Sla navigate over

Volg het spoor van de oude trekschuit naar Buitenplaatsen

11 juli 2025
Podwalk / wandeling / fietstocht
Geschreven
Onze buren
Hele stad
Heden
Natuur in Amsterdam

De ’s-Gravelandse Buitenplaatsen bestaan 400 jaar in 2025 en Amsterdam viert zelfs zijn 750-jarig bestaan. De geschiedenis van beide plaatsen is sterk verbonden door de buitenplaatsen. In 1625 laat een groepje welgestelde Amsterdammers hun oog vallen op de woeste gronden in ’s-Graveland. Het zand wordt afgegraven en per trekschuit naar Amsterdam vervoerd voor stadsuitbreiding. De schepen keren terug met mest en huisvuil om de grond vruchtbaarder te maken voor landbouw. In de volgende eeuwen ontstaan hier prachtige buitenplaatsen, waarvan een tiental uiteindelijk in beheer komt van Natuurmonumenten. Vroeger konden alleen de eigenaars van deze groene paradijsjes genieten, nu is iedereen er welkom!

Link naar fietstocht onderaan. 

Eeuwenoude band

Boswachter Lisette van Effrink is razend enthousiast over de nieuwe fietsroute. “Ter ere van beide jubilea wilden we iets ontwikkelen om de eeuwenoude band tussen Amsterdam en ’s-Graveland weer zichtbaar te maken. Hoe kan dat nou beter dan met een historische fietstocht door het prachtige landschap tussen beide plaatsen?” Ze stapte zelf meerdere keren op de fiets om de route uit te stippelen. “Je komt onderweg langs prachtige plekjes. En dankzij de beschrijvingen leer je meteen wat bij over de geschiedenis van de buitenplaatsen en de welgestelde Amsterdamse eigenaren.”

Inleiding

Begin zeventiende eeuw maakte Amsterdam een enorme groei door: de stad was het centrum van de wereldhandel en barstte letterlijk uit haar voegen. De grachtengordels werden steeds verder uitgebreid om ruimte te maken voor nieuwe pakhuizen en woonhuizen. Monumentale grachtenpanden illustreerden de rijkdom van de elite. Het verdiende geld werd daarnaast geïnvesteerd in uiteenlopende projecten. Ook ‘s-Graveland is ontstaan als zo’n Amsterdams investeringsproject. Voor de continue bouwactiviteiten in Amsterdam was veel zand nodig. Daarom bedachten enkele investeerders dat het slim zou zijn zand af te graven, dat naar Amsterdam te transporteren en de afgezande percelen vervolgens in te richten als landbouwgrond. In 1625 verleenden de Staten van Holland de concessie: de geboorte van ‘s-Graveland.

De ontginning

De plek was zorgvuldig gekozen: de uitgestrekte heide bij Hilversum was in de buurt van Amsterdam en bood volop zand. Eerst werd een regelmatig blok uitgezet in de heide en vervolgens werd de infrastructuur aangelegd om het zand af te voeren. In 1638 werd de ’s-Gravelandse Vaart gegraven; deze sloot via Weesp aan op de Amstel. Vanaf daar kon het zand op de trekschuit naar Amsterdam. De schepen die het kostbare zand bij de Amsterdamse bouwplaatsen afleverden, namen stadsafval mee terug. Dit werd als ophoging en bemesting gebruikt om de afgezande percelen geschikt te maken voor landbouw. De eigenaren waren verplicht om boerderijen te bouwen op hun percelen.

Van boerderij naar buitenplaats

Amper tien jaar na de uitgifte van de concessie waren de boerderijen al volop in gebruik. Enkele van de historische boerderijen, zoals Stofbergen en Brambergen, zijn nog altijd bewaard gebleven. Veel andere boerderijen groeiden in de loop van de tijd uit tot buitenplaatsen. Al kort na de ontginning werd ’s-Graveland als een aangename plek beschouwd. In 1658 roemde Joost van den Vondel ’s-Graveland als een oord met ‘Palaizen, vee en vrucht, en laenen, en waeranden’.  Het werd steeds aantrekkelijker voor de Amsterdamse elite om te verblijven in het groen van de nieuw aangelegde boerderijen, lanen en wegen. In de loop der tijd ontwikkelden de families hun boerderijen tot buitenverblijf voor eigen gebruik, compleet met modieuze parken. De landbouwontginning veranderde geleidelijk in een aaneengesloten zone van buitenplaatsen van rijke Amsterdammers.

“Ter ere van de jubilea wilde Natuurmonumenten de eeuwenoude band tussen Amsterdam en ’s-Graveland weer zichtbaar maken. ”

Welgelegen

De ’s-Gravelandse Vaart speelde bij deze ontwikkeling een cruciale rol. Al in 1644 was er sprake van een reguliere trekvaartdienst met Amsterdam. De nieuw gebouwde landhuizen waren meestal georiënteerd op deze vaart. Nog altijd kijken de landhuizen Trompenburgh, Boekesteyn en Schaep en Burgh uit over de ’s-Gravelandse Vaart. Het Hollandse landschap van die tijd was moeilijk begaanbaar. Door de vaart waren de buitenplaatsen hier echter welgelegen: goed bereikbaar per schuit en prima zichtbaar, ook voor de buren. De Amsterdamse stedelijke elite verbleef buiten de stad eveneens graag in elkaars nabijheid. Daarnaast was de vaart handig toen de buitenplaatsen meer en meer als zomerverblijf dienst gingen doen en delen van de inboedel zo uit Amsterdam verscheept konden worden.

De verbinding hersteld

Sinds 1933 kreeg Natuurmonumenten uiteindelijk tien ’s-Gravelandse Buitenplaatsen in beheer. Vroeger konden alleen de eigenaars van deze groene paradijsjes genieten, nu is iedereen welkom. Ter ere van de jubilea wilde Natuurmonumenten de eeuwenoude band tussen Amsterdam en ’s-Graveland weer zichtbaar maken. Daarom heeft de vereniging in het spoor van de trekschuit een fietsroute uitgezet. Deze route volgt zoveel mogelijk het tracé van de oude trekschuitverbinding. Startpunt is het ’s-Gravelandse Veer in hartje Amsterdam. Een fietsroute van 34 kilometer brengt je in ongeveer twee uur tijd bij het bezoekerscentrum van Natuurmonumenten in ’s-Graveland. Onderweg zijn er diverse bezienswaardigheden, die in de route worden beschreven. Net als de Amsterdamse elite van toen kun je ervaren hoe tijdens de tocht de hectiek van de stad langzaam plaats maakt voor het landschap van De Groene Stelling. En net als de families Six, Corver-Hooft en Bicker kun je aan het eind van de route genieten van het prachtige groen op de buitenplaatsen.

Fietsroute

De nieuwe fietsroute is verkrijgbaar bij het bezoekerscentrum van Natuurmonumenten in ’s-Graveland (Noordereinde 54b, 1243 JJ) en via onze website.

Natuurmonumenten

Natuurmonumenten zet zich in voor een natuurrijker Nederland. We maken ons sterk voor het herstel van de biodiversiteit, overal in het land. Dat is hard nodig, want onze natuur verarmt en verdwijnt. Maar we kunnen het tij keren. Als je natuur de ruimte geeft, keren plant- en diersoorten terug. Met elkaar kunnen we zorgen dat Nederland weer natuurrijker wordt: vol zingende vogels, zoemende insecten en bloeiende planten. Dat doen we samen met alle natuurliefhebbers.

Meer weten?

* De verhalen die worden gepubliceerd op deze website weerspiegelen niet per se het beleid van de gemeente Amsterdam, maar zijn een creatieve uiting van de makers.