Jongeren van scholen in het voortgezet onderwijs in Amsterdam deden mee aan een verhalenwedstrijd in het kader van de viering van Amsterdam 750, met als startpunt: “Mijn Amsterdam in de toekomst”. Dit is het verhaal van Precious.
Cassie zat in haar kamer in Amsterdam, de stad waar ze inmiddels al vijf jaar woont. Toch voelde het alsof het gisteren was dat ze, als verlegen twaalfjarig meisje, haar leven op de Cornea had achtergelaten.
Haar moeder was haar voorgegaan, zwanger van haar broertje. Ze had Vassie uiteindelijk naar Nederland gehaald, vastbesloten om haar kinderen een betere toekomst te bieden. Niet lang na haar aankomst werd haar broertje geboren, en vanaf dat moment voelde Cassie zich niet langer enig kind.
Maar een grote zus.
Cassie dacht vaak terug aan die tijd. Hoe haar moeder, als alleenstaande ouder, met onwankelbare kracht alles gaf om hen kansen te bieden die zij zelf nooit had gehad. Op een dag heeft Cassie’ s broertje een dromenvanger in Vondelpark gehangen. Hij begon te dromen, met grote ogen zei hij: “Ik wil astronaut worden als ik groot ben!”
Dat ene zinnetje had haar ogen geopend. Voor het eerst voelde ze dat dromen misschien toch mogelijk waren. In de Cornea had Cassie geleerd dat geld en diploma’ s het verschil maakten tussen hoop en hopeloosheid, maar Nederland bracht verandering.
Ze werd geen verwend meisje meer dat wegdroomde in fantasieën, maar iemand met een doel. Dankzij haar moeder begon ze te studeren toen zij besefte dat iedereen veel kansen kreeg. Cassie wilde een huisarts worden om mensen beter te maken en hun lijden te verminderen, zoals haar moeder hun leven had beloofd.
Maar de wereld stond niet stil.
Toen Cassie achttien werd, brak er een wereldoorlog uit. De economie daalde zoals hoe een man op de grond viel toen hij neergeschoten werd op het nieuws. Ook sloten de grenzen terwijl miljoenen mensen vluchtten.
Cassies moeder besloot terug te keren naar de Cornea. “Daar”, dacht ze, “ zouden we veilig zijn, Cassie.” “Maar ik wil niet mee!” huilt Cassie. Cassie keek haar moeder aan en zei: “Ik wil mijn toekomst hier opbouwen. Ik heb ook zo hard gewerkt om jullie te helpen zoals jij mij hebt geholpen!”
“Ik ga niet terug!” schreeuwt ze.
“Cassie, ik begrijp dat je een verandering wil hebben maar ik wil niet onze familie te verscheiden zoals de jaren dat ik op jou wacht om hier te brengen!” huilt de moeder.
De woorden vielen zwaar. De ruzie groeide uit tot stilte. Uiteindelijk besloten haar moeder naar de Cornea terug te keren samen met Cassie’s klein broertje. “Ik hoop het beste voor jou, Cassie” zegt moeder terwijl ze een kusje op Cassie’s wangen geeft.
Cassie bleef achter in een land dat steeds onveiliger werd, maar ze gaf niet op. Elke dag geeft ze haar alle moeite om haar studies en werk om een huisarts te worden; ze hield zich vast aan haar droom.
Sirenes. Rook. Paniek!
De oorlog was Amsterdam binnengekomen. In de chaos rende Cassie naar Vondelpark, naar die ene boom waar zij en haar broertje samen een dromenvanger hadden opgehangen; het symbool van hun hoop, hun kinderlijke geloof in iets groters en de herinneringen van hun hart warmende momenten met dierbaren.
Cassie laat haar tranen uit. Ze schreeuwt tot ze geen lucht heeft. Ze hoorde haar naam. Ze draaide zich om – boem! Alles werd zwart. Toen ze haar ogen opendeed, was ze niet meer in het park. Ze lag in het steriel bed, omringd door onbekende machines.
Op een scherm flitsen beelden voorbij: haar jeugd, de oorlog, de ruzie met haar moeder. Herinneringen die als echo’s door haar hoofd klonken. Twee wezens stonden voor haar. Hun huid leek van metaal, hun ogen glansden als spiegels.
“Hallo Cassie! Welkom in 2080. Jij bent onze 47e mensensoort die we hebben gevonden sinds het einde van de oorlog die de aarde in een rotsachtige plek veranderde.” zei een van hen met een monotoon stem.
Verward keek ze hen aan. Was dit de hemel? Een droom? Of was dit echt? De wezens glimlachen en zeggen: “Je hebt een lange reis gemaakt. Dus dit is het begin van iets nieuws.” Cassie lag op het bed. Ze liet haar tranen uit. Toen stopte ze en keek naar het licht.
Ze liet het licht haar zicht verzwakken. Alles werd wit. Zij zag de gezichten van haar familie in de wolken en ze zuchtte van geluk. “Kring!” zegt de alarm. Cassie werd wakker om 8 uur ‘ s ochtends. Zij raakte haar gezicht en ze besefte dat alles een droom was.
Auteur: Precious School: Denise
* De verhalen die worden gepubliceerd op deze website weerspiegelen niet per se het beleid van de gemeente Amsterdam, maar zijn een creatieve uiting van de makers.