Wist je dat Amsterdam-Noord meer dan 80 jaar geleden werd getroffen door Het Vergeten Bombardement? In juli 1943 werd een groot deel van de Van der Pek- en Vogelbuurt verwoest.
De opa van muzikant en wijkbewoner Marnix Vinkenborg overleefde het maar net, toch werd er nooit meer over gesproken. Op zoek naar herinneringen trok theatergroep Nest Noord samen met Marnix de wijk in. Ze ontmoetten er oude én nieuwe bewoners met verwante verhalen geworteld in conflict en verlies. Hakan Fatih Buyukadali was één van die nieuwe bewoners. In de muziektheatervoorstelling Het Vergeten Troostlied vertelde hij zijn verhaal. Een voorstelling over oorlog, veerkracht en troost.
Twintig deelnemers met uiteenlopende achtergronden – van een Oeigoerse operazangeres en een Turkse politiek vluchteling tot een Marokkaanse gastarbeider en een Oekraïense journalist – doken samen met Nest Noord in het thema troost. Ze deelden hun eten, hun liederen, hun creativiteit, en uiteindelijk ook hun persoonlijke verhalen. Schrijfster Sanne Schuhmacher legde die vast, en Lucas Wiegerink componeerde de muziek. Céline Hoex deed de regie. Daarnaast vormden ze met bestaande koren uit noord en buurtbewoners een gelegenheidskoor.
Het was 5 december 2019, midden in de nacht. Ik landde op luchthaven Schiphol en ging direct naar het politiebureau. Met een nerveuze blik zei ik: “I am Hakan Fatih Buyukadali and I would like to apply for asylum in the Netherlands.”
Ik had alleen een rugzak bij me. In de tas zat genoeg kleding om het twee a drie dagen uit te houden. Een paar stuks ondergoed, een trui, sokken, een tandenborstel, tandpasta, een haarborstel, een paar velletjes papier en een pen. Ik had alles verloren in de afgelopen paar jaar. Mijn baan, mijn familie, mijn huis, mijn geld, mijn vrienden, mijn sociale omgeving, mijn reputatie, zelfs mijn vrijheid.
De politieagent glimlachte en vroeg: “Wilt u iets drinken?” Ik had deze warme benadering niet verwacht. Met dezelfde nerveuze blik antwoordde ik: “Koffie alstublieft!”.
Een week later werd ik overgeplaatst naar AZC Harderwijk. In het begin was ik eigenlijk vooral dankbaar. Ik had het gered. Als ik dacht aan de honderdduizenden mensen die onschuldig in de gevangenis zitten en die ik in mijn land had achtergelaten, voelde ik me bevrijd. Maar die gevoelens verdwijnen snel. Een week later begon ik de pijn uit het verleden en de zorgen over de toekomst zó zwaar te voelen. In dit land, waar ik aankwam met alleen een kleine rugzak, had ik vooral energie en moraal nodig om een nieuw leven vanaf nul op te bouwen. Maar ik voelde me compleet uitgeput.
Ik had al mijn overtuigingen verloren: dat het leven een diepere betekenis heeft, dat alles wat gebeurt een reden heeft, dat het goede uiteindelijk overwint, dat oprechtheid de grootste waarde is, dat je geliefden je zullen steunen in slechte tijden…
Op een dag, terwijl ik als een dode in mijn bed in het AZC lag, opende ik ineens mijn ogen en zei tegen mezelf: “Hé, dit heb ik eerder meegemaakt. Toen ik uit de gevangenis kwam.” Als ik geen honger had, lag ik de hele dag in bed. Ik wilde geen enkel geluid horen. Zelfs geen muziek. Zelfs het licht stoorde me. ’s Nachts zat ik in het donker.
Toen herinnerde ik me een veranderstrategie uit het bedrijfsleven: Het rimpeling effect. Je gooit een steentje in het water en het veroorzaakt rimpelingen die zich steeds verder uitbreiden. De kleinste positieve beweging die je kunt maken op dat moment. Een korte wandeling. Als dat niet lukt, een paar stappen in huis zetten. En als dat ook niet lukt, dan in bed een mooie herinnering proberen op te roepen.
Ik vroeg mezelf: Wat kan dat kleine steentje voor mij zijn? Plotseling kwam er een antwoord in me op. “Nederlands.”
“Ja,” dacht ik, “hiervoor kan ik wel energie vinden.” Want ik hou van taal. Ik hou van woorden. Van schrijven. Maar vooral van iets leren. Ik had gehoord van een zelfstudieboek waarmee je zelf tot A2 niveau kunt komen. Op Marktplaats werd het verkocht voor 70 euro per deel. Ik had nog 200 euro. Zonder aarzeling gaf ik er 140 euro aan uit en bestelde ik de boeken.
Al op de eerste dag voelde ik dat ik in een positieve spiraal terecht kwam die ik zo graag wilde creëren. Een nieuw woord leren. Een zin kunnen maken. Begrijpen wat de kassière in de supermarkt zegt. Dat waren voor mij allemaal kleine succesverhalen.
Daarna begon ik een dagboek bij te houden. Ik voelde dat dit me goed zou doen en ook een rimpel effect zou kunnen creëren. Door te schrijven probeerde ik mezelf te troosten. En telkens stelde ik mezelf de vraag: Waar moet ik vandaag mijn kleine steentje naartoe gooien, zodat het de grootste rimpeling veroorzaakt?
Op een dag besloot ik een goede koptelefoon voor mezelf te kopen. Want muziek is, net als voor velen, ook voor mij een bron van troost. Ik hield van droevige liedjes die mijn verdriet vergezellen.
Daarna kwam de lente. Ik ontdekte hoe groen Harderwijk eigenlijk is. In het bos voelde ik me geweldig. Ik kocht een kampeerstoeltje bij Action, voor 8 euro. En een thermosbeker. Ik vulde mijn rugzak met Nederlandse boeken. Ik bracht de hele dag in het bos door. Om mijn uitspraak te verbeteren sprak ik de woorden hardop uit, keer op keer. Ik ademde de frisse lucht in. Ik maakte korte wandelingen. En ik schreef in mijn dagboek. Ik had een klein eigen wereldje voor mezelf gecreëerd. De energie die ik daar verzamelde, gebruikte ik om de moeilijkheden in het echte leven aan te kunnen.
In de vijfde maand in Nederland werd ik overgeplaatst naar Wageningen. In de zesde maand naar Arnhem. In mijn elfde maand kreeg ik mijn verblijfsvergunning. In januari 2021 verhuisde ik naar een woning in Amsterdam-Noord, waar ik nog steeds woon.
Binnen korte tijd haalde ik B2 niveau en ik begon meteen met solliciteren. In maart 2022 – twee jaar en drie maanden na mijn asielaanvraag – werd mijn sollicitatie bij een bank geaccepteerd – en dat nog wel voor een functie waarin Nederlands wordt gesproken.
Ik belde meteen mijn moeder. De enige echte heldin in mijn leven. “Mama,” zei ik, “Het is gelukt.” We konden allebei onze tranen niet bedwingen. In mijn eigen land was ik op een veel hoger niveau begonnen in mijn carrière. Maar aangenomen worden in deze baan en in deze periode had voor mij een heel bijzondere waarde. Ik werk nog steeds bij dezelfde bank. Ik ben twee keer gepromoveerd En soms vraag ik mezelf af, terwijl ik ‘s avonds sta te koken: “Hoe heb ik dit gedaan?”
Ik kan niet zeggen dat alles in mijn leven op orde is. Ik heb nog steeds emotionele schommelingen. Zware depressies. Existentiële crises. Maar ik heb geleerd mezelf te troosten en weer op te staan wanneer ik val en elke keer stel ik mezelf weer die ene vraag: Waar moet ik vandaag mijn kleine steentje naartoe gooien om een rimpel-effect te creëren?
* De verhalen die worden gepubliceerd op deze website weerspiegelen niet per se het beleid van de gemeente Amsterdam, maar zijn een creatieve uiting van de makers.