Sla navigate over

Blaricum en de relatie met de hoofdstad van Nederland, Amsterdam

16 december 2024
Geschreven
Onze buren
Verleden. Het verhaal van Amsterdam

Frans werd op 14 oktober 1951 in Blaricum geboren. Frans is van kinds af aan geïnteresseerd in de geschiedenis van Blaricum en de hier wonende families. Hij houdt voor de Historische Kring Blaricum dorpsrondwandelingen en dorpslezingen en schrijft artikelen voor het dorpsblad hei & wei. Frans heeft twee boeken over Blaricum geschreven met de titels: ‘Heb je nog nieuws?!’ in 2012 en ‘Geboren en getogen in Blaricum’ in 2019.

Eemnesserweg 10 rond 2000

De achtertuin van Amsterdam

Al in de Gouden Eeuw ontvluchtten vele vermogende Amsterdammers de ‘sombere’ stad en vestigden zich onder andere langs de Vecht en in het Gooi, voor de schone lucht, rust en de mooie omgeving. Vanaf die tijd was het Gooi, waar Blaricum deel van uit maakt, eigenlijk al de achtertuin van Amsterdam. In de negentiende en het begin van de twintigste eeuw verkocht Stad en Lande van Gooiland namelijk al zand aan Amsterdam, wat door afgravingen in vooral Huizen en Naarden werd gewonnen. Dit zand werd per schuit vervoerd naar Amsterdam om daarop nieuwe woonwijken te kunnen bouwen. Dus je zou kunnen zeggen dat een gedeelte van Amsterdam al op Goois zand gebouwd is.

Goois Natuurreservaat

In 1932 werd het Goois Natuurreservaat opgericht door een samenwerkingsverband van provincie Noord-Holland, gemeente Amsterdam en de zes Gooise gemeenten Blaricum, Laren, Hilversum, Bussum, Naarden en Huizen. Dit om te voorkomen dat de bossen en heide in het Gooi in handen zou vallen van projectontwikkelaars, die met begerige ogen keken naar dit gebied om het te kunnen ontwikkelen voor landhuizen voor onder andere vermogende Amsterdammers. Het GNR kreeg op deze manier voor 2 miljoen gulden 1524 hectare bos en heide, en voor 1 miljoen gulden 104 hectare bos van particulieren in haar bezit. In deze ongerepte natuur mochten en konden de Amsterdammers heerlijk recreëren.

 

Groeiende welvaart

Na de Tweede Wereldoorlog en met de komst van de groeiende welvaart veranderde er veel. Op het terrein van GNR verschenen plaatsen waar zomerhuisjes mochten worden gebouwd die in het najaar weer weggehaald werden en in de opslag bewaard werden voor het volgend voorjaar. Het recreatiepark De Franse Kamp in Bussum is zo ontstaan. Maar ook in Blaricum aan de Oude Naarderweg, tegenover voorheen revalidatiecentrum ‘De Trappenberg’ en achter wat nu restaurant ‘De Goede Gooier’ is, aan de rand van bos en heide, stonden er ook een aantal. Deze werden hoofdzakelijk bewoond door Amsterdammers. Omdat het toenmalige Amsterdamse Kinderziekenhuis ( wat later De Trappenberg werd) er gevestigd was, was er ook al een bushalte. Zodoende konden de kostwinners hier vandaan makkelijk forensen naar Amsterdam. De sanitaire voorzieningen waren niet om over naar huis te schrijven, maar het gevoel van in de vrije natuur te leven in plaats van de grote stad, vergoedde veel, zo niet alles.

Zomergasten

Daarnaast ontstond er in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw nog een nieuw fenomeen. De Amsterdammers ontdekten namelijk dat de boeren, onder andere in Blaricum, zelf bereid waren op de vrijkomende ‘deel’ te gaan wonen (wanneer het vee in de weide liep, in de winter stond het vee wel op de ‘deel’) en het voorhuis dan te verhuren aan zogenaamde ‘zomergasten’. Zo werden de Amsterdammers toen genoemd in Blaricum. Vele families kwamen jarenlang elke zomer op hetzelfde adres terug. De mannen gingen na twee weken vakantie, wat toentertijd heel gewoon was, op en neer naar hun werk, vaak in Amsterdam. Moeder de vrouw, hoe traditioneel ook, bleef dan met de kinderen in Blaricum. Bij sommige boerderijen, zie bijgaande foto van de Eemnesserweg 10, werd er zelfs een soort van houten erker aangebouwd, om zodoende meer woonruimte te creëren. Zo zijn er jarenlange vriendschappen ontstaan en onderhouden en zijn er zelfs ook verschillende huwelijken uit voortgekomen.

Auteur: Frans Ruijter

Eemnesserweg 10 in de winter
Eemnesserweg 10
Eemnesserweg 10 rond 2000

* De verhalen die worden gepubliceerd op deze website weerspiegelen niet per se het beleid van de gemeente Amsterdam, maar zijn een creatieve uiting van de makers.