Hoewel John Reid (1968), Bastiaan Geleijnse (1967) en ik, Jean-Marc van Tol (1967), alle drie niet in Amsterdam zijn geboren (namelijk respectievelijk in Utrecht en Rotterdam), zijn onze creaties Fokke & Sukke dat wél. De twee vogels zagen het levenslicht in november 1993 op de Lange Leidsedwarsstraat 8, driehoog achter, hartje Amsterdam. Meer hartje Amsterdam is niet mogelijk.
We studeerden aan de UvA – John rechten, Bastiaan en ik Nederlands – toen we werden gevraagd om een cartoon te maken voor het kerstnummer van het roemruchte Amsterdamsche Studentenweekblad Propria Cures (PC). Voor een andere strip hadden we ooit de naam ‘Sukke’ bedacht, maar die weer verworpen. Te studentikoos, vonden we; het werkwoord ‘sukken’ betekende in de kroegtaal: zuigen, sarren. Nu was die naam opeens bruikbaar. Een tegenhanger was gauw gevonden: Fokke, dat in hetzelfde jargon… precies, zuigen, sarren. Twee meelopers, zagen wij voor ons: beginnende redacteuren van PC. De vraag was: hoe zagen ze eruit? Als Brandt Corstius en Rubinstein? Als Spaan en Van Muiswinkel? Of als Beau en Van Erven Dorens? Ik maakte wat schetsjes, maar niets werkte.
Toen bedacht ik dat dieren misschien universeler waren. Een eend met matrozenpetje, een kanarie met baseballcap. Of ik onbewust had moeten denken aan Donald Duck en Tweety, weet ik niet meer. Wel weet ik dat Bastiaan onmiddellijk voorstelde hun piemeltjes te geven, juist omdat dat bij Disney niet mocht. En voor we het goed en wel doorhadden, waren Fokke & Sukke uit het ei gekropen. We verzonnen er een kerstgrap bij en moesten lachen. Zouden we er nóg een kunnen maken? Die avond maakten we vier kerstcartoons rond Fokke & Sukke. Al in de tweede was hun rol als meeloper van PC verdwenen. Wisten wij veel dat we die memorabele avond niet alleen twee cartoonfiguren hadden geschapen, maar ook een stramien waarmee we in de loop der jaren duizenden en duizenden cartoons zouden maken.
De opbouw van de cartoon is uniek: de namen Fokke & Sukke, gevolgd door een ‘caption’ die de situatie inleidt en daaronder een dialoog met de twee vogels, die steeds weer een andere rol aannemen: zoiets zie je nergens. Soms zijn ze chirurgen, soms politici, soms redacteuren… in feite kunnen ze worden wat ze willen; dun, dik of rond, kort, vierkant, lang. Maar dat wisten we nog niet toen we die eerste cartoon verzonnen. Trots fietsten we de volgende dag naar het redactielokaal van PC en gooiden kopieën door de bus.
De reactie? Afwijzing. Vogeltjes konden immers niet praten, aldus de redactie van PC. Daardoor kregen wij er juist steeds meer lol in: we bedachten wekelijks een handvol Fokke & Sukke-cartoons. Elke week propten we nieuwe Fokke & Sukke-cartoons door de brievenbus, naar goed PC-gebruik ondertekend met het signatuur RGvT (Reid, Geleijnse, Van Tol). In april 1994 zagen we ons doorzettingsvermogen beloond: ‘Fokke & Sukke zoeken paaseieren’ werd in het Paasnummer afgedrukt en daarna volgde week na week een of twee nieuwe cartoons. Fokke & Sukke werden een vaste waarde in PC en wij dachten dat de uitgeverijen nu wel voor ons in de rij zouden staan.
Er bleek echter maar één partij geïnteresseerd: in het najaar van 1997 verscheen ons eerste boekje bij een klein Amsterdams uitgeverijtje dat in diezelfde maand ook een overal afgekeurd kinderboek rond een tovenaarsleerling uitgaf. Uitgeverij De Harmonie zal nooit bevroed hebben dat beide reeksen zo’n hoge vlucht zouden nemen. Eind augustus1999 doken Fokke & Sukke op in NRC Handelsblad en vanaf 2007 bijna vijf jaar in DWDD.
Fast forward naar 2018. Het zilveren jubileum van Fokke & Sukke werd groots gevierd: een NRC-bijlage vol cartoons, een feestavond in Pakhuis de Zwijger, speciale postzegels. De kersverse burgemeester Halsema onthulde een plaquette op de Lange Leidsedwarsstraat 8: ‘Cartoonvogels Fokke & Sukke zijn hier geboren, 1993’. Ze arriveerde zichtbaar nerveus – niet geheel onterecht, want voor haar stond een select gezelschap: de halve Amsterdamse literaire en cabareteske eredivisie. Van Tommy Wieringa tot Arjen Lubach, van Thomas van Luyn tot wie er verder nog gratis bier en hapjes rook. Halsema bekende dat dit haar eerste onthulling als burgemeester was, na de opening van de Noord-Zuidlijn. Ze zei: ‘Voor dit bordje is geen vergunning. Morgen laten we het weghalen. Hier in Amsterdam handhaven we streng.’ Daarna trok ze kordaat het doek weg.
Het bordje hangt er nog steeds. En terecht. Want of hun scheppers nu uit Utrecht of Rotterdam komen – Fokke & Sukke zíjn Amsterdammers. Fokke & Sukke behoren tot het Cultureel Erfgoed van Amsterdam.
Jean-Marc van Tol, september 2025.
Dagelijkse cartoon over de eend en de kanarie door John Reid, Bastiaan Geleijnse en Jean-Marc van Tol.
* De verhalen die worden gepubliceerd op deze website weerspiegelen niet per se het beleid van de gemeente Amsterdam, maar zijn een creatieve uiting van de makers.