Sla navigate over

Osman Bosman Ibin Walid De III

11 juli 2025
Geschreven
Noord
Toekomst
Heden
Verhalenwedstrijd
Opgroeien in Amsterdam
ToekomstTiendaagse
Verzet

Jongeren van scholen in het voortgezet onderwijs in Amsterdam deden mee aan een verhalenwedstrijd in het kader van de viering van Amsterdam 750, met als startpunt: “Mijn Amsterdam in de toekomst”. Dit is het - winnende - verhaal van Zeyd.

Zeyd betreedt het podium op De Ring. Foto: Niels Blekemolen
Zeyd met met Curt Fortin. Foto: Niels Blekemolen
Zeyd met met Curt Fortin. Foto: Niels Blekemolen
Zeyd met met Curt Fortin. Foto: Niels Blekemolen

Scene 1 – 2 april 2025 – Amsterdam Noord, Nieuw Dam, bij het water van het Vliegenbos

Ik zit op een houten bankje bij het water. Mijn vaste plek. Hier kom ik als ik alles even niet trek. Het is rustig. Alleen de vogels hoor je en af en toe een scooter in de verte. Het water voor me beweegt zachtjes, een beetje glinstering van de zon. Er liggen woonboten aan de overkant, eentje heeft een vlaggetje dat flappert in de wind. Er staan bomen om me heen, nog kaal, maar ik zie dat de eerste blaadjes er alweer aan komen. Lente, zeggen ze dan. Voor mij voelt het allemaal koud. Ik kijk naar een stokje in mijn hand. Breek het langzaam in kleine stukjes. Alsof ik met elk knakje iets kwijt kan. Iets los kan laten. Maar het helpt niet.

Iedereen lacht om mijn naam. Osman Bosman Ibin Walid De III. Alsof ik zelf die naam gekozen heb. Alsof ik een koning ben uit een verhaal. Maar ik ben gewoon een jongen van vijftien uit Nieuw Dam. Lichtbruine huid, strak haar, gewone kleding. Soms een nette broek als m’n moeder dat zegt, maar meestal gewoon chill. En toch ben ik blijkbaar grappig genoeg om elke dag uitgelachen te worden.

Ze noemen me: “Sjeik van de Lidl.” “Osman de Derde, ga je het land regeren?” “Waar is je kameel, broer?” Op school voel ik me klein. Echt klein. Zelfs als ik rechtop loop. Zelfs als ik doe alsof het me niks doet. Thuis heb ik mijn eigen kamer. Een bed, m’n gaming pc, een bal die ik zachtjes tegen de muur trap als ik nadenk. Daar voel ik me veilig. Alleen. Maar ook… mezelf. Ik speel FIFA, kijk voetbalvideo’s op YouTube, droom over velden vol mensen die míjn naam roepen. Niet om me belachelijk te maken, maar omdat ik scoorde. Omdat ik iets liet zien.

Voetballer wil ik worden. Echt. Niet voor het geld. Niet voor het fame. Maar omdat dat het enige is waar ik me vrij voel. Geen gepest. Geen stomme blikken. Gewoon ik, een bal, en gras onder mijn voeten. Ik weet niet hoe ik het moet veranderen. Maar ik weet één ding zeker: op een dag gaan ze niet lachen op een dag gaan ze klappen.

Zeyd, een van de drie winnaars van de verhalenwedstrijd. Foto: Niels Blekemolen
Zeyd, een van de drie winnaars van de verhalenwedstrijd. Foto: Niels Blekemolen

Scene 2 – 17 augustus 2050 – Amsterdam Noord, Nieuw Dam – Brief van Osman (40 jaar oud)

Salam Youssef,

Ik hoop dat het goed met je gaat daar in Rabat. Je vroeg me laatst in je voicebericht: “Osman, hoe is het nu eigenlijk, al die jaren later?” En weet je, ik moest daar echt even voor gaan zitten. Dus ik schrijf je deze brief — ouderwets, maar met gevoel. Ik ben nu veertig. Vreemd om dat te zeggen, want ik voel me soms nog steeds die jongen van vijftien. Die met z’n bal in z’n kamer zat te dromen van een wereld zonder gepest, zonder grappen over z’n naam. Weet je nog dat ik vroeger zei dat ik Osman Bosman Ibin Walid De III heette en mensen alleen maar lachten? Nu draag ik die naam met trots. Ik zet ’m zelfs onder m’n e-mails. Niet omdat ik beroemd ben geworden of rijk, maar omdat ik ‘m eindelijk begrijp. Die naam is mijn verleden, mijn kracht, mijn erfgoed.

In 2050 is Amsterdam veranderd, broer. Nieuw Dam heeft nu moderne flats met zonnepanelen op elk dak. Auto’s rijden op stroom, en er is een soort zweeftrein die over het IJ gaat. Maar weet je wat niet veranderd is? Hoe moeilijk het kan zijn om op te groeien met een naam, een kleur of een achtergrond die ‘anders’ is. Ik heb nu twee kinderen: Adam (10) en Lina (7). Ze lijken op mij. En soms, als ze thuiskomen van school, met tranen in hun ogen omdat iemand iets doms zei, dan voel ik dat oud verdriet weer even opkomen.

Maar ik kijk ze aan en zeg: “Jij bent niet minder. Jij bent niet vreemd. Jij bent krachtig. En ooit gaan ze dat zien.” Wat ik ze leer, is wat ik zelf te laat begreep: Jouw waarde zit niet in hoe mensen jou zien. Het zit in hoe jij jezelf leert zien. Vroeger dacht ik dat ik moest bewijzen dat ik ‘goed genoeg’ was. Maar nu weet ik: je bent goed genoeg zodra je ophoudt met vechten tegen jezelf. Ik ben geen profvoetballer geworden. Mijn knie ging kapot op m’n negentiende. Maar ik ben voetbaltrainer nu, hier in Noord. Ik train jonge jongens met moeilijke achtergronden. Kinderen met rare namen, zoals ze dat vroeger noemden. En elke keer als ik ze zie rennen, vrij en blij, weet ik dat ik mijn droom toch een beetje leef.

Ze noemen me nu “Coach Bosman.” Geen grapjes meer. Alleen respect. En soms komt er een jongen naar me toe die zegt: “Coach, ik wil later worden zoals u.” Dan glimlach ik. Niet omdat ik perfect ben. Maar omdat ik het overleefd heb. En omdat ik nu anderen help dat ook te doen. Dus Youssef, als jij daar een neefje hebt dat zich nu klein voelt, stuur hem deze brief. Laat hem weten: Je naam is geen vloek. Het is een vlag. Draag ’m met trots.

Groet van je broer uit het Noorden, Osman Bosman Ibin Walid De III

Auteur: Zeyd
School: Bredero Mavo

* De verhalen die worden gepubliceerd op deze website weerspiegelen niet per se het beleid van de gemeente Amsterdam, maar zijn een creatieve uiting van de makers.