Haar Roemeense moeder fluisterde dat de fonkeling in haar ogen de lichtjes waren langs het pad dat ze moest volgen. De lichtjes brachten Elena-Madalina Stanescu naar Amsterdam.
Het liefst had ze willen vertellen dat ze als kind uren naar de lucht tuurde om vliegtuigen te spotten, en dat ze, zo lang ze zich kan herinneren, droomde van een baan in de luchtvaart. Ze lacht. Dat was een mooi verhaal geweest, zegt ze. En ze houdt van mooie verhalen. In werkelijkheid tuurde Elena-Madalina Stanescu (29) toen ze klein was over de Zwarte Zee waaraan de Roemeense stad lag waar ze opgroeide. Terwijl ze luisterde naar het gekrijs van de meeuwen, schreef ze op haar meisjeskamer gedichtjes in een schrift waarvan ze hoopte dat het misschien ooit, als ze groot was, een boek zou worden.
Dat ze lucht- en ruimtevaarttechniek ging studeren in Boekarest, was een keuze gebaseerd op – ja, op wat eigenlijk? Bijna verontschuldigend haalt ze haar schouders op. De studie die zich richt op het ontwerpen, ontwikkelen, testen en de productie van vliegtuigen en raketten, was vooral aantrekkelijk omdat het onderwerp zo complex is, zegt ze. Die uitdaging van haar intellect, dat tarten van de grenzen van haar denkvermogen, dat vond ze “cool”.
Haar familie begreep niet wat ze zich in haar hoofd haalde. Maar haar moeder fluisterde dat de fonkeling in haar dochters ogen de lichtjes waren langs het pad dat ze moest volgen.
Dus hier zit ze dan. In Amsterdam. Na een master in Toulouse – “daar zit de TU Delft van Frankrijk” – en een baan in Brussel, is ze nu een van de ontwerpers van het nieuwe Nederlandse luchtverkeersleidingssysteem.
Ze vertelt erover op het balkon van haar appartement, met uitzicht op een grote, groene volkstuin. In de verte prijkt de ontmantelde kolencentrale als een bovenmaatse vogelverschrikker, nog verder weg staan de hijskranen van de haven en, als je om het hoekje kijkt, zie je de omgekeerde U van de Pontsteiger.
Of haar bezoeker niet op de rommel en de dozen wil letten, zegt ze verontschuldigend. Een paar weken geleden verhuisde Madalina in dit nieuwe gebouw van gestapelde en verspringende kubussen van de vijfde verdieping naar de elfde. Nadat de relatie met haar Catalaanse vriend strandde, bleek het appartement te groot voor haar alleen. Ja, verdrietig, zegt ze, die relatiebreuk. Maar “life happens”. Op naar een nieuw hoofdstuk. Ze is bovendien opgelucht dat ze in het gebouw kon blijven dat haar de afgelopen twee jaar lief is geworden. “Kijk dan, dat groen, het uitzicht, zo mooi!”
Haar dagen gaan voornamelijk op aan haar werk op Schiphol-Oost. Als ze thuiskomt, doet ze boodschappen, kookt ze, praat ze online met haar moeder en zus en duikt ze haar bed in. “Ik sta met een been in Amsterdam, en met een been in Roemenië.”
In het weekeinde pakt ze haar lichtblauwe Unionfiets. Ze weet zeker: Amsterdam is de mooiste stad waar ze ooit heeft gewoond. “Heel instagrammable.” Boekarest, Toulouse, Brussel – eat your heart out. Ze zit graag bij de OBA bij het Centraal Station. Beetje lezen, beetje bootjes kijken. Op zaterdag, nadat ze haar flat heeft schoongemaakt, fietst ze naar de biologische markt bij de Noorderkerk. Haar boodschappen stopt ze, heel Hollands vindt ze, in haar fietsmandje. En zei ze nou al dat het Van Gogh haar lievelingsmuseum is?
Over haar favoriete Amsterdammer hoeft ze niet lang na te denken. Johnny Jordaan, lacht ze. Nee, ze kent zijn muziek niet, maar ooit zag ze zijn standbeeld tijdens een rondleiding door de stad met haar cursus Nederlands. Vandaar. Ze had gehoopt de taal sneller onder de knie te krijgen. Tuurlijk, zowat elke Amsterdammer spreekt Engels, maar op het werk zijn toch voornamelijk Nederlanders en het is fijn om te begrijpen wat de mensen om je heen zeggen. Toen ze laatst een brief van de gemeente kreeg en zonder vertaalmachine begreep dat haar adreswijziging was doorgevoerd, sprong ze een gat in de lucht.
Of ze blijft? Ze weet het niet. Ja, ze houdt inmiddels van kibbeling, haar lievelingswoord is pompoen, met op een goede tweede plaats het woord poffertjes. En op een dag vindt ze ongetwijfeld de moed om haar tanden in een Hollandse Nieuwe te zetten. Maar na al die jaren ver van je vaderland verander je vanzelf een globetrotter, zegt ze. Zo iemand die overal en nergens thuis is. Amsterdam is prachtig, zeker, maar ook Azië biedt kansen, en Zuid-Amerika lijkt aantrekkelijk.
Tot die tijd fietst ze elke week een avond naar Oud-Zuid. Bij een leraar thuis verzamelt zich dan een bont gezelschap internationals dat creatief-schrijvenlessen volgt. Want naast de luchtvaarttechneut, huist in haar ook nog altijd dat meisje dat aan haar bureautje in Roemenië droomde op papier. Ooit zal ze het gekrijs van meeuwen, dat haar nog altijd een gevoel geeft van veiligheid, rust en thuis, weten te vangen in woorden. Er zijn dagen dat ze ze ook hoort in Amsterdam.
Anniek van den Brand van Bureau Wibaut
Wij zijn BUREAU WIBAUT: onafhankelijke en ervaren freelance journalisten voor kranten, tijdschriften, radio en televisie die samen werken op een bureau. Bureau Wibaut is een collectief van 20 journalisten. Ieder werkt voor zich, maar we slaan ook regelmatig enkele handen ineen. Onafhankelijke journalistiek is onze basis – aangevuld met allerlei projecten die we in opdracht en in nauw contact met klanten uitvoeren. Onze specialisaties variëren van wetenschap en politiek, tot cultuur, lifestyle, sport en geschiedenis. Bijna alles dus.
* De verhalen die worden gepubliceerd op deze website weerspiegelen niet per se het beleid van de gemeente Amsterdam, maar zijn een creatieve uiting van de makers.