Sla navigate over

Ik open de doos

11 juli 2025
Geschreven
Oost
Toekomst
Heden
Verhalenwedstrijd
Opgroeien in Amsterdam
ToekomstTiendaagse

Jongeren van scholen in het voortgezet onderwijs in Amsterdam deden mee aan een verhalenwedstrijd in het kader van de viering van Amsterdam 750, met als startpunt: “Mijn Amsterdam in de toekomst”. Dit is het verhaal van Kayla.

Ik open de doos, ik zie mijn oud dagboek bovenop. Ik lees het volgende: 13 April 2025

“Ik hoor mijn wekker afgaan, dat afschuwelijke geluid: “Tring, tring, tring”. Mijn ogen voelen zwaar aan, mijn wallen doen pijn en mijn hoofd bonst. Ik sta op en zet mijn wekker uit. Ik staar naar mijn groene muur, naar de foto’s van mijn oudere zussen. Ze zijn nu al lang uit huis en hebben al partners.

Ik moet haar weer zien. Ik moet weer dat vreselijke gevoel meedragen, weer dat onder ogen zien. Ik realiseer me dat ik afdwaal en dat ik moet aankleden. Ik strompel naar mijn kast, ‘Wat zal ik eens aandoen’ fluister ik. ‘Aha, daar is het, mijn donkerblauwe broek’. Ik pak een random shirt en ga naar de badkamer. Ik kijk in de spiegel, ik schrik van mijn haar. Wat als ze mij zo ziet? Dan zou ze nooit meer iets met mij te maken willen hebben. Ik denk terug aan haar mooie haren, haar mooie heupen, haar mooie lach. Stop, je stelt je aan, Ivy. Je moet stoppen met jezelf voor schut te zetten.

Ik doe mijn kleren aan maar realiseer dat ik een beha ben vergeten. Ik ga terug naar mijn kamer en pak de rode beha, ik heb gym vandaag, die zal ze vast leuk vinden. Ik ga glimlachend naar de badkamer. Maar als ik naar mijn outfit kijk weet ik niet meer of ik het zo leuk vind. Is het niet te saai? Wat zou zij ervan vinden? Ik weet het, een riem! Ik huppel zowat naar mijn kamer, pak de riem en zet hem erop. Perfect!

Nu mijn haar nog, gedver. Het is in een bonnetje maar daar lijkt het niet op. De krullen zitten zowat overal behalve in het bonnetje. Ik denk na over haar haar, hoe perfect het er altijd uitziet. Ze heeft altijd het meest mooie haar, als ik maar ooit half zo mooi zal zijn als zij is. Ik realiseer dat ik weer aan het afdwalen ben en maak mijn haar los.

Met een raar gevoel in mijn maag pak ik mijn water en spray het als een malle. Nu is mijn haar klets nat. Ik pak mijn krullen crème en smeer het van boven naar beneden. Ik kneed mijn haar voor tien minuten lang en pak mijn diffuser. Met het knallende geluid in mijn oor zet ik mijn haar ondersteboven. Na wat het voelt uren kan ik in de spiegel kijken naar het eindresultaat. Goed genoeg maar niet perfect.

Ik ga naar beneden en zie mijn moeder op de bank, op haar telefoon. Hoe makkelijk zou het zijn als je al weet hoe je leven zal verlopen, je weet met wie je gaat trouwen, hoeveel kinderen je krijgt en weet dat je “normaal” bent.

‘Goede morgen mama’ zeg ik terwijl ik naar de keuken loop, ze hoort me niet. Zuchtend pak ik de cornflakes en de melk. Mijn lepel en mijn kom zijn al op de aanrecht. Weer denk ik aan haar, wat zou zij nu doen, slaapt ze nog of ontbijt ze, net zoals ik. Mijn moeder zegt: ‘Oh, hoi Ivy, ik wist niet dat je hier was!’ Met een glimlach op mijn gezicht zeg ik: ‘Goede morgen mama’. Ik kijk naar mijn telefoon, wat heb ik vandaag voor een rooster? Ik open magister, Engels, wiskunde, biologie, economie en aan het einde dus gym. Ik kijk naar de tijd, ik schreeuw: “Het is 08.10!”

Ik ren naar boven, check nog een keer mijn haar, poets mijn tanden en vlieg zowat op de fiets. Terwijl ik fiets kijk ik graag naar de mensen. In de Bijlmer zijn er vaak diverse mensen, van Indonesië naar India. Ik ben Turks en hou daarom van de diversiteit. Het geeft me een warm gevoel, op school zijn er vooral witte Hollandse kinderen die dat gevoel niet begrijpen. Zij vindt het vast wel leuk, zij zal mij vast wel begrijpen.

Als ik eindelijk op school ben aangekomen zie ik bijna niemand meer. Iedereen is vast al binnen, ik sprint naar binnen. Ik heb op de 2e verdieping les, ik denk aan niks anders dan naar het klaslokaal rennen. Als ik eindelijk in het lokaal ben zie ik de leraar niet. Snel ga ik zitten op mijn plek. Als ik eindelijk een beetje bij ben gekomen kijk ik om mij heen. Daar is ze, ze heeft dat mooie rode shirt aan met die broek, een van mijn favoriete outfits. Ik krijg dat gevoel weer, dat gevoel in mijn middenrif, ik weet niet hoe ik het moet beschrijven.

Als ik ooit genoeg moed zou hebben praat ik met haar, niet “smalltalk” maar lange, diepe gesprekken. Gesprekken in de avond, onder de sterren en dan samen in slaap vallen, met mijn hoofd op haar buik. Als ik ooit genoeg moed zou hebben. Maar nu zijn we gewoon vrienden. Ik draai me om. De les begint, ik pak mijn boek en lees de eerste zin van het hoofdstuk: “If music be the food of love, play on”. Shakespeare was een slimme man maar ik denk niet dat hij een oplossing heeft voor mij.

Tijdens de pauze verzamel ik de moed om naar haar toe te gaan. Zenuwachtig loop ik naar haar toe: ‘Hoi, hoe gaat het?’. Ik begin rustig, ik wil niet te hard van stapel lopen. ‘Goed hoor, hoe gaat het met jou?’. Ik kijk in haar ogen, ik wil het liefste haar de grootste knuffel ooit geven en nooit meer loslaten. Ik wil haar voor altijd bij me houden, alles met haar doen, maar ik zeg: ‘Ook goed met mij, ik vind je shirt echt leuk’ Ze weet vast niet hoeveel ik over haar na denk. Ze zegt: ‘Dankje! Ik heb het van de Bershka’ Er valt een lange stilte. ‘Ik ga maar weer, tot bij gym!’ zeg ik. Met een teleurgesteld gevoel ga ik alvast naar de gymzaal.

Gym was saai, we deden een of ander dobbelspel. Deze dag voelde als een verspilling. Als ik thuiskom, schreeuw ik mijn kussen. Wanneer zal ze van mij houden en huilend val ik in slaap”.

Ik lach, Ivy van 25 jaar geleden weet vast niet hoe goed het met haar gaat uitkomen. Ik ben nu met mijn vrouw aan het inpakken. Inpakken om te verhuizen, want we krijgen een kind! Toen ik uit de kast kwam voelde het alsof ik eindelijk mijzelf was. Het is helaas niet alsof iedereen blij reageerde, ik praat nog steeds niet met sommigen. Maar dat vind ik niet erg, want ik kan nu eindelijk mijzelf zijn.

Auteur: Kayla
School: Cygnus gymnasium

* De verhalen die worden gepubliceerd op deze website weerspiegelen niet per se het beleid van de gemeente Amsterdam, maar zijn een creatieve uiting van de makers.