De Kring is met bijna 1700 leden een van de grootste sociëteiten van de stad, gevestigd aan het Kleine-Gartmanplantsoen 7-9, pal boven café Palladium. Ook na meer dan honderd jaar is de vereniging springlevend, met dansavonden, debatten, tentoonstellingen, poëzieavonden, filmvertoningen en een ruim restaurant met uitzicht op het Hirschgebouw en De Balie.
De voorloper van De Kring heette het Honk en was gevestigd in een voormalige smederij aan de Reguliersdwarsstraat 37. Hoteleigenaar en schilder Frits Schiller (1886- 1971) was de financier van het initiatief. De leden waren ’armoedzaaiers’, die ‘voor een handvol pinda’s vijf cent betaalden en voor een kwartje een stamppot kregen’. Deze kwalificatie is afkomstig van Cees van Dam, voormalig bestuurder van De Kring in een terugblik in 1971 op het leven van Schiller dat verscheen in Het Parool.
Blijkbaar werden rekeningen niet betaald, of waren er te weinig bezoekers en al snel ontstonden er financiële problemen. ‘Schiller had een echtpaar aangetrokken als waard en waardin. Niet als pachter. Het heeft hem handenvol geld gekost, zelfs zo buitensporig dat hij erdoor in moeilijkheden kwam met zijn familie,’ aldus het voormalige erelid Cees van Dam in zijn in memoriam.
Na het faillissement van Het Honk, een jaar na de oprichting, was sprake van een ‘woestijntijd’ van twee jaar, waarin de leden vooral in Café Americain bij elkaar kwamen. In 1922 besloot een groep van de Honk-gangers tot oprichting van Vereniging Sociëteit De Kring. Na omzwervingen door de stad opende de sociëteit in 1930 haar deuren aan het Leidseplein.
In de Tweede Wereldoorlog bleef De Kring gewoon open. In die jaren zwaaide Mien Willink, de moeder van schilder Carel, er de scepter als secretaris van het bestuur; ze werd ook wel ‘de moeder van De Kring’ genoemd. ‘Aan haar ondoofbare vitaliteit heeft de sociëteit een heel groot part van haar bloei te danken. Haar redevoeringen, in een geheel eigen stijl, waren beroemd. Als zij er niet was, kon zij elk ogenblik binnenkomen’, schreef Het Parool in 1948.
Maar Willinks rol was niet onomstreden. Toen de bezetter een avondklok invoerde, dienden de leden toch gewoon hun contributie te betalen. Ze zag dat als ‘morele plicht’ om De Kring ‘door deze moeilijke periode heen te helpen’. De sociëteit bleef gewoon open, ook nadat Joodse leden in het najaar van 1941 onder druk van de bezetter hun lidmaatschap van De Kring moesten opzeggen. Schrijnende briefjes in het archief getuigen daarvan.
Aan de tafeltjes zaten in die jaren pro-Duitse leden die lid waren van de Kultuurkamer én leden die actief waren in het verzet. Op De Kring ontmoetten Gerrit Jan van der Veen, Willem Arondeus, Frieda Belinfante elkaar. Zij zouden later de aanslag op het Bevolkingsregister plegen.
Na de bevrijding in mei 1945 – toen alles ‘zoop en naaide’ – was De Kring het middelpunt van wilde feesten en dronken avonden.
In september 1956 beschreef Parool-journalist Henri Knap onder het pseudoniem Stadsboekanier hoe na de opening van het theaterseizoen ’vrijwel de gehele schouwburg’ afzakte naar De Kring. Hij trof er acteurs en actrices, regisseurs, kunstenaars, schilders, journalisten, ja wie niet. ’O lieve vrienden en vriendinnen,’ schreef hij met enige pathos, ‘wie is er op zo’n avond niet op boven of aan het Leidseplein?’
In de twee decennia die volgden groeide De Kring uit tot pleisterplaats van intellectueel en artistiek Amsterdam. Schrijvers Harry Mulisch en Gerard Reve waren er lid, acteur Rijk de Gooijer ging er op de vuist met klanten aan de bar, Kees van Kooten speelde er biljart, Remco Campert en zijn vrouw Deborah Wolf waren jarenlang een vaste verschijning.
Maar in de jaren tachtig kwam de sleet erin, er waren nog maar een paar honderd leden over, de kas was zo goed als leeg. Televisieproducent Harry de Winter (overleden in 2023) en Bob Meijer (onder meer eigenaar van het Kattenkabinet aan de Herengracht) kwamen in 1996 met een reddingsoperatie. Het gebouw werd opgeknapt, het restaurant kwam erbij en ook ClubUp, die de afgelopen decennia is uitgegroeid tot een van de populairste uitgaansgelegenheden voor twintigers en dertigers in de Leidsepleinbuurt.
Ooit was De Kring de plek waar het licht het langste aanbleef in een verder saai en donker Amsterdam dat Gerard Reve zo treffend beschreef in De Avonden.
Nu is De Kring een baken in een woelige stad waar het altijd feest is, waar je op elke hoek van de straat vertier vindt, waar burgers vooral digitaal in contact met elkaar staan.
In die snel groeiende metropool met inwoners van over de hele wereld wil de Kring een plek zijn waar je elkaar kan ontmoeten, elkaar kan inspireren, met elkaar van gedachten kan wisselen, maar óók kan dansen en feesten.
Auteur: Harm Ede Botje
Aan het Leidseplein, goed verstopt tussen de horeca voor het brede publiek, vind je De Kring. Een plek die juist niet voor iedereen is. Maar misschien wel voor jou.
* De verhalen die worden gepubliceerd op deze website weerspiegelen niet per se het beleid van de gemeente Amsterdam, maar zijn een creatieve uiting van de makers.