Het Stadsarchief heeft bijna 750 jaar aan documenten. Waaronder hele bijzondere en griezelige. Zoals een rekening van een beul uit december 1746. Een reis terug in het duistere verleden van de openbare straffen op de Dam.
Vroeger werd er heel anders gedacht over straffen dan tegenwoordig. En dat ging er niet zachtzinnig aan toe. Lijfstraffen waren heel normaal. Ook de doodstraf werd in het openbaar uitgevoerd op de Dam. Die gebeurtenissen trokken veel mensen aan, die de gruwelijkheden wel even van dichtbij wilden zien.
Voor de publieke executies werd aan het toenmalige stadhuis op de Dam (nu: Paleis) een houten schavot gebouwd. De gaten waarin de balken werden geschoven zijn tegenwoordig dichtgemetseld. Maar wie goed speurt kan ze nog vinden in de voorkant van het paleis. Op het schavot werden de straffen door een beul uitgevoerd. De klokken werden geluid en de vonnissen werden in het openbaar voorgelezen.
In geval van ernstige misdaden, waarbij mogelijk de doodstraf van toepassing was, kon men besluiten een ‘scherp examen’ uit te voeren. De doodstraf werd namelijk alleen uitgevoerd als een verdachte bekend had. Men ging ervan uit dat de verdachte zich als hij gemarteld werd niet meer kon concentreren op zijn leugens en dus wel de waarheid moest vertellen.
De doodstraffen werden altijd als eerste voltrokken, daarna voerde de beul de mindere zware straffen uit. Op 17 december 1746 ging het om 8 straffen. 7 mensen werden gegeseld en 5 kregen ook nog een schandstraf. Zij werden te kijk gezet met een bord op hun borst waarop geschreven stond wat zij hadden misdaan. Maar eerst werd de doodstraf van moordenares Hendrina Wouters voltrokken. Dit alles werd verricht door de provinciale ‘scherprechter’ uit Haarlem. Hij kwam die dag speciaal naar Amsterdam en diende de rekening achteraf in.
De eerste 13 regels van de rekening van de beul beschrijven de straf van Hendrina Wouters. Ze werd ‘levendig gerabraeckt met agt slagen’. Vervolgens werden haar hoofd, rechterhand en benen afgehakt. Het hoofd werd op het galgenveld op een spies gezet, de rest werd op een rad geplaatst. Zoals gezegd: beschaafd ging het er niet aan toe.
De beul verdiende die dag 210 gulden met de uitvoering van de acht straffen. Ter vergelijking: een metselaar verdiende in dat jaar 1 tot anderhalve gulden per dag. Het wrede werk werd dus goed betaald. De openbare straffen op de Dam duurden nog even voort. Op 22 november 1854 werd de laatste doodstraf voltrokken. De lijfstraffen waren al eerder afgeschaft.
Het Stadsarchief bezit een schat aan historische documenten. Veel stukken zijn ook online in te zien. Daarnaast heeft het archief ook een uitgebreide online beeldbank met bijzondere foto’s uit de Amsterdamse geschiedenis.
* De verhalen die worden gepubliceerd op deze website weerspiegelen niet per se het beleid van de gemeente Amsterdam, maar zijn een creatieve uiting van de makers.