de oude gebouwen en levende geschiedenis te bewaren. Hij wilde alleen de stad zoals het was behouden. Toen de Coloniarchen kwam, werd zijn missie nog belangrijker. Hij was verzet tegen de misdrijven van de Coloniarchen. Voor een paar jaar was hij succesvol. Hij herbouwde gebouwen en gaf shelter aan de duizenden daklozen. Toen de hemel grijs werd, begon hij de generators te fixen om licht te schijnen tijdens de allerdonkerste nachten in de zomer. Maar alles komt op een einde.
Tijdens Martins poging om Amsterdam te redden, vonden de Coloniarchen hem. Ze hebben hem gevangen en herschapen tot een post-menselijke wezen. Ze noemden hem de Geheugenwacht, omdat hij alles onthield maar niets kon herstellen. Hij leek op een onheilige gemengd bakstenen, mos, elektriciteitsdraden, en een klok als gezicht. Hij leek alsof een peuter hem had getekend. Omdat hij een stadsbewaarder was, hebben de Coloniarchen hem ingezet als de soldaat van Amsterdam. Het enige wezen in Amsterdam kon bewegen. Hij zou altijd in de aanwezigheid van anderen zijn, maar hij zou eeuwig alleen zijn.
2907 A.D.
In slechts minder dan duizend jaar heeft de Coloniarchen alles op aarde vernield. De aarde werd een kunstmuseum van misvormde herinneringen. De Chinees Muur werd een grote toren tot hemels geworden, zoals de Toren van Babel. Iedere baksteen was gemaakt van de botten van miljoenen, en op de hoogste verdieping zaten de lijken van de regeerders van de NWC in grote watertanks.
Eeuwig bevroren in de tijd, net als Amsterdam.
Het Colosseum werd een grote spijsverterende orgaan herschept, die voor altijd de schreeuwen van soldaten uitlekte. Het klokgelui van de Big Ben verbrijzelde botten voor mijlen. Iedere dag om 12:00 uur leefden geen mensen. Alleen allang gebroken skeletten. Amsterdam bleef stil. Maar voor 807 jaar heeft de Geheugenwacht op elke baksteen in de hele stad oude liederen getekend. Als een soort verzetsstrijd tegen de Coloniarchen.
Tweeduizend jaar later, op een koude dag, vluchtten de Coloniarchen ineens weg. Niemand weet waarom ze vertrokken, maar op die dag ging de zon -voor het eerst in een lange, lange tijd- weer schijnen. Steeds herinner ik me hoe de warmte van de zon mij eerst aanraakte. Zeker ben ik verkeerd, maar op die dag hoorde ik -in de stilte van Amsterdam- de stem van een ander wezen. Alsof iemand eindelijk succesvol was in het verzet tegen de Coloniarchen.
Eeuwen later verscheen een klein gaatje in de Koepel. De kooi was eindelijk gebroken. Martin ontsnapte en wekte de stad op met zijn maagdelijke stem door middel van zijn liederen. Zijn liederen van verdriet, herinneringen, en verbeelding. Alle woorden op elke baksteen in de stad gloeiden tot leven. Martin zong naar de stad: “Ze heeft je eeuwenlang vergeten, maar ik zal je nooit vergeten.”
Op die dag begon Amsterdam, en zelfs de hele wereld te dromen. Dromen van een betere wereld. Een wereld die de resultaten van de misdrijven van de Coloniarchen nooit heeft meegemaakt. Door zijn dromen groeide er een verzet tegen de Coloniarchen. Een droom dat alles eindelijk goed zou komen. Dat de wereld op een dag zou terugkeren naar zijn Gouden Eeuw.
Geen oude geheugens. Het is tijd voor nieuwe.
De aarde is lang verdwenen. Gebouwen zijn tot stof gereduceerd. Er is geen teken of spoor van de menselijke ras, of zelfs de Coloniarchen. Er is alleen een litteken van de mens. Een paar honderd bakstenen met rare woorden en symbolen ingeschreven, op de plek waar een grote onbekende stad oorspronkelijk stond -onder een glazen koepel.
De aarde is stil. Niks bestaat of beweegt. De zon is lang uitgestorven. Er is alleen de leegte, en ik. Maar in de leegte zingt nog een wezen de naam van vergeten stad: “Ik zal je nooit vergeten.” Alles is uitgestorven. Maar de geheugens van het verleden blijven eeuwig levend. En dat is genoeg.
Auteur: Shayan School: Denise
* De verhalen die worden gepubliceerd op deze website weerspiegelen niet per se het beleid van de gemeente Amsterdam, maar zijn een creatieve uiting van de makers.