33 jaar geleden vond de Bijlmervliegramp plaats. Bewoner Pa Sem vervulde een heldenrol in dit drama. Vlakbij Groeneveen werd een brug naar hem vernoemd.
Pa Sem beheerde Het Groentje in de flat Groeneveen. Op zondagavond 4 oktober 1992 speelden er wat kinderen. Reinaldo van 10 vluchtte niet naar buiten toen de Boeing zich in de flat boorde. Sem rende het verzengende vuur in en redde het kind. Hij liep verschrikkelijke brandwonden op en was 3 weken buiten bewustzijn. Van burgemeester Ed van Thijn ontving hij op 1 januari 1994 de erepenning van Amsterdam.
De officiële naam van Pa Sem was Willem Jacob Symor (1936-2008). Hij werd in 1936 in Suriname geboren. Zijn ouders hadden 19 kinderen. Het gezin was arm. In 1975, toen Suriname onafhankelijk werd, verhuisde hij naar Nederland. Eind jaren ’80 vond Pa Sem een woning in de flat Groeneveen in de Bijlmer. Hij knapte de verloederde collectieve ruimte Het Groentje op. Die stond al 5 jaar leeg nadat er bij een conflict een dode was gevallen.
Hij maakte er een bloeiende gelegenheid van. Iedereen was welkom. Het Groentje bood tussen 10.00 en 11.00 een koffie-uurtje voor de ouderen. Van de omzet kocht hij een biljarttafel, een tafeltennistafel en 2 sjoelbakken. Na schooltijd mochten kinderen spelletjes doen. Vanaf 20.00 uur was het Groentje geopend voor de volwassen cafébezoekers. Op de zondagavond van de ramp speelden er wat kinderen terwijl Sem opruimde.
Er waren 8 kinderen binnen. Plotseling was er de knal. De Boeing was zeer dichtbij neergestort, de staart lag recht voor de deur. Alles vloog meteen in brand, de vlammen kleefden aan het plafond.
In een interview over de ramp vertelt Sem over die gruwelijke minuten: “We zijn gevlucht.” Toen ze veilig bij de metrohal waren aangekomen, waren er 7 kinderen. “Een meisje rende naar me toe en trok aan mijn broek. Pa Sem! Mijn broer is nog achtergebleven!” Dat was de tienjarige Reinaldo.
“Ik ben toen teruggegaan. Het was een chaos. Mensen sprongen naar beneden, iedereen schreeuwde. Mensen probeerden me tegen te houden. Ik schreeuwde dat ik terug moest gaan voor die jongen. Ik ging terug. Vuur aan de wanden, vuur aan het plafond, overal. Ik hoorde de jongen schreeuwen. Help! Ik vond hem. We waren bijna buiten, nog geen anderhalve meter van de deur.”
“Toen viel er een hete galvaanpijp naar beneden, op de jongen zijn hoofd. Toen heb ik de pijp met mijn handen weggehaald. Niet door de vlammen, maar door die pijp ben ik verbrand. Ik probeerde de pijp los te laten, maar dat kon niet, mijn handen zaten met de pijp versmolten. Ik zei tegen de jongen: Ren weg! Hij rende weg, en ik hoorde hem schreeuwen. ‘Pa Sem, kom dan!'”
“Maar met de pijp kon ik niet door de deur, die versperde de weg. Hij bleef maar branden, branden. En ik maar vechten, ik maar vechten. Toen vatte mijn hemd vlam. Toen dacht ik: Nou is het afgelopen. Maar ik was me nog steeds bewust. Ik wist: daar is de deur. Daar moet ik eruit. Plotseling kreeg ik weer die wilskracht. Toen heb ik die pijp over mijn hoofd getild, over mijn rug, en zo ben ik eruit kunnen komen.” Hij kwam brandend naar buiten.
Willem Symor was daarna 3 weken buiten bewustzijn. Hij werd behandeld voor derdegraads brandwonden en bleef voor zijn leven getekend. Maar hij had niet verder kunnen leven als hij Reinaldo binnen had gelaten: “De jongen die ik gered heb, kon na 14 dagen weer naar school. Als ik die pijp niet had opgevangen, had hij het niet overleefd. Maar als hij toen dood was gegaan, zat ik hier waarschijnlijk ook niet. Dan had ik zoveel verdriet gehad dat ik niet de wilskracht had gehad om te vechten. Want die kinderen waren aan mij toevertrouwd.”
Hij verhuisde in 1995 terug naar Paramaribo waar hij een huis kocht. De door velen geliefde Willem Symor overleed in 2008. Hij liet zijn vrouw en kinderen achter.
Op 4 oktober worden de overledenen van de Bijlmervliegramp herdacht. Betrokkenen komen samen bij ‘de boom die alles zag’ op het Nellesteinpad. Daarnaast wordt er ieder jaar een tijdelijke expositie over de ramp samengesteld in Open Ateliers in Kruitberg.
Wekelijks komen er nieuwe historische achtergrondverhalen bij op de nieuwspagina van de gemeente Amsterdam. Een deel van deze verhalen verschijnt ook in de gemeentekrant Amsterdam. De oplage is 523.000 exemplaren en komt zes keer per jaar uit in heel Amsterdam.
* De verhalen die worden gepubliceerd op deze website weerspiegelen niet per se het beleid van de gemeente Amsterdam, maar zijn een creatieve uiting van de makers.