De Amsterdamse Jo was pas 28 jaar oud toen ze de liefde van haar leven verloor. Haar man Theo overleed en liet Jo achter met hun zoon en een appartement vol met kunstwerken van zijn broer, de schilder Vincent van Gogh. In de jaren na Theo's overlijden werd het werk van Vincent van Gogh wereldberoemd. En dat was voor een groot deel te danken aan Jo.
‘Wist je dat Theo is verloofd en binnenkort met een Amsterdams meisje zal trouwen?’, schreef Vincent van Gogh in een brief aan een bevriende kunstenaar.
Jo Bonger, geboren als Johanna Gezina Bonger, groeide op in een welgesteld middenklasse gezin in Amsterdam-Zuid. Theo had ze leren kennen via haar broer Andries, die net als Theo in Parijs woonde. Ze was nog geen twee jaar getrouwd met Theo toen hij in 1891 overleed. Plotseling moest Jo zichzelf en hun zoon onderhouden, die nog geen één jaar oud was. En niet alleen dat; wat moest ze doen met de honderden schilderijen van Vincent die Theo had nagelaten?
Theo had altijd de wens gehad om het werk van zijn broer meer bekendheid te geven. Jo wilde die wens graag realiseren, in herinnering aan haar man. Ze verhuisde naar Bussum, waar ze een pension begon. In dit dorp woonden veel schrijvers en kunstenaars en met hen legde ze contact. Zij hielpen haar de weg te vinden in de kunstwereld.
Jo pakte het slim aan. Ze organiseerde verkooptentoonstellingen die bijdroegen aan de zichtbaarheid van Vincents werk. Op die manier wekte ze de interesse van mogelijke kopers. Ze verkocht veel van de kunstwerken strategisch; aan openbaar toegankelijke collecties en over de hele wereld. Zo konden zoveel mogelijk mensen wereldwijd Vincents werk zien.
In 1905 organiseerde Jo haar tot dan toe belangrijkste wapenfeit; de grootste overzichtstentoonstelling van Vincents werk ooit, in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Ruim 480 kunstwerken waren er te zien. Na deze tentoonstelling stegen prompt de prijzen van Vincents werk. Uit de voorbereidingen voor de tentoonstelling blijkt Jo’s uitzonderlijke organisatietalent. Ze regelde alles, van de keuze voor de tentoon te stellen werken tot de betalingen aan de suppoosten.
Ondertussen werkte Jo aan een ander groots project: het publiceren van de brieven van Vincent aan zijn broer Theo. Het uitzoeken en bewerken van de brieven bracht haar niet alleen dichter bij de kunstenaar, maar ook bij haar overleden man, want de broers hadden een stevige band en schreven elkaar veel.
Jo ordende en redigeerde de brieven en schreef een biografische inleiding over Vincent van Gogh. Deze tekst zou nog lang als uitgangspunt dienen voor andere teksten over de kunstenaar. Dankzij de publicatie van de brieven in 1914, steeg niet alleen de waardering voor Vincent als kunstenaar, maar ook voor hem als mens. Dankzij de brieven leerde men zijn dromen, verlangens en worstelingen kennen. En natuurlijk zijn visie op kunst.
Dankzij dergelijke ‘offers’ slaagde Jo erin om haar wens en die van haar overleden echtgenoot Theo te realiseren. Na haar dood in 1925 was Vincents werk wereldberoemd geworden en te bewonderen in musea over de hele wereld.
Tegelijkertijd wist Jo heel goed welke werken ze níet wilde verkopen. Bijvoorbeeld omdat bepaalde werken van emotionele waarde waren voor de familie of omdat het favorieten van haar waren, zoals ‘De oogst’. Deze kerncollectie moest in de familie blijven.
Na Jo’s overlijden bracht haar zoon Vincent de werken die nog in de familie waren, in 1960 onder in een stichting. Hij stond ook aan de basis van het Van Gogh Museum. Het was zijn grootste wens dat de collectie permanent toegankelijk zou zijn voor iedereen. Zo heeft Vincent de droom van zijn ouders voortgezet. Tot op de dag van vandaag kun je de kerncollectie van de familie Van Gogh in het museum bewonderen.
Ter ere van de 750ste verjaardag van de stad bundelen het Van Gogh Museum en de alliantie Samen Sterk met Werk hun krachten voor Ik ben Jo!, een creatief empowermenttraject van, voor en vooral dóór Amsterdamse vrouwen. De resultaten van dit traject zijn in de zomer van 2025 in het museum te zien.
Lees meer over Ik ben Jo! op de website van het Van Gogh Museum.
* De verhalen die worden gepubliceerd op deze website weerspiegelen niet per se het beleid van de gemeente Amsterdam, maar zijn een creatieve uiting van de makers.