Ja, je leest het goed: het spookt in Amsterdam. De stad wemelt van de geesten en duvels, en we hebben zelfs een poepgooiend ossenspook. Als we de volksverhalen tenminste mogen geloven. Benieuwd waar die spoken zich verstoppen? Lees dan even verder. En misschien ga je vanavond zelf op spokenjacht, als je durft.
Volksverhalen zijn overal en nergens. Niemand weet precies waar ze vandaan komen of wie ze ooit als eerste vertelde. Ze worden vaak mondeling doorgegeven, en belanden niet zomaar op papier. Totdat het Meertens Instituut in de jaren 60 en 70 een goed idee kreeg: een groot verzamelproject! Meer dan 20 mensen trokken het land door, op zoek naar vertellers. Ze kwamen terug met verhalen vol schimmen, schaduwen en spokerijen.
Neem bijvoorbeeld Shelter, de club die in de kelder van de A’dam Toren huist. Hier werden eeuwen geleden de lijken van het galgenveld gedumpt, in een put die nu onder de dansvloer ligt. Men zegt dat bezoekers soms een ijzige kou langs het lichaam voelen strijken en een onbekende stem horen fluisteren tussen de beats door.
In het huis met de bloedvlekken woonde oud-burgemeester Coenraad van Beuningen. Na een inzinking werd hij waanzinnig. Hij dwaalde langs de Amstel terwijl hij in zijn eigen armen sneed. De muren van het huis zouden nog steeds met graffiti van zijn eigen bloed bedekt zijn, die onmogelijk weg te schrobben is.
Andere spokerijen spelen zich af op de Zeedijk ter hoogte van de Spooksteeg, in het huis van het verdoolde schaap. Leerlooier Gerhards woonde daar met zijn 2 dochters, Helena en Dina. Helena was bloedmooi, maar ook een onuitstaanbaar kreng, een sekreet, terwijl haar zus Dina ‘ranker, bleker en zachter’ was. Toen de passerende zeeman Wout verliefd werd op Dina – en zij op hem –, was Helena stikjaloers. Ze probeerde hun geluk te verstoren met leugens en bedrog. Dat lukte.
Dina ontdekte later dat haar zus de relatie had gesaboteerd en dreigde de waarheid te vertellen, dus gooide Helena haar in het keldergewelf onder het huis en sloeg ze haar de hersenen in. Helena’s misdaad bleef onbestraft, en uiteindelijk trouwde Wout met Helena, maar gekweld door schuldgevoelens stierf zij binnen 3 jaar. Op haar sterfbed bekende ze haar gruweldaad, waarna haar man haar vervloekte: ‘Wees verdoemd, zustermoordenares, je zult ronddolen op de plaats van je misdaad tot in eeuwigheid.’ 20 jaar later begon het in het huis te spoken, en weerklonken gekerm, geschreeuw en geklaag door de straat. Zo zou de Spooksteeg aan zijn naam zijn gekomen.
Aan de andere kant van de binnenstad, in de Bloedstraat, is de oorsprong van de naam net zo macaber. Hier was ooit een klooster, het Minderbroedersklooster, en de kerk van de Grauwe Monniken. Het klooster had een ‘bloetcamer’ (operatiekamer) die ook als martelkamer werd gebruikt, en later zou het de zetel zijn van de Bloedraad van Hertog Alva, waar opstandige protestanten aan de tand werden gevoeld.
Maar niet alle spokerijen zijn even sinister. Soms zijn ze zelfs een beetje grappig. Zoals bij het ossenspook, dat iedere derde vrijdag van de maand opdoemde in de Ossenspooksteeg. Een lange witte geest met vuurrode ogen die schippers bestookte met paardenpoep. Lekker fris. Overigens zou hij ook de nekken van kindjes hebben omgedraaid, dat was minder leuk.
Over kindjes gesproken, wat dacht u van de behekste weeskinderen bij de Oude Kerk op de Wallen? De katholieke dame Jacoba Bam zou de kinderen met hekserij hebben vervloekt, waarna ze als katten de muren van de kerk beklommen, hun bebloede handen tegen het glas drukten en de klokken luidden. Ze zongen: ‘Wij zullen hier niet van daen gaen, of Bametje zal in ’t vuure staen.’ De schout werd er gek van en er werden exorcisten en duiveluitbanners ingeschakeld om de weeskinderen te genezen, maar niemand slaagde. Totdat Bametje wegens hekserij gevangen werd genomen. Toen keerde de rust terug.
Ook het Huis met de Hoofden herbergt een duister verhaal. Hier onthoofde het dienstmeisje Elsje 6 bandieten met een bijl, om daarna rustig verder te breien. Een daad van heldhaftigheid die zowel huivering als bewondering oproept. Overigens is er in de 17e eeuw nog een Elsje die met een bijl in de weer ging: zij sloeg haar hospita dood met een bijl en vluchtte in het water van het Damrak.
Over het Huis met de Hoofden gaat ook een ander verhaal rond: het dienstmeisje zou niet Elsje heten, maar Anna. Zij zou 5 van de 6 rovers die probeerden in te breken hebben onthoofd. Daarna trouwde ze met een knappe knecht die even na de poging tot beroving kwam werken in het huis. De knecht bleek de zesde rover te zijn en probeerde haar te vermoorden als wraak voor de dood van zijn broers. Dit mislukte. Anna maakt ook korte metten met hem, onthulde zijn roversnest en sleet de rest van haar dagen veilig en gelukkig met familie. Eind goed, al goed.
En zo zijn er nog meer vreemde spookverhalen. Uit het kruidenpakhuis aan de Hooghkamersgang 1 verdween een nonnenschedel, waarna het begon te spoken. In het huis met de gouden ketting pleegde de weduwe Rauws zelfmoord nadat haar man om het leven was gekomen bij een grote brand in de Schouwburg. Sindsdien doolt ze door het pand. Op de Zeedijk zou er een ‘zuchtend, kermend en schreeuwend wonderspook’ rondlopen dat bezoekers en buren het leven zuur maakte met zijn gehuil. Er werd zelfs een lied over geschreven, misschien was het wel een pasgeboren baby. En op het Spui zou een Poltergeist huizen, een Duitse ook nog. Spokerijen, overal.
Het spook op de Haarlemmerdijk, dat stoelen en tafels verschoof en huilde in de nacht, bleek uiteindelijk helemaal geen spook te zijn, maar het jonge dienstmeisje Trijntje Abrahams, die haar ‘baas’ bang wilde maken zodat ze geld uit de tas van zijn vrouw kon stelen. Ze werd veroordeeld tot 14 dagen op water en brood en moest een schandtocht afleggen rond de Vismarkt, zoals Cersei in de televisieserie Game of Thrones. Shame, shame.
Het moge duidelijk zijn: de grachten en stegen, donkere zolders en kelders van Amsterdam lenen zich perfect voor spokerijen. Of u nu gelooft in geesten of niet, een avondwandeling door de stad voelt toch anders wanneer u weet wat zich achter de gevels heeft afgespeeld. Wie durft er vanavond een kijkje te nemen op de Zeedijk of in de Bloedstraat? Misschien hoort u wel het kermen van Helena. Of een zacht gelach tussen de muren van het huis met de hoofden.
Hoofdfoto: Oudezijds Achterburgwal, achterzijde van de Zeedijk, gezien naar de brug voor de Spooksteeg, Stadsarchief Amsterdam
Wekelijks komen er nieuwe historische achtergrondverhalen bij op de nieuwspagina van de gemeente Amsterdam.
* De verhalen die worden gepubliceerd op deze website weerspiegelen niet per se het beleid van de gemeente Amsterdam, maar zijn een creatieve uiting van de makers.