Steven ('Steve') van Dorpel was eind jaren zestig als jongetje van drie met zijn moeder en zes broers en zusjes naar Nederland gekomen. Ze gingen wonen in de flat Haag en Veld in Zuidoost. Zijn vader, die doelman was bij de Surinaamse voetbalclub Robin Hood, bleef in Suriname. Steve was vijf jaar toen hij ging voetballen bij SV Bijlmer, tegenwoordig Zuidoost United.
In 1987, 21 jaar oud, kreeg hij een contract bij eredivisieclub Volendam. Hij was de eerste speler van SV Bijlmer die een profcontract kreeg. In zijn tweede jaar was hij topscorer. Er werd gepraat over een transfer naar Roda JC. Hij stond toen al bekend als 'De parel van de Bijlmer'.
In juni 1989 vloog Van Dorpel naar Suriname met het Kleurrijk Elftal: Nederlands-Surinaamse voetballers die speelden voor goede doelen. Hij zou er voor het eerst in jaren zijn vader weer zien. Maar het toestel met de spelers van het Kleurrijk Elftal stortte op 7 juni 1989 neer bij de luchthaven Zanderij toen het in de mist probeerde te landen. Alle negen bemanningsleden en 167 van de 178 passagiers kwamen om het leven, onder wie Steve van Dorpel en veertien andere spelers van het Kleurrijk Elftal. Steve van Dorpel werd maar 23 jaar. Hij werd begraven op De Nieuwe Ooster, waarbij zijn graf werd afgedekt met een grasmat in de vorm van een voetbalveldje.
In 1992 maakte kunstenaar Nelson Carrilho in opdracht van de familie een standbeeld van de Nederlands-Surinaamse voetballer Steve van Dorpel. Het beeldje is te vinden in het Nelson Mandelapark in stadsdeel Zuidoost. Ook op andere plekken is zijn nalatenschap zichtbaar. Zo is er in Amsterdam Oost sinds 2010 een straat naar hem vernoemd (het Steve van Dorpelpad) en vind je in het stadion van FC Volendam de ‘Steve van Dorpel hal’.
* De verhalen die worden gepubliceerd op deze website weerspiegelen niet per se het beleid van de gemeente Amsterdam, maar zijn een creatieve uiting van de makers.