Sla navigate over

Zo kwam je in 19e-eeuws Amsterdam aan de man

26 mei 2025
Geschreven
Verleden

Niet met een strijdkreet, maar met gefluisterde leugens en sluwe woorden begon in de winter van 1696 in Amsterdam een volksopstand. De rijke begrafenisondernemers van de stad voelden zich bedreigd door nieuwe begrafenisbelastingen. Om hun hachje te redden, logen zij de armste mensen van de stad voor over stijgende kosten en onrechtvaardigheid. Met een opstand tot gevolg.

Keizersgracht 604-612. Op de voorgrond een praam in de gracht. Stadsarchief Amsterdam.

Uitbreiding voor de elite

Architectuurhistoricus Jaap Evert Abrahamse omschreef het Amsterdam uit de 18e en 19e eeuw ooit als ‘een schone maagd met stinkende aderen’. Zoiets moet het stadsbestuur een eeuw eerder ook hebben gedacht, toen het besloot om nieuwe grachten aan te leggen.

De eerste stadsgrachten, de burgwallen, het Damrak en Rokin, waren in trek bij de gegoede burgerij. Maar ze lagen dicht bij de haven en bewoners ervoeren naarmate de stad groeide meer overlast: stank, drukte en onguur volk. En dus werd in de 17e eeuw besloten om rond het middeleeuwse stadscentrum grachten aan te leggen waar de Amsterdamse elite in alle rust kon vertoeven.

Onder leiding van burgemeester Frans Hendricksz werden 3 hoofdgrachten aangelegd: de Herengracht, Keizersgracht en Prinsengracht. De Keizersgracht, vernoemd naar keizer Maximiliaan I, werd het breedst en als laatste gebouwd.

Al snel vestigden de welgestelde Amsterdammers zich op de Keizersgracht. Ze lieten grote huizen bouwen, de welbekende statige koopmanshuizen. Deze waren, ondanks de variatie die nu te zien is, vaak gelijkvormig. Er was een vaste kavelgrootte en dus waren de meeste grachtenpanden lang en smal. Op de voorgevel 3 ramen en 4 tot 5 verdiepingen hoog was het terugkerende beeld.

Na de laatste stadsuitbreiding, de Vierde Uitleg, werd het mogelijk om meerdere kavels naast elkaar te kopen. De meest elitaire Amsterdammers kochten maar wat graag dubbele en driedubbele grachtenpanden en bouwden natuurstenen paleizen op de wallen van de Keizersgracht.

Flaneren op de gracht

Hier, op de Keizersgracht, was niets meer te merken van de ‘stinkende aderen’ waar Abrahamse over sprak. Het was eerder de schone maagdelijkheid die op de breedste gracht van de grachtengordel van toepassing leek. De eerste Schouwburg van Amsterdam werd gebouwd aan de Keizersgracht, net als theaters en sociëteiten. En op winterse zondagen in de 19e eeuw was de gracht het decor van de pantoffelparade.

Een pantoffelparade is geen wandeling op pantoffels, maar als u dat dacht, komt u behoorlijk dicht in de buurt van de echte definitie. Pantoffelparade verwijst namelijk naar het flaneren – wandelen –, meestal op een vaste plaats en op een vaste tijd, gedaan door (jonge) mensen die graag willen zien en gezien worden. Zo ook in het Amsterdam van de 19e eeuw. En in die periode waren pantoffels voor mannen, zogenoemde muiltjes, mateloos populair en behoorlijk chique. Dus op uw pantoffels de blits maken op de Keizersgracht is nog helemaal niet zo’n gekke gedachte.

De ingang van de gewezene Schouwburgh tot Amsterdam aan de Keizersgracht. Stadsarchief Amsterdam.

Zien en gezien worden

Tussen 14.00 en 16.30 uur wemelde het op het stukje Keizersgracht tussen de Amstel en de Leliegracht van de gegoede burgers, aldus de Physiologie van Amsterdam geschreven door ‘een Amsterdammer’. Iedere Amsterdammer die ook maar iets voorstelde ­– of dacht voor te stellen – deed mee met de pantoffelparade. ‘Te zien en gezien worden, ziedaar het type geluk voor velen.’ De echt deftige burgers liepen aan de walkant langs het water en werden gezien, terwijl het gepeupel, ‘het gemeene volk’, aan de huizenkant achterbleef en de ogen uitkeek.

Een bezoekende Drentenaar beschreef het tafereel: ‘De pantoffelparade is een vertoonplaats van wereldsche ijdelheid, een tentoonstelling van alles wat uiterlijk maar schittert en glinstert. Zijde en satijn, fluweel en kantwerk, goud en juwelen, bloemen en vederen, echte golvende lokken en nagemaakte dito’s, linten en strikken – hier ziet gij ze uitgestald, als op een markt.’

Keizersgracht 200-224 (links, v.r.n.l.), gezien in noordwestelijke richting naar de Westermarkt. Stadsarchief Amsterdam.

Marktplaats voor huwelijkskandidaten

Daarnaast diende de parade ook als menselijke marktplaats, waarbij moeders hun ongetrouwde dochters over de Keizersgracht chaperonneerden in de hoop dat zij in de smaak vielen bij rijke, vrijgezelle mannen. Het was een soort datingshow avant la lettre. Vrouwen werden, volledig in stijl van de tijd, in de etalage gezet. En mannen? Die paradeerden alsof ze een veiling van zichzelf hielden.

In het boek Physiologie van Amsterdam schreef de verteller dat het ritueel vooral diende om huwelijkskandidaten te keuren. Iedereen hield elkaar in de gaten: ‘De jonge dandy’s waren driest genoeg om met de aangebedenden een zoet discoursje aan te vangen en al koutende en jokkende voort te drentelen, terwijl de statige mama’s van tijd tot tijd een zijdelingschen oogewenk lieten gaan naauwkeurige controle houdende van ‘t geen er tusschen de jongelui werd verhandeld.’

Niet iedereen was fan

En ja, het was niet alleen een theater van welgestelde burgers. Soms probeerden mensen van lagere sociale klassen aan te sluiten. Maar zij vielen al snel door de mand. Ze konden niet voldoen aan de zogenoemde pauwentred van de elite en ‘hun krap zittende schoenen verraadden hun afkomst’.

Toch was niet iedereen gecharmeerd door het ‘neêrgeslenten en door-elkander-kroelen’. De parade werd gezien als een manier om rijkdom en status te etaleren, waar niet iedereen over te spreken was. ‘Ik walg van dit tooneel van armoede en grootheid, van rijkdom en blinkende ellende’, klaagde een Amsterdammer. Voor sommigen was het een wereld van oppervlakkigheid, een theater van ijdelheid waarin sociale hiërarchie pijnlijk zichtbaar werd.

Ik ben dit toneel der dwaasheid moede, en kan mij niet begrijpen hoe het mogelijk is dat menschen, zoo door hunnen rang, hun talent of vermogen van het algemeen onderscheiden en boven hetzelfde verheven, zich doelloos aan de aanmerkingen van elke onbescheidene blootgeven. Ik verlang naar een glas madera en een manillasigaar’, zo stond geschreven in de Physiologie van Amsterdam

Keizersgracht 183 (ged.)-191. Wintergezicht met op de voorgrond schaatsers. Stadsarchief Amsterdam.

Rust en exclusiviteit

Dat de Keizersgracht de perfecte locatie was voor de pantoffelparade, was geen toeval. De aanleg van deze gracht was vanaf het begin gericht op rust en exclusiviteit. Terwijl de Herengracht nog diende als directe verbinding met het stadscentrum, en de Prinsengracht via het IJ druk bevaren werd, bleef de Keizersgracht een oase van kalmte. Hier woonden alleen de gegoede burgers.

Het stadsbestuur hield de Keizersgracht bewust vrij van ‘schadelycke en priculeuse neeringhen’ en druk scheepsverkeer. Zelfs binnenterreinen mochten niet worden bebouwd. Achterstraten zoals de Kerkstraat werden aangelegd, om verkeer en bedrijvigheid weg te halen van de statige grachtenhuizen. En zodat bewoners via de Kerkstraat naar hun privé-koetshuis konden rijden zonder dat de rust van de gracht werd verstoord.

Wie niet wandelt, verdwijnt

Met de komst van moderne stadsparken, geplaveide trottoirs en een nieuw stedelijk ritme, verloor de pantoffelparade haar glans. De Keizersgracht werd uiteindelijk voorbijgestreefd door andere wandelroutes waar het risico op verzakking of een nat pak vele malen kleiner was. Toch blijft de parade fascineren. Je plaats in de stad werd bepaald door hoe en waar je je liet zien. En dat maakte de pantoffelparade tot meer dan een wandeling. Het was een spiegel van een stad en een tijdperk, in al zijn tragikomische glorie.

Misschien is het nu veel fijner vertoeven op de Keizersgracht. Het is de mooiste gracht van Amsterdam. Niet zo ongerept als de Herengracht, maar wel een stuk breder (31 meter), waardoor het heerlijk wandelen is. Gezien worden hoeft niet meer, maar er is nog genoeg te zien. Een gracht die al eeuwenlang ‘schittert en glinstert’.

historische achtergrondverhalen

Wekelijks komen er nieuwe historische achtergrondverhalen bij op de nieuwspagina van de gemeente Amsterdam. Een deel van deze verhalen verschijnt ook in de gemeentekrant Amsterdam. De oplage is 523.000 exemplaren en komt zes keer per jaar uit in heel Amsterdam.

lees hier meer achtergrondverhalen

* De verhalen die worden gepubliceerd op deze website weerspiegelen niet per se het beleid van de gemeente Amsterdam, maar zijn een creatieve uiting van de makers.