Als je door Amsterdam loopt, denk je misschien niet meteen aan India. De grachten, de koopmanshuizen en de markten vertellen een verhaal van Hollandse handel en ambacht. Maar als je iets verder kijkt, dan ontdek je dat de stad al eeuwenlang verweven is met de rijke textieltradities van India.
In de 17e eeuw, tijdens de bloeiperiode van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), was Amsterdam een bruisend handelscentrum. Nederlandse schepen brachten specerijen, porselein en zijde mee uit Azië, maar een van de meest gewilde producten was Indiaas textiel. Vooral de kleurrijke katoenen stoffen uit Gujarat, Bengalen en de Coromandelkust waren razend populair. Deze stoffen, bekend als sitsen, waren bedrukt met exotische motieven en spraken tot de verbeelding van Europeanen.
Sitsen waren niet alleen een handelswaar, maar ook een statussymbool. Ze werden verwerkt in kleding, gordijnen en beddengoed, en zelfs de rijke dames van de Amsterdamse grachten droegen jurken van deze prachtig bedrukte stoffen. De patronen – met florale ontwerpen, exotische vogels en levendige kleuren – beïnvloedden zelfs de Nederlandse textielproductie en kunst.
Zo probeerden Nederlandse ambachtslieden de Indiase blockprint-techniek na te bootsen, wat leidde tot de ontwikkeling van nieuwe drukmethodes en een opkomst aan katoendrukkerijen in Amsterdam.
Naast katoenen stoffen was indigo een van de meest waardevolle producten uit India. Deze diepblauwe kleurstof werd gewonnen uit de Indigofera-plant, die in Bengalen en Bihar werd verbouwd. Europese handelaren, waaronder de VOC, maakten indigo tot een cruciaal exportproduct. De Groenburgwal in Amsterdam, bekend om zijn textielhandel, speelde een sleutelrol in de verspreiding van deze kleurstof. Hier bevonden zich pakhuizen, ververijen en handelshuizen die gespecialiseerd waren in indigo en andere kleurstoffen.
Indigo werd gebruikt om stoffen een diepe blauwe tint te geven en was essentieel voor de textielproductie in Nederland. De ‘blauwververs’ aan de Amsterdamse grachten pasten de kleur toe op linnen en katoen. Maar achter de handel in indigo schuilde ook een schaduwzijde: Indiase boeren werden vaak gedwongen om indigo te verbouwen in plaats van voedselgewassen, wat leidde tot armoede en sociale onrust. Dit culmineerde uiteindelijk in de Indigo-opstand van 1859, waarin Indiase boeren in verzet kwamen tegen de uitbuiting door Europese handelaren.
De invloed van Indiaas textiel bleef niet beperkt tot mode. Kunstenaars zoals Rembrandt raakten gefascineerd door Indiase motieven en materialen. Zijn schetsen van Mughal-keizers, gebaseerd op Indiase miniaturen die via handelsroutes in Amsterdam belandden, laten zien hoe diep de connectie tussen de twee werelden was.
Vandaag de dag is de invloed van Indiaas textiel nog steeds zichtbaar in Amsterdam. Van modeontwerpers die werken met ambachtslieden uit Rajasthan tot de historische gebouwen langs de grachten waar handelaren ooit hun stoffen verhandelden—de sporen van deze uitwisseling zijn overal te vinden.
Wat ooit begon als handelswaar, is nu een bron van inspiratie, samenwerking en culturele uitwisseling. De verbinding tussen India en Amsterdam is een verhaal van innovatie, handel en culturele uitwisseling, maar ook van ongelijkheid en strijd. Deze kleurrijke stoffen zijn nog steeds het product van generaties van Indiase ambachtslieden, wier kennis en vaardigheden de wereld verrijken.
Auteur: Lipika Bansal
Textiel Factorij brengt opnieuw Nederlandse en Indiase makers samen om Indiase ambachten te herontdekken. Ze organiseren wandelingen, lezingen, tentoonstellingen en co-creatie sessies met ambachtsmensen in Nederland.
* De verhalen die worden gepubliceerd op deze website weerspiegelen niet per se het beleid van de gemeente Amsterdam, maar zijn een creatieve uiting van de makers.