Rond Amsterdam zijn er gebieden en bouwwerken die belangrijk zijn voor de culturele geschiedenis. Zij dragen bij aan de identiteit van de stad. We noemen dat cultuurhistorische waarden. Sommige plekken zijn zo waardevol dat ze de speciale status van UNESCO werelderfgoed hebben. De waterlinies die vroeger Amsterdam en het westen van het land beschermden bijvoorbeeld.
In de 17e eeuw werd Nederland bedreigd. Niet door de oude vijand, het water, maar door Frankrijk. Dat keek onder leiding van de Zonnekoning vol hebzucht naar ons welvarende kikkerland. De republiek moest zich verdedigen, maar hoe? De oplossing bleek net zo briljant als eenvoudig: water. Waar Nederlanders al eeuwen probeerden om het water buiten te houden, lieten ze het nu binnen. Door strategische stukken land onder water te zetten, maakten ze een schild van water: de UNESCO werelderfgoed Hollandse Waterlinies.
De Oude Hollandse Waterlinie werd in 1672 – het Rampjaar – aangelegd om Nederland te beschermen tegen een Franse invasie en was een ontwerp van de Staten van Holland en West-Friesland. Door polders onder water te zetten door middel van sluizen en kanalen, werd het land onbegaanbaar voor vijandelijke troepen. Dit wordt inundatie genoemd. De onderwaterzetting zorgde voor een laag water van zo’n 40 tot 50 centimeter die te diep was om doorheen te marcheren voor soldaten en te ondiep voor boten om te varen. Het was een unieke vorm van verdediging, passend bij Nederland, waterland.
De Oude Hollandse Waterlinie verbond oorspronkelijk de vestingen Muiden, Schoonhoven, Gorinchem, Woudrichem en Heusden. Later kwamen Naarden, Woerden en Oudewater daarbij. Weesp en Nieuwpoort maakten vanaf het begin deel uit van de linie, maar werden pas later vestingsteden. Tussen de steden werden op belangrijke plekken forten gebouwd of bestaande versterkingen verbeterd, zoals Fort bij Uitermeer, Fort Wierickerschans en Fort Loevestein.
De linie werd zo aangelegd dat vijandelijke troepen nooit het westelijke deel van het land, waar Amsterdam zich bevond, konden bereiken. De stad profiteerde van de buffer die de waterlinie bood.
De linie werd in meerdere oorlogen gebruikt. De eerste keer was in 1672, toen het Franse leger Nederland binnendrong. Dankzij de onderwaterzettingen werd de opmars vertraagd. Dit gaf de Nederlandse troepen een verdedigingsvoordeel en extra tijd om te hergroeperen. In de winter van 1672 en 1673 ging het nog bijna fout. De winters waren in die tijd écht koud en het water bevroor. Daardoor was de waterlinie compleet nutteloos. De Fransen leken vrij spel te hebben en de oversteek te kunnen maken over het ijs, maar de dooi zette net op tijd weer in. De waterlinie dwong de Franse troepen uiteindelijk om zich terug te trekken, en bewees zijn waarde als strategisch wapen.
Tijdens de Eerste Coalitieoorlog werd het zuidelijke deel van de linie in 1794 en 1795 onder water gezet om Holland en Utrecht te beschermen tegen – wéér – de Fransen. Er kwamen verschillende versterkte punten op de linie, die goed bewapend waren met tussen de 6 en 10 kanonnen. Maar er was 1 probleem: de kanonnen moesten bemand worden door soldaten en daar waren er niet genoeg van. Om het nog erger te maken, begon het in december te vriezen. Binnen een week vroor een deel van de waterlinie dicht. De Franse soldaten hadden vervolgens geen kind meer aan de verdedigingslinie en trokken over bevroren rivieren naar Utrecht.
In 1815 besloot koning Willem I dat er een nieuwe waterlinie moest komen, eentje waar de stad Utrecht wél deel van uitmaakte. Dat was eerder niet zo geweest. Dit nieuwe deel werd de Utrechtse Linie genoemd, toegevoegd aan de oude linie. Er kwamen meer versterkingen en uiteindelijk werden alle verdedigende waterlinies samen de Nieuwe Hollandse Waterlinie.
Deze verdediging was 85 kilometer lang en liep van Muiden bij het IJsselmeer tot de Biesbosch in het zuiden. Het doel was hetzelfde: stukken land onder water zetten, zodat vijandelijke troepen vertraagd zouden worden. Maar dan met moderne wapens en technieken. De Nieuwe Hollandse Waterlinie was pas in 1870 klaar. Langs de linie werden meer dan 45 forten gebouwd, zoals Fort Vechten, Fort bij Vijfhuizen en Fort Pannerden. Deze forten bewaakten belangrijke doorgangen en waren strategisch geplaatst bij wegen, dijken en spoorlijnen om te voorkomen dat vijandelijke troepen het westen van Nederland konden binnendringen.
De Nieuwe Hollandse Waterlinie is nooit in grootschalige veldslagen gebruikt, ook al werd er wel geprobeerd om de linie in te zetten tijdens de Eerste Wereldoorlog en de Tweede Wereldoorlog. In de praktijk bleek de waterlinie niet erg effectief tegen moderne oorlogsvoering.
Een andere belangrijke verdedigingslinie was de Stelling van Amsterdam, die een cirkel vormt om de stad. Met 135 kilometer, tientallen kanalen, sluizen en dijken, en meer dan 42 forten en batterijen (opstelling van zware wapens) is de Stelling enorm. Net als de oude en nieuwe waterlinies maakte de Stelling gebruik van water om land onbegaanbaar te maken.
Nadat de Stelling zijn militaire functie verloor, werden delen ervan verwaarloosd. Veel forten werden overwoekerd door planten of zelfs bewoond door dieren, en sommige stukken van de linie raakten in verval. Dit droeg bij aan de mystiek rondom het gebied, waardoor het een favoriete plek werd voor avonturiers en historieliefhebbers.
In 1996 werd de Stelling toegevoegd aan de Werelderfgoedlijst, vanwege de combinatie van militaire architectuur en waterbeheer. Dit is een lijst samengesteld door UNESCO, de Organisatie der Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization). De lijst heeft als doel om ‘wat van unieke en universele waarde is voor de mensheid, beter te kunnen bewaren voor toekomstige generaties’.
Ook de Oude en Nieuwe Hollandse Waterlinie bleven niet achter. Zij werden in 2021 toegevoegd aan de lijst vanwege hun cultuurhistorische waarde. Samen vormen de 3 het UNESCO werelderfgoed Hollandse Waterlinies. De linies zijn een belangrijk stuk militaire geschiedenis en waterbouwkundig vernuft, en uniek in de wereld.
Dankzij de status van UNESCO werelderfgoed zijn de waterlinies van internationaal belang. Daarnaast zorgt de toekenning ervoor dat de cultuurhistorische waarde van de waterlinies wordt meegenomen in de ruimtelijke en stedelijke planning van het gebied. Het erfgoed moet namelijk beheerd en beschermd worden naar internationale standaarden. Dit betekent dat er strengere regels gelden voor bouwprojecten, infrastructuur en andere ontwikkelingen die het gebied zouden kunnen aantasten.
Het lijkt alsof er veel regels komen kijken bij de UNESCO werelderfgoedstatus, maar dat valt reuze mee. Er zijn ook veel voordelen. Hoewel Nederland geen directe financiële steun krijgt van UNESCO, helpt de werelderfgoedstatus bij het aantrekken van investeringen en subsidies voor het behoud van het erfgoed. Daarnaast is het goed voor het toerisme, wat economisch gezien fijn is voor de omliggende regio’s.
De waterlinies zijn vandaag de dag ware toeristische trekpleisters. Veel van de forten zijn omgetoverd tot culturele en recreatieve ruimtes. Zo zijn er forten die nu dienstdoen als kunstgaleries, restaurants, trouwlocaties, en zelfs als wijnkelders. Fort Pampus, gelegen op een eiland in het IJmeer, is bijvoorbeeld een populaire attractie geworden. Het gebied trekt jaarlijks vele bezoekers, die kunnen genieten van zowel de historische als de natuurlijke schoonheid van de verdedigingslinies.
Wilt u meer weten over cultuurhistorische waarden? Kijk dan op de Kaart Cultuurhistorische Waarden. Hierop vindt u alle beschermde gebieden in (groot) Amsterdam, van beschermde stads- en dorpsgezichten en UNESCO werelderfgoed tot groene monumenten en Bijzonder Provinciaal Landschap.
Bent u benieuwd naar de Hollands Waterlinies? Kijk dan op UNESCO werelderfgoed Hollandse Waterlinies.
Beeld: Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH)
Wekelijks komen er nieuwe historische achtergrondverhalen bij op de nieuwspagina van de gemeente Amsterdam. Een deel van deze verhalen verschijnt ook in de gemeentekrant Amsterdam. De oplage is 523.000 exemplaren en komt zes keer per jaar uit in heel Amsterdam.
* De verhalen die worden gepubliceerd op deze website weerspiegelen niet per se het beleid van de gemeente Amsterdam, maar zijn een creatieve uiting van de makers.