Sla navigate over

Amsterdamse diaspora - Martin Breuer in Estland

13 september 2025
Geschreven
Hele stad
Zuid
Heden
Amsterdamse diaspora

Een vervallen landhuis op een vergeten eiland in de Oostzee is niet de plek waar je een Amsterdamse ondernemer met een liefde voor crêpes suzette en luxe gastvrijheid verwacht. Maar wat begon als een aankoop zonder plan voor Martin Breuer (69) werd een van de meest toonaangevende hotels van de Baltische regio. Breuer verruilde het broodje halfom voor ingelegde paddestoelen en lokale vis, maar zijn liefde voor Amsterdam – rebels, chaotisch, genuanceerd – is nooit verdwenen.

Foto: Lauri Laan

Martin Breuer groeide op in een katholiek ondernemersgezin, ging naar de Peetersschool en het Amsterdams Lyceum die in zijn herinnering zeer liberaal waren; rabbijn Soetendorp gaf godsdienstles over álle religies en de docent Nederlands liep regelmatig rond met een fles wijn in de zak van zijn colbert waar hij af en toe een glaasje van inschonk. Tegelijkertijd kon de familie Breuer niet tennissen met de buren want die zaten op een protestantse tennisclub en dat mengde absoluut niet in het verzuilde Nederland van toen.

Amsterdam vormde hem, niet alleen in intellectueel opzicht, maar ook cultureel: “Het was een stad met humane proporties. Groot genoeg om de wereld te herbergen, klein genoeg om te bewandelen.” Na zijn studie bedrijfskunde werkte Breuer jarenlang in het familiebedrijf Capi-Lux, een onderneming in fotografische en elektronische producten. Hoewel hij daar niet onsuccesvol was, knaagde er iets. “Ik ben een bouwer, geen beheerder. De bureaucratie begon me tegen te staan.”

Zo koos hij op zijn 44ste voor een radicaal ander leven. De aanleiding: het plotselinge overlijden van zijn ex-vrouw, met wie hij een dochter had. “Dat verlies liet me beseffen dat het leven eindig is. Toen dacht ik: ik ben een vrij man, ik ga doen wat me gelukkig maakt.”

Kreeft en ananas

Dat ‘gelukkig maken’ leidde naar Estland, en naar Imre, een Estse man die in Canada woonde en hij had leren kennen via gemeenschappelijke vrienden in Amsterdam. Toen ze een paar jaar een relatie hadden zei Imre: “Weet je nog die plek waar we ooit een picknick hadden? Dat landgoed staat te koop.” Ooit diende het als visfabriek, later als Sovjet-hoofdkwartier, nu was het vervallen en bestemmingsloos. Imre en Martin kochten het eerst en gingen daarna pas op zoek naar wat ze er mee zouden doen. Duidelijk was voor hen: “Zonder een ziel komt ook een historisch pand niet tot leven.”

Die bestemming werd uiteindelijk een hotel en restaurant en wel een waarin de lokale gastronomie gevierd wordt. Waar Esten na de Sovjettijd vooral droomden van kreeft en ananas kozen Breuer en zijn team juist voor de kracht van het plaatselijke; ingelegde paddenstoelen, lokale vis, en vergeten Estse granen. Ze koken volgens de seizoenen en geven Estse culinaire tradities een nieuw elan. “Authenticiteit is niet iets nostalgisch,” vindt Breuer. “Het is een anker, juist in een globaliserende wereld.”

Het bleek een visie die de tijd vooruit was. Inmiddels geldt hun Pädaste Manor als een culinaire bakermat. Veel toprestaurants in Estland worden geleid door chefs die in de keuken van Breuer zijn opgeleid. “In het begin vond ik het lastig dat mensen vertrokken, met jouw kennis op zak. Maar ik zie nu in: dat is precies de rol die we moeten vervullen.”

Een broodje halfom en naar de kroeg

De band met Amsterdam is in de tussentijd gebleven. Breuer keert er nog regelmatig terug, al schrikt hij soms van de drukte. “De stad heeft iets van haar nuance verloren. Het is platter geworden, met overal dezelfde koffiebars, dezelfde formule.”

Toch mist hij zijn geboortestad soms. “Een broodje halfom. Naar het theater. Indonesisch eten. En kroegen. Want die gezelligheid van zomaar een café binnenlopen vind je echt nergens. En naar de Febo voor een bamibal dat is ook vaste prik als ik in de stad ben.”

Donkere winters

Vandaag de dag verdeelt Martin zijn tijd tussen Muhu en Tenerife – de winters in Estland zijn hem te donker. Zijn dochter woont in Italië, waar hij zich ook thuis voelt. “Ik ben een Europeaan,” zegt hij. “Amsterdam, Rome, Estland – het is allemaal van mij. Wat mij betreft is dat de toekomst: wortels hebben, maar ook kunnen verplaatsen. Je eigen ankers meenemen, waar je ook bent.”

En net als zijn geliefde Amsterdam, is Martin Breuer iemand die zich niet laat vastpinnen. Een rebel met een voorliefde voor klassieke tafelmanieren. Een Amsterdammer, 2000 kilometer verderop.

Auteur: Veerle Corstens van Bureau Wibaut

Pädaste Manor

Ben je nu benieuwd naar het Estse eiland Muhu en een van de fijnste hotels met een welhaast klassieke gastvrijheid inclusief cullinaire bakermat?

Neem een kijkje

* De verhalen die worden gepubliceerd op deze website weerspiegelen niet per se het beleid van de gemeente Amsterdam, maar zijn een creatieve uiting van de makers.