Sla navigate over

Hoe verdwenen de Amsterdamse krotten?

08 mei 2025
Geschreven
Centrum
Hele stad
Verleden
Heden
Verdwenen uit het straatbeeld

In de 19e eeuw werd Amsterdam een deels verkrotte stad. Door de industriële revolutie trokken vele tienduizenden armen naar de steden. Veel gezinnen leefden in stinkende en donkere kelders. Of met zijn allen op 1 kamer met een gruwelijk stinkende poepemmer op de overloop. In die periode ontstond het idee van de frisse tuinstad. In Museum Het Schip is daarover een indrukwekkende tentoonstelling.

Uilenburgerstraat in 1911. Onbewoonbaar verklaarde krotten in de oude Jodenbuurt. De woningen waren donker, benauwd en vies. Foto: Beeldbank Stadsarchief.

Dagelijks leven verbeteren

Amsterdamse wijken als de Jordaan, Uilenburg, Vlooienburg en Rapenburg waren onvoorstelbaar arm en dichtbevolkt. Sociale zekerheid bestond nauwelijks. De hygiëne was slecht, net als de gezondheidszorg. De gezinnen waren groot. Er leek geen hoop op een betere toekomst.

In deze tijd kwam het radicale communisme op, dat een totale maatschappelijke revolutie wilde. De communisten wilden alle bedrijven onteigenen en de ‘dictatuur van het proletariaat’ uitroepen.

Maar er waren ook meer praktische idealen om het dagelijks leven te verbeteren. Zoals het idee van de tuinstad. De Engelsman Ebenezer Howard (1850-1928) publiceerde in 1902 het boek De tuinsteden van morgen. Dat was wereldwijd zeer invloedrijk. Ook in Amsterdam.

Krotten in de Batavierstraat, september 1925. Bron: Stadsarchief Amsterdam

Een groene droom

De tuinstad bleek een haalbaar antwoord op de vervuiling en overbevolking van de industriesteden. Het werd een internationale idealistische beweging. De droom was om ruime, groene arbeiderswijken op te zetten rondom de steden en bij de fabrieken.

In Amsterdam werden onder andere de krotten in de oude Jodenbuurt en bij de Goudsbloemgracht in de Jordaan gesloopt. In Noord werd vanaf 1919 het prachtige Tuindorp Oostzaan gebouwd. Hier konden de arbeiders van de scheepswerven goed wonen met hun gezinnen. Er kwamen meer tuindorpen rond de stad. Het waren vrij kleine, afgebakende groene dorpen. Ze zijn nog altijd speciaal. Goed leven en wonen was het doel, en niet het maken van winst.

Zonneplein in Tuindorp Oostzaan, Amsterdam. Hier was licht, lucht en ruimte. Foto: Marcel Westhoff, collectie Museum Het Schip

Engels voorbeeld

In Engeland begon de industriële revolutie het eerst. Engeland liep voor met het oplossen van de sociale ellende. Port Sunlight werd al in 1888 gebouwd als modeldorp voor arbeiders van de Sunlight zeepfabriek. Het dorp had 9.000 bewoners en was opgezet als een tuindorp. Het was een voorbeeld voor Amsterdam.

Port Sunlight Museum, Verenigd Koninkrijk. Foto: Port Sunlight Village Trust

Mekka van de volkshuisvesting

Rond 1920 was de belangstelling voor ambitieuze stedenbouw groot in de stad. Amsterdam werd het Mekka van de volkshuisvesting genoemd. Precies een eeuw geleden, in 1924, was in onze stad het Internationaal Stedenbouwkundig Congres. Daar spraken experts als wethouder Wibaut (1859-1936) en architect Berlage (1856-1934) over de toekomst van de volkshuisvesting. Die moest gezonder, socialer, groener én mooier.

2 grote tuinsteden

Er was al begonnen met het bouwen van tuindorpen in Noord en het Tuindorp Watergraafsmeer. In 1928 werd de gemeentelijke dienst Stadsontwikkeling opgericht. Het idee van de tuindorpen ontwikkelde zich tot het bouwen van 2 grote tuinsteden aan de bestaande stad. Dat werden Nieuw-West en het kleinere Buitenveldert. Deze visie werd vastgelegd in het Uitbreidingsplan van Cornelis van Eesteren (1897-1988). Het plan stamt uit 1935 maar werd vooral na de Tweede Wereldoorlog uitgevoerd.

Algemeen Uitbreidingsplan van Amsterdam (AUP) uit 1935, naar ontwerp van Cornelis Van Eesteren. Het AUP was gebaseerd op de tuinstadgedachte. Foto: collectie Stadsarchief Amsterdam

Licht, lucht en ruimte

De 2 tuinsteden waren geen intieme besloten dorpen, maar grote open, moderne wijken. Hier is ‘licht, lucht en ruimte’. De krotten verdwenen en de tuinstad werd geboren. In Nieuw-West wonen nu ongeveer 160.000 mensen. Zij leven in de stedenbouwkundige droom van een eeuw geleden.

Overtoomse Veld, Amsterdam Nieuw-West. Amsterdam Nieuw-West is een grote tuinstad. Foto door Marcel Westhoff, collectie Museum Het Schip

Trots op de tuindorpen

Ook de tuindorpen blijven bijzonder. In Nederland zijn nog steeds meer dan 100 prachtige en bij bewoners geliefde tuindorpen. Veel van deze dorpen zijn door de bijzondere bouw en artistieke schoonheid bestempeld tot monument of beschermd dorpsgezicht.

Tuindorp Nieuwendam in Amsterdam-Noord werd zelfs bekroond als het mooiste tuindorp van Europa. Een toonbeeld van hoe natuur, wonen en sociale samenhang samen kunnen gaan. Hilversum werd de grootste vooroorlogse tuinstad van Nederland, met daarin veel invloeden van de Amsterdamse School.

Tuindorp Disteldorp in Amsterdam-Noord. Foto: Marcel Westhoff, collectie Museum Het Schip

Goed, groen wonen is weer een probleem

Wereldwijd ligt er weer grote druk op de steden. Ook op Amsterdam, waar de huizen peperduur en schaars zijn. Elk jaar komen er 10.000 bewoners bij. Woningen, vergroening en sociale gemeenschap worden steeds urgenter. De verschillende ideeën over goed wonen en de tuinstad kunnen ons nu weer inspireren.

Groen dakterras van het wooncomplex De Boel op de De Boelelaan. Amsterdam wordt nu verdicht, maar het vergroenen speelt een cruciale rol. Foto: Anne van Houwelingen

Nog steeds relevant

De tentoonstelling Het Paradijs van de Arbeider in Museum Het Schip laat goed zien hoe het tuinstadideaal relevant blijft. Door de huidige wooncrisis en de noodzaak om groener te bouwen, blijft dit praktische ideaal een voorbeeld. De moderne nieuwbouw is niet weids van opzet, zoals in Nieuw-West, maar combineert vaak wel duurzaamheid met groen, zoals op IJburg en bij de Zuidas.

Wooncoöperatie De Warren op IJburg. Duurzaam gebouwd met zelfs een groene gevel voor bijen. Foto: collectie Jeroen Musch

Stof tot nadenken

De Amsterdamse sloppenwijken leken eeuwig te blijven. Toch werden ze gesloopt en kwamen er mooie, groene, nieuwe wijken. Wie dat ziet, begrijpt dat ook de huidige woonproblemen opgelost kunnen worden. De tentoonstelling Het Paradijs van de Arbeider: Tuindorpen en Tuinsteden stemt tot nadenken hierover en prikkelt de verbeelding.

Beeldmateriaal: Stadsarchief

Historische achtergrondverhalen

Wekelijks komen er nieuwe historische achtergrondverhalen bij op de nieuwspagina van de gemeente Amsterdam. Een deel van deze verhalen verschijnt ook in de gemeentekrant Amsterdam. De oplage is 523.000 exemplaren en komt zes keer per jaar uit in heel Amsterdam.

Lees hier meer achtergrondverhalen

* De verhalen die worden gepubliceerd op deze website weerspiegelen niet per se het beleid van de gemeente Amsterdam, maar zijn een creatieve uiting van de makers.