Sla navigate over

Kinderspelen op het IJsclubterrein

23 juli 2025
Geschreven
Video
Centrum
Hele stad
Zuid
Verleden
Amsterdam 700

In 1925 werd het 650-jarig bestaan van Amsterdam gevierd met een officiële gedenkdag op 14 september. Het was de eerste keer dat het gemeentebestuur een officiële gedenkdag organiseerde om het bestaan van Amsterdam te vieren. Het gemeentebestuur had ingezet op een toegankelijke en inclusieve viering voor kinderen, volwassenen én ouderen. De herdenking moest plechtig en feestelijk zijn, en vooral uitbundiger dan een halve eeuw geleden. Voor het ‘gewone volk’ vonden er daarom in samenwerking met lokale verenigingen verschillende activiteiten en volksvermaak plaats.

Amsterdam 1275 - 1925 : feestelijkheden ter gelegenheid van het 650 - jarig bestaan der stad

Koninklijk bezoek

In 1925 speelde, naast stedelijke trots, de monarchie ook een verbindende rol. Aan het eind van de negentiende en begin van de twintigste eeuw had er een ‘vervlechting’ plaatsgevonden van de monarchie en het nationalisme. Mede door de overwaaiende populariteit van de Engelse Koningin Victoria haar regeringsjubilea, werd het organiseren van feestelijke herdenkingen en jubilea met betrekking tot het koningshuis buitengewoon populair.[1] Hierdoor kreeg het koningshuis een steeds grotere rol tijdens historische gedenkdagen.[2] Zo waren de leden van de koninklijke familie in Nederland aanwezig waren bij de onthullingen van standbeelden en gedenktekens en droegen ze bij aan de financiering hiervan.[3] Daarnaast bezochten ze lokale herdenkingen.[4] Het is dan ook niet vreemd dat de koninklijke familie een grote rol speelde in de herdenking van Amsterdam haar 650-jarig bestaan.

De koninklijke familie bracht op 14 september namelijk een bezoek aan het feestende Amsterdam. Het feestprogramma opende officieel met het rondleiden van koningin Wilhelmina, prins Hendrik en prinses Juliana in de Historische Tentoonstelling der Stad Amsterdam 1275-1925; in de ochtend in het Rijksmuseum en in de middag, na een lunch in het Paleis op de Dam, in het Stedelijk Museum. Na afloop vertrok de koninklijke familie naar het IJsclubterrein, onder luid gejuich van de vele toeschouwers, om een bezoek te brengen aan de kinderspelen.

[1] Perry, Wij herdenken, dus wij bestaan, 64-65.
[2] Bisschop, ‘”Leven Enkhuizen!” De herinnering aan 21 mei 1572’, 59.
[3] Petterson, Eigenwijs vaderland, 29-30.
[4] Lars Boon, ‘Herdenken en terugkijken’, in De Slag op de Zuiderzee 1573 : Een ommekeer in de 80-jarige oorlog, onder redactie van Michiel Bartels, Jan de Bruin en Peter Swart (Uitgeverij Noord-Holland, 2023), 281-301, aldaar 297.

Fotograaf onbekend, De ontvangst van de koninklijke familie op het IJsclubterrein, 14 september 1925. Bron foto: https://inoudeansichten.nl/zoekplaatjes/viewtopic.php?p=39810.

De kinderspelen

Voor de jeugd was maandag 14 september een vrije dag. Op vijfentwintig locaties in de stad, waaronder speeltuinen en sportterreinen, werden overdag kinderfeesten georganiseerd. De Bond van Amsterdamsche Speeltuinvereenigingen nam de organisatie op zich, terwijl het bestuur van de Buurt- en Speeltuinenvereniging de leiding had, hiertoe aangezet door de Vereeniging tot Veredeling van het Volksvermaak. Voorafgaand aan de feesten vonden er muzikale wandeltochten plaats, waardoor vrolijke kinderoptochten door de wijken trokken. Naast openluchtspelen en wedstrijden werden de kinderen vermaakt met poppenkasten, goochelaars, clowns en een circus. De kinderspelen werden in de wijken aangekondigd met kleurrijke affiches, en naar schatting vierden ruim 30.000 kinderen feest.[1]

Daarnaast vierden kinderen uit weeshuizen en verschillende Amsterdamse (oranje)verenigingen ’s middags met kinderspelen het 650-jarig bestaan van Amsterdam op het IJsclubterrein (achter het Rijksmuseum op het Museumplein). Er ‘heerste vreugde’ terwijl de kinderen zich vermaakten met spelletjes als zakdoekje leggen, koekhappen, hindernisbanen, zaklopen en ‘In Holland staat een Huis’. De organisatie was in handen van de Afdeling Amsterdam van het Nederlandsche Meisjesgilde, op verzoek van de Vereniging tot Veredeling van het Volksvermaak.[2] Zodra de koninklijke familie arriveerde, staakten de kinderen hun spel en klonk er een luid ‘hoezee’ over het terrein. Hoewel een aantal meisjes hun spel compleet vergaten zodra ze de koningin zagen, speelden de meesten rustig door. De koningin had volgens de journalist in het Algemeen Handelsblad ‘schik in die ongedwongenheid’.[3]

[1] ‘Het 650-jarig bestaan van Amsterdam’, Algemeen Handelsblad (9 september 2024); SAA, 116, inv.nr. 29, Programma van het jubileumspel Amsterdam in het stadion bij de herdenking van het 650-jarig bestaan van Amsterdam, 1925, pagina 20.
[2] ‘Het 650-jarig bestaan van Amsterdam’, Algemeen Handelsblad (8 september 1925); ‘Het 650-jarig bestaan van Amsterdam’, Algemeen Handelsblad (15 september 1925).
[3] ‘Het 650-jarig bestaan van Amsterdam’, Algemeen Handelsblad (8 september 1925); ‘Het 650-jarig bestaan van Amsterdam’, Algemeen Handelsblad (15 september 1925).

Fotograaf onbekend, Het moment waarop de ballonnen de lucht in gaan op het IJsclubterrein tijdens het bezoek van de koninklijke familie, 14 september 1925. Collectie: SAA, beeldbank, OSIM00003005772.

De monarchie als verbindende kracht

Langs de wegen die de koninklijke familie volgde, stonden de hele dag door talloze Amsterdammers. In het Algemeen Handelsblad werd hierover geschreven:

‘In jaren zijn wij er geen getuige van geweest, dat zoo dichte hagen van menschen haar hebben begroet. Het was of er blijheid leefde in de harten, dat de koningin het feest van Amsterdam heeft willen mede-vieren’.[1]

Het gezamenlijke enthousiasme van Amsterdammers tijdens het koninklijk bezoek op 14 september liet zien dat de monarchie een verbindende factor had voor het Nederlandse volk, een rol die het koningshuis sinds de invoering van Koninginnedag wist te vervullen. Bovendien zorgde de aanwezigheid van de koninklijke familie ervoor dat de gedenkdag uitsteeg boven een lokale viering, en dus een nationaal karakter kreeg. Het 650ste jubileum van het bestaan van Amsterdam kreeg een nationaal karakter en stimuleerde naast lokale ook nationale trots.

Auteur: Daphne Luijters

[1] ‘Het 650-jarig bestaan van Amsterdam’, Algemeen Handelsblad (15 september 1925).

* De verhalen die worden gepubliceerd op deze website weerspiegelen niet per se het beleid van de gemeente Amsterdam, maar zijn een creatieve uiting van de makers.