Ontdek de geschiedenis van Ajax in de periode 1975 tot 1995 in tekst en foto's, en bekijk het videoportret van Ronald Pieloor: F-side supporter van het eerste uur, YouTuber ‘PI-ALFA’ en oud-bestuursraadslid bij AFC Ajax.
Ronald Pieloor: F-side supporter van het eerste uur, YouTuber ‘PI-ALFA’ en oud-bestuursraadslid bij AFC Ajax
Ine van Brenk: politieagent in Amsterdam in de jaren 70, OOV-beleidsmedewerker Burgemeester van Amsterdam in de jaren ‘80 tot medio jaren 2000 en voormalig RvT-lid SV Ajax
Voor Ajax én Amsterdam waren de jaren na de Europacup I in 1973 niet gemakkelijk. De stad werd getroffen door een economische crisis, werkloosheid, criminaliteit en verpaupering. Nieuwe Amsterdammers, zoals arbeidsmigranten en Surinamers die naar de stad kwamen, kregen te maken met racisme en discriminatie. De inhuldiging van koningin Beatrix op 30 april 1980 was een dieptepunt met een stadsoorlog tussen krakers en politie. Inmiddels moest Ajax PSV naast zich dulden. Er werden nog wel landskampioenschappen behaald, onder meer met de teruggekeerde Johan Cruijff. En in 1987 won Ajax de Europacup II, nu met Cruijff als trainer. Toch was het een moeilijke tijd voor de club, mede door grootschalig supportersgeweld dat halverwege de jaren 70 de kop opstak. Na onlusten in De Meer tegen Austria Wien in 1989, beter bekend als ‘het staafincident’ werd Ajax een compleet seizoen uitgesloten van Europees voetbal. Racisme en antisemitisme waren onderdeel van het voetbalgeweld. In de jaren 80 adopteerde de harde kern van Ajax ‘superjoden’ als geuzennaam, omdat tegenstanders Ajacieden vaak Joden noemden en antisemitische teksten scandeerden. Niet alle Joodse Amsterdammers vinden het gebruik van deze geuzennaam passend.
Eind jaren 80 brak een nieuwe spelersgeneratie definitief door, met boegbeelden Marco van Basten, Frank Rijkaard en Gerald Vanenburg. En niet alleen bij Ajax, maar in 1988 ook bij Oranje tijdens het EK-voetbal.
In 1971 verhuisde de 7-jarige Stanley Menzo vanuit Suriname naar Amsterdam, waar hij begon met straatvoetbal. Als één van de eerste Ajacieden met Surinaamse achtergrond kreeg Menzo stelselmatig met racisme te maken. Voor hem als keeper was het lastig om zich af te sluiten van de racistische spreekkoren en scheldpartijen van het publiek, ook van de eigen supporters. “Er is nooit een wedstrijd geweest dat ik het niet hoorde.” Menzo sprak zich duidelijk uit tegen dit racisme, maar er werd weinig mee te gedaan.
Menzo maakte naam als meespelende keeper en hij stond bekend om zijn felgekleurde keeperstenues. Hij wilde zich comfortabel voelen en er goed uitzien op het veld. Hij wilde het beste uit zichzelf halen en dacht mee bij de ontwikkeling van zijn shirts. “Kleur, zeker met mijn donkere huid, is heel belangrijk.” Voor hem geen saaie tint blauw of groen. Ook nu nog spreekt Menzo zich uit voor tolerantie en acceptatie, bijvoorbeeld van homoseksualiteit in het profvoetbal voor mannen.
Ajax en Amsterdam vieren samen feest! In 2025 bestaat Ajax 125 jaar en viert de stad Amsterdam haar 750-jarig bestaan. Hét moment om stil te staan bij de unieke band tussen de club en de stad. Dit verhaal is deel van de tentoonstelling Eén club, Eén stad, Ajax Amsterdam. Deze is gratis te bezoeken van 25 april t/m 28 september in de hal van Stadsarchief Amsterdam.
* De verhalen die worden gepubliceerd op deze website weerspiegelen niet per se het beleid van de gemeente Amsterdam, maar zijn een creatieve uiting van de makers.