Sla navigate over

Wie stelden de geschiedenis van de vrouwenbeweging veilig?

05 maart 2025
Geschreven
Hele stad
Centrum
Verleden
Heden
Verzet

Precies 90 jaar geleden besloten drie Amsterdammers dat de geschiedenis van de vrouwenbeweging niet verloren mocht gaan. Feministen Rosa Manus (1881-1942), Johanna Naber (1859-1941) en Willemijn Posthumus-van der Goot (1897-1989) richtten in 1935 het Internationaal Archief voor de Vrouwenbeweging (IAV) op. Wie waren deze drie helden en hoe kwam de oprichting van het huidige Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis, tot stand?

Oprichters van het IAV, van links naar rechts: Johanna Naber, Rosa Manus, Willemijn Posthumus-van der Goot.

Voorgeschiedenis

In 1935 was de zogenoemde ‘eerste feministische golf’ voorbij, en veel vrouwen die actief waren geweest in de vrouwenbeweging rond 1900 waren oud of overleden. De drie oprichters van het huidige Atria vonden dat de geschiedenis van de vrouwenbeweging behouden moesten blijven en wetenschappelijk onderzoek naar de positie van de vrouw in de samenleving moest worden gestimuleerd. Daarnaast hadden jonge feministen in de jaren dertig behoefte aan goed gedocumenteerde kennis van het verleden. Bijvoorbeeld om zich te kunnen verdedigen tegen de regering, die sinds de jaren twintig regelmatig probeerde om vrouwen te verbieden betaald werk te verrichten.

Oprichting

Na een ruim jaar hard werken om de collectie op touw te zetten, zag het IAV in december 1936 officieel het licht bij de opening op de Keizersgracht 264, te Amsterdam. IAV collectioneerde aanvankelijk voornamelijk de witte vrouwenbeweging. In de loop der jaren kwam steeds meer aandacht voor het opnemen van archieven van zwarte- migranten- en vluchtelingenvrouwen.

Groepsportret. Foto gemaakt tijdens de officiële opening van het Internationaal Archief voor de Vrouwenbeweging, Keizersgracht 264, op 19 december 1936 (collectie IAV-Atria).

Rosa Manus

Het begin van de collectie waren 300 boeken van oprichter Rosa Manus zelf. Manus kwam uit een liberaal joods gezin en speelde, net als Aletta Jacobs, een cruciale rol in (inter)nationale vrouwen- en vredesbewegingen. Ze zat in tal van besturen, o.a. de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht, later de Internationale Vrouwenbond voor Vrede en Vrijheid. Een jaar na de oprichting van het IAV schonk zij het – in 2017 tot UNESCO erfgoed uitgeroepen – archief van Aletta Jacobs (1854-1929), de eerste vrouwelijke arts in Nederland en beroemd strijder voor vrouwenkiesrecht.

Willemijn Posthumus-van der Goot

Posthumus-van der Goot was de eerste vrouwelijke econoom in Nederland. Om haar meningen met feiten te kunnen staven had zij behoefte aan goede en veelzijdige informatie over vrouwen. Daarom werkte zij in 1935 met Manus en Naber mee aan de oprichting van het IAV. Posthumus speelde een cruciale rol in de herstart van het IAV na de Tweede Wereldoorlog en werd voorzitter, omdat Rosa Manus die voorheen voorzitter was, omgekomen was in een concentratiekamp. Posthumus werkte als medeauteur en redacteur mee aan het boek ‘Van moeder op dochter : het aandeel van de vrouw in een veranderende wereld‘ (1948). Hierin stond de geschiedenis van de Nederlandse vrouwenbeweging beschreven, vanaf de Franse tijd tot 1948.

Johanna Naber

Naber beschreef als eerste de Nederlandse geschiedenis van de vrouwenbeweging. Van 1917 tot 1922 was zij presidente van de Nationale Vrouwenraad en van daaruit ook betrokken bij de Internationale Vrouwenraad. In 1921 werd zij in de gemeenteraad van Amsterdam gekozen voor de Vrijheidsbond, een liberale partij. Door eigen historisch onderzoek, kende Johanna Naber het belang van het bewaren en beschikbaar stellen van historisch materiaal als brieven en dagboeken. Dat moet voor haar de basis geweest zijn om samen met Rosa Manus en Willemijn Posthumus-van der Goot over te gaan tot de oprichting van het IAV.

De oprichters van het huidige Atria waren zich zeer bewust van de kwetsbaarheid van eerdere behaalde successen, zoals de invoering van het vrouwenkiesrecht. In een tijd van economische crisis en het opkomend fascisme in Europa dreigde verworvenheden weer te worden teruggedraaid. Het doel van de oprichting van het IAV, om het erfgoed van vrouwen te verzamelen en te bewaren, en wetenschappelijk onderzoek over de positie van de vrouw te stimuleren, heeft in 2025 nog niets aan urgentie verloren. Als het huidige collectie- en kennisinstituut Atria, ondersteunen we beleidsmakers, onderzoekers en andere belanghebbenden om historische inzichten te verbinden met actuele vraagstukken op het gebied van vrouwenrechten en gendergelijkheid.

Door Anna Trap namens Atria

90 jaar ATRIA

Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis biedt wetenschap en samenleving een unieke collectie, onafhankelijk onderzoek en wetenschappelijke kennis op het gebied van emancipatie en vrouwengeschiedenis.

Meer weten?

* De verhalen die worden gepubliceerd op deze website weerspiegelen niet per se het beleid van de gemeente Amsterdam, maar zijn een creatieve uiting van de makers.